Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De vriend van de Bruidegom

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De vriend van de Bruidegom

Aan de oever van de Jordaan, bij Bethábara, staat een zonderlinge figuur. Hij preekt! Hij brengt de woorden Gods.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wat zullen wij dan doen? Lukas 3:10b

Dit was al aan zijn vader Zacharias bekendgemaakt. Die had er van gezongen: ‘Om Zijn volk kennis der zaligheid te geven, in vergeving hunner zonden’. Hij zou een pro- feet des Allerhoogsten genaamd worden en voor het aangezicht des Heeren vooruitgaan, om de weg van Christus te bereiden.

Daar staat hij, zijn naam is Johannes. Hij is gekleed in een eenvou- dige, kamelenharen mantel.

Johannes preekt: ‘En de bijl ligt ook alrede aan den wortel der bomen; alle boom dan die geen goede vrucht voortbrengt, wordt uitgehouwen en in het vuur geworpen’ (Luk. 3:9). Heel scherp heeft hij Gods oordeel aangekondigd. Hij heeft allen die daar pas- seerden bij het veer, een oversteekplaats in de Jordaan, eerlijk op hun zonde en ongerechtigheid gewezen. Of het nu heidenen waren of Joden, Romeinse soldaten, tollenaren of farizeeën. En deze ontdekkende prediking heeft vrucht gedragen. Er kwamen allerlei soorten van mensen tot bekering. Ze riepen uit: ‘Wat zullen wij dan doen?’ (Luk. 3:10b). Zij die door schuldbesef getroffen en ver- slagen tot hem kwamen, werden gedoopt. De doop der bekering.

Proselietendoop

In die tijd werden alleen heidenen gedoopt. Door die doop, de zogenaamde proselietendoop, werden heidenen Jodengenoten. Zij werden echter nooit echt Jood, want dat was je alleen wanneer je een Joodse moeder had. Dat is vandaag nog steeds zo. Maar door die proselietendoop werd je wel in de gemeenschap van het volk opgenomen.

Het was heel ongebruikelijk als een Jood zich liet dopen. Toch kwamen er ook Joden tot Johannes de Doper. Zij hadden zijn prediking gehoord en waren door Gods Geest getroffen in hun hart. Ze werden overtuigd dat hun keurige, vrome leven vol zonde en ongerechtigheid was. Dat ze met hun rechtzinnigheid dood lagen in de zon- den en misdaden. De wet eiste veel meer dan alleen het wat uiterlijk onderhouden van geboden en regels. Opeens zagen ze bijvoorbeeld, zoals het geschreven staat in Zondag 43 van de Heidelbergse Catechismus, dat ze met hun oordelen en helpen veroordelen de eigen werken des duivels deden. Zoals ook vandaag roddel en kwaadsprekerij tot schuld moeten worden. De wet die ten leven bedoeld was, werd hun onder deze prediking de dood. Ze zijn onder de prediking van Johannes gestorven aan de wet.

Wat een onthutsende ontdekking als je gaat inleven dat je afkomst als kind van Abraham samen met je keurige, godsdien- stige leven je geen enkel gewin geeft. Dat je met al je vermeende gerechtigheid mid- den in de dood ligt en dat de bijl alrede aan je levensboom ligt, om je uit te houwen en in het vuur te werpen.

Onder de prediking van de Doper zagen deze Joden dat ze wel hun klederen had- den gescheurd, maar niet hun hart. Ze waren wel besneden in het vlees, maar niet in hun hart. Zo gingen Joden buigen onder welverdiende oordelen. Door schuldbesef getroffen en verslagen gingen ze roepen of er nog een weg was om de welverdiende straf te kunnen ontgaan. Is dat ook uw roep al geworden?

Zoete tijd

In die verslagenheid staan de Joden bij Johannes, overtuigd dat ze rechtvaardig onder moeten gaan en alleen door genade kunnen opstaan. Dit wordt gesymboliseerd door het óndergaan in en het ópkomen uit het doopwater van de Jordaan. Allerlei mensen hebben in die schuldverslagenheid gemeenschap met elkaar gekregen. Wat een wonderlijk zoete tijd, om het te mogen verliezen van de Heere, om in die verbro- kenheid en verslagenheid te roepen uit de diepten van ellende tot God Die alleen heil kan zenden. Wat een hartelijke tranen zijn er dan, als je je door de prediking verklaard weet. Dat de Heere je stem nog wil horen, al je smeken en klagen. Wat wonderlijk zoet als de Heere je bij je naam wil noemen en je wil bemoedigen: ‘Bij de Heere is vergeving en goedertierenheid en veel verlossing’. Zo werden ook Joden hartelijk en innig aan Johannes verbonden.

Maar Johannes was niet gekomen om zichzelf een gemeente te vergaderen. Hij is slechts de vriend van de Bruidegom. Zijn werk is de weg bereiden tot het Lam Gods, Dat de zonde der wereld wegneemt. Jo- hannes moet als persoon minder worden, steeds meer op de achtergrond komen en uiteindelijk verdwijnen. Het is de bedoeling dat Christus zal ‘wassen’. De Heere Jezus moet het voorwerp worden van het geloof.

De prediking van Johannes, als vriend van de Bruidegom, was bedoeld opdat er plaats zou komen voor deze Bruidegom en Zaligmaker. Deze Zaligmaker zal alleen noodzakelijk worden wanneer we een vuile zondaar worden voor God en we al onze vermeende gerechtigheid buiten Hem gaan verliezen.

Het Lam Gods

Daar staan twee van de discipelen van Johannes. Ze horen de Doper zeggen: ‘Zie, het Lam Gods’. Het is de tweede keer dat ze dit horen, maar nu komt de Heilige Geest er in mee. Ze horen die preek en zien het Lam Gods. Hóe Hij het Lam Gods zal zijn, dat weten ze nog niet, toch kunnen ze nu niet meer bij Johannes blijven. Hoe hartelijk ze ook aan hem verbonden waren.

En dat is nu ook de vreugde van de vriend van de Bruidegom. Hij was in zijn werk niet gericht op zichzelf, maar op Hem Wiens weg hij (voor)bereiden mocht. Daar gaan ze: Andreas en Johannes.

Geliefde lezer, het is heel groot als u ver- broken en verslagen mocht leren buigen onder de Heere. Groot als u het voor God mocht verliezen, óndergaan, en aan al uw vermeende gerechtigheid mocht sterven. Maar u kunt daar niet blijven. Dan ‘verdrinkt’ u. Uw tranen en uw gestalten kunnen u niet redden. Uw hartelijke keuze vanuit die eerste liefde is niet genoeg. Er is maar één Naam en één gerechtigheid.

Uw eigen ik moet minder worden, sterven zelfs, en dan kan het niet anders, dan zal Christus wassen (Joh. 3:30 ).

Die twee discipelen zijn Jezus gevolgd. O wonder, Hij heeft hen toegelaten op de leerschool van vrije genade. En op die leer- school mochten ze opwassen in de kennis

en genade van de Heere Jezus Christus. Heeft u op die leerschool al een plaats gekregen?


ds. M. Joosse, Lunteren

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 januari 2021

De Saambinder | 20 Pagina's

De vriend van de Bruidegom

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 januari 2021

De Saambinder | 20 Pagina's