Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Troost uit een verkeerde toepassing

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Troost uit een verkeerde toepassing

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een verkeerde toepassing van een Bijbelwoord, hoe moet je daarmee omgaan? Daarover schreef een predikant in 1924 in een boek over zijn pastorale ervaringen.

Ds. J.D. van der Velden (1859-1947) was predikant van de Gerefor- meerde Kerken in Nederland. Hij was een man van de oude stempel. Buitenpost (Friesland) was zijn eerste gemeente. Daar deed hij in 1887 intrede. Daarna diende hij achtereenvolgens gemeenten in Maasland, Middelburg, Klundert en Rotter- dam-Kralingen.

Ds. Van der Velden schreef het volgende. ‘Wat helaas in onze stadskerken zo ont- breekt, vind je nog in onze dorpskerken, het persoonlijk contact tussen de leraar en zijn gemeente. Daardoor word je van- zelf ook rijker in pastorale ervaringen.

Laat mij er u iets van mededelen. Onder mijn kerkenraadsleden was er een broeder ouderling, een eenvoudig, gemoedelijk christen. Voor zichzelf had hij een gedrukt geestelijk leven, hij was zwaarmoedig,

en toch - als hij met anderen in aanraking kwam, bewees hij het woord van de Hei- land te verstaan: Zalf uw hoofd en was uw aangezicht, opdat het van de mensen niet gezien worde, als gij vast.

Hij was kuiper van beroep, en als hij dan soms bij landbouwers werkzaam was die vijandig stonden tegenover het Evangelie der genade Gods in Christus, zong hij on- der het kuipen van hun vaten het hoogste lied. Dan volgde de ene psalm op de an- dere. Zijn eenvoudig gezegde was: ik wil niet hebben dat de lieden der wereld een kwade indruk zouden ontvangen van mijn Koning en Zijn dienst, daarom zing ik, ook al is mijn hart bedroefd en beklemd.

Een gezegende verandering

ledere zaterdagavond bracht ik een kort bezoek aan zijn gezin. Hij was voorlezer, en hij wilde graag de avond tevoren weten wat hij had voor te lezen bij de aanvang van de dienst. Op zekere zaterdagavond trof ik hem in een bijzonder opgewekte stemming aan. Hij vertelde mij iets van zijn levenservaringen in die week.

Lange tijd was het zo dor en doods ge- weest. Ik genoot zo weinig voor het hart, het vriendelijk aangezicht des Heeren was voor mij verborgen, er trokken verlatingen over mijn leven, zo sprak hij. Maar toen hij die week in de eenzame polder liep, terwijl hij van zijn arbeid naar huis terugkeerde, werd het hem zo ondraaglijk langer te leven in zulk een dorheid van geestelijk leven, dat hij bij een hek zijn knieën had ge- bogen en had gebeden: Heere, zo kan het geen ogenblik langer, geef mij toch weder de vreugde Uws heils. En naar zijn eenvou- dig ongekunsteld verhaal was er toen een gezegende verandering gekomen. Want nauwelijks opgestaan, was het Woord des Heeren zo vertroostend tot hem gekomen: Den blinde was ik tot ogen en den kreupele tot voeten.

Dat woord had hij toegepast op de Heere Jezus en eruit genoten. Voor zijn oog ging nu licht op en uit die woorden putte hij zóveel vertroosting, dat ik hem nog zelden zo opgewekt had ontmoet.

Nu weet een goed geoefend Bijbelkenner dat dit gezegde: Den blinde was ik tot ogen en den kreupele tot voeten, een woord is dat door Job gesproken is, toen hij zich trachtte te rechtvaardigen voor God. Job wijst er op wat hij geweest was voor we- duwen en wezen, voor de ellendigen, voor wat blind en kreupel was. Deze tekst sloeg in het minst niet op hetgeen Christus voor Zijn gelovigen belooft te zijn. Onze lieve broeder had dus een geheel verkeerde toepassing van dit Bijbelwoord gemaakt.

Wat moest ik nu doen, als zijn herder en leraar? Moest ik hem zeggen: Lieve broe- der, u hebt die woorden geheel verkeerd begrepen en toegepast? Dan was al zijn geestelijke blijdschap verdwenen en zou hij wellicht in allerlei twijfeling en aanvech- ting vervallen. Al had deze broeder die woorden geheel verkeerd verklaard, waar- heid was in ieder geval dat Jezus Christus voor de blinde tot ogen, voor de kreupele tot voeten is, dat alles in Hem is te vinden voor ellendigen en hulpbehoevenden. Ik waagde het dus niet de geloofsblijdschap van onze broeder te storen.

Later is het mij in de ambtsbediening meermalen voorgekomen bij persoonlijk bezoek dat iemand troost had geput uit een verkeerd begrepen of uitgelegd Bijbelwoord. Dan liet ik dit eerst begaan, maar later greep ik de gelegenheid aan, hetzij door over zulk een tekst te preken, hetzij door in een persoonlijk gesprek dat woord in zijn rechte betekenis uit te doen komen, en zo bereikte ik toch het doel.


A. Bel, Vlaardingen

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 januari 2021

De Saambinder | 20 Pagina's

Troost uit een verkeerde toepassing

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 januari 2021

De Saambinder | 20 Pagina's