BEVESTIGING EN INTREDE DS. MALJAARS IN ’S-GRAVENPOLDER

Woensdag 13 januari werd de Gereformeer- de Gemeente te ’s-Gravenpolder verblijd met de komst van haar nieuwe herder en leraar, ds. S. Maljaars. In de bevestigingsdienst ging de consulent ds. C. van Krimpen voor. Hij bepaalde zijn gehoor bij Maleachi 2:7.

Het thema van de preek was: ‘De gezanten des Konings’.

1. Een bewaarde wetenschap. De priesters moeten de schatten van Gods Woord ge- trouw uitdelen. De lippen van de priesters moeten deze wetenschap verkondigen.

2. Een gezochte wet. De priester verklaart de weg van een gans ellendige zondaar. Door de prediking wordt de zondaar ontdekt aan zijn armoede. ‘Gemeente, zoekt u de wet uit Zijn mond?’

3. Een verheven benaming. De priester wordt een engel des Heeren genoemd. De Heere geve de gemeente om naar de lippen van die engel te horen.

Na het lezen van het formulier antwoordt ds. Maljaars op de gestelde vraag: ‘Ja ik, van ganser harte’. Vervolgens spreekt ds. Van Krimpen hem toe en verzoekt de gemeente de nieuwe herder en leraar staande toe te zingen Psalm 119 vers 9.

In de avonddienst verbindt ds. Maljaars zich aan onze gemeente. Hij bepaalt zijn gehoor bij Psalm 40:10. Het thema van de preek is: ‘De gerechtigheid verkondigd in de grote gemeente’.

1. Begeerd door een kleine knecht. David mag boodschapper zijn: het moet in ons leven recht komen met God. De lippen van de priester moeten de wetenschap bewaren, hebben we in de bevestigingsdienst gehoord. De boodschap komt uit Zijn mond. Ook Gods knechten (nietige mensjes uit het stof) heb- ben deze opdracht.

2. Vervuld in de grote Knecht. Deze psalm wijst heen naar de Heere Jezus. In de grote Knecht des Vaders wordt dit vervuld. Hij is de volkomen gewillige en getrouwe Knecht van de Vader. We zien dan ook uit naar de toepassing van het werk van Christus in de gemeen- te. ‘Gemeente, de Heere geve bediening uit de grote Knecht aan deze kleine knecht. Hij moet wassen en ik minder worden. Dat is een levensles’.

In zijn toespraak richt ds. Maljaars zich tot zijn bevestiger en de gemeente. Hij hoopt schouder aan schouder met de kerkenraad te mogen dienen en besluit met de vraag: ‘Gemeente: is het wel met u?’

Ds. D. de Wit spreekt hem toe namens de classis Goes en PS Zuid. Hij wijst op de opdracht uit Matthéüs 28: onderwijzen en dopen. Vervolgens spreekt ouderling L. de Oude van de Oud Gereformeerde Gemeente in Nederland namens de plaatselijke ker- ken. Hij wijst op Psalm 32, waar de Heere spreekt: ‘Ik zal raad geven, Mijn oog zal op u zijn’. Ten slotte spreekt de voorzitter van de kerkenraad, ouderling A.J. de Kraker. Nadat hij een welkomstbrief van burgemeester G. Dijksterhuis heeft voorgelezen, wijst hij op Ezechiël 3, waar tegen de wachter wordt gezegd dat hij moet horen naar de woorden die God in zijn mond legt. Hij wenst hem toe veel gemeenschap te mogen oefenen met de drie-enige God. Hij verzoekt de gemeente de nieuwe dominee Psalm 81 vers 12 toe te zingen.

Kerkenraad ‘s-Gravenpolder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen