Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De eerste dochter heet ‘geduld’

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De eerste dochter heet ‘geduld’

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Geduld op zich - ook door Gods algemene genade - is in onze gejaagde maatschappij een schone deugd. In plaats van over ‘een deugd’ spreek ik nu echter liever over ‘een dochter’. We bespreken nu de oudste dochter van de liefde, de eerste van de vijf: geduld.

Gelukkig zijn er nog geduldige mensen in onze samenleving. In ieder geval kunnen ook wereldse mensen uitwendig soms een aangename en geduldige indruk maken. Daar kunnen mensen die beter moesten weten, zoals mensen die naar de kerk gaan, nog veel van leren. Het is een schone zaak om geduld te hebben met onze medemens, geduld te hebben met de zwakheid en gebreken van vader en moeder en allen die over mij gesteld zijn (Zondag 39). Geduld in het verkeer, geduld in de winkel met de klant die voor mij is, dat alles doet welda- dig aan.

Ik zal niet gauw vergeten dat een begra- fenisstoet, op weg naar de begraafplaats, ruw werd onderbroken door het getoeter van een andere weggebruiker die geen geduld kon opbrengen voor een rouwdragende familie. Geen geduld hebben bete- kent kennelijk soms letterlijk dat men over lijken gaat. Een praktische tip? Tel eens tot tien alvorens het geduld te verliezen.

Geduld en de avondklok

Kenmerkend voor onze levensstijl is dat er voor geduld steeds minder plaats is. Wat kan ongeduld storend en kwetsend zijn. Hoeveel huwelijken zijn er niet gestrand door óngeduld! Wat we vandaag bestel- len, hadden we gisteren al in huis willen hebben. Wat heeft onze gejaagdheid voor een ontredderde maatschappij gezorgd, in vrijwel alle lagen. Hoeveel jonge mensen kunnen de stress niet meer aan. Als er dan ook nog eens een coronapandemie uit- breekt, weten we geen raad met de stilte van een avondklok. Ik geef het maar door, zonder een waardeoordeel over de avond- klok uit te spreken.

De Heidelbergse Catechismus noemt ge- duld als een tegenhanger van de zonde van de doodslag. Dat is nogal wat! Laten we in dit verband beseffen dat het in Zondag 40 niet over wereldse mensen maar over kerkmensen gaat, over hoe kerkmensen tegenover hun naaste staan. Die naaste kan natuurlijk heel goed een werelds mens zijn. En wereldse mensen letten doorgaans goed op wat een kerkmens doet en wie hij is. We zijn dus gewaarschuwd. Het is zo gemakkelijk om de scheidslijn tussen kerk en wereld zo te trekken dat wij precies aan de goede kant staan. Daar gaat Zondag 40 ons echter niet zomaar zonder verdere nuancering in voor.

Stuk van de dankbaarheid

Laten we beseffen dat het gebod - het zes- de incluis! - wordt behandeld in het stuk van de dankbaarheid, de heiligmaking dus. De Spreukendichter zegt in hoofdstuk 14:29 dat de lankmoedige groot van ver- stand is, en dat die haastig is van gemoed de dwaasheid verheft. De vraag is of mijn geduld een wortel mag hebben die reikt tot die goede God Die zoveel geduld met mij heeft gehad en dat nog steeds voort- durend heeft.

Ik sprak eens een kind van God die tijdens een autorit zei dat hij sinds zijn bekering nooit meer lifters op de weg liet staan. Op mijn vraag naar de reden daarvan zei hij: ‘Omdat God mij heeft opgeraapt toen ik dwaalde op de weg die tot het verderf leidt’.

Ik zeg niet dat u dit voorbeeld maar klak- keloos moet navolgen, want het gebeurde in een andere omgeving dan de Randstad. Maar geheiligde zelfkennis is wel een grote genade die tot een ‘geheiligd geduld’ leidt. Als de Heere dan eens op Zich laat wachten, verbeiden we Hem. Als Hij het nodig acht om Zijn werk te beproeven, wachten we geduldig op Hem, in de weten- schap dat Hij getrouw is en niet zal laten varen het werk dat Zijn hand begon. Als verdrukking ons treft, blijven we geduldig, volharden we in het gebed en verblijden we ons in de hoop (Rom. 12:12).

Geen Jobsgeduld

Ten slotte: we spreken in de volksmond over een ‘Jobsgeduld’. Echter, die term kom ik niet in de Bijbel tegen. Wel spreekt Jakobus: ‘Zie, wij houden hen gelukzalig die verdragen. Gij hebt de verdraagzaamheid van Job gehoord, en gij hebt het einde des Heeren gezien, dat de Heere zeer barmhartig is en een Ontfermer’. Ik vond daar in onze Statenvertaling een opmer- kelijke kanttekening bij: ‘Dat is, de goede uitkomst, die de Heere aan Job verleend heeft uit al Zijn lijden dat Hij geduldig ge- dragen heeft’ (kanttekening 39).

Het gaat niet over Jobs geduld, maar over het geduld van Christus. Daar ligt de grond en de fontein van alle ware geduld. Alles wat uit het geloof niet is, is zonde.

(wordt vervolgd)


ds. H. Hofman, Kalamazoo (VS)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 maart 2021

De Saambinder | 24 Pagina's

De eerste dochter heet ‘geduld’

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 maart 2021

De Saambinder | 24 Pagina's