Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Onder Pontius Pilatus…

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Onder Pontius Pilatus…

4 minuten leestijd

Maria. En Pontius Pilatus. Weinig hebben deze twee mensen gemeenschappelijk. Wat ze wel gemeenschappelijk hebben, is dat hun beider namen voorkomen in de Twaalf Artikelen. Dat Maria’s naam er staat, kun je begrijpen. Maar wat doet die van Pilatus daar?

Voor het antwoord daarop gaan we terug naar de laatste dagen van het leven van de Heere Jezus op aarde. De Middelaar werd gevangen ge- nomen in de hof van Gethsémané en naar de hogepriester gebracht. Daar hebben ze bedacht waarom Hij gedood moest wor- den. Daarna is Hij naar stadhouder Pontius Pilatus gebracht.

De Joden hadden voor doodvonnissen, zo- als over de Heere Jezus was uitgesproken, de officiële instantie van de wereldlijke rechter nodig. En dat was in die tijd: Pontius Pilatus. Het was de verantwoordelijkheid en de bevoegdheid van de stadhou- der Pilatus om in naam van de keizer van Rome recht te spreken. Achter de persoon van Pilatus verschijnt dus keizer Tiberius. Maar achter de persoon van Tiberius ver- schijnt uiteindelijk God Zelf!

Aan Hém ontlenen ze als ‘Gods dienares’ hun bevoegdheid. En dat is belangrijk.

Aardse en hemelse rechter

Wanneer Pilatus een vonnis uitspreekt, hoe krom en onrechtvaardig ook, is dat hoe dan ook een vonnis van de wettig be- voegde overheid, en een vonnis van God Zelf. In Pilatus’ oordeel over Jezus klinkt dus het oordeel van God Zelf over Hem.

Als we de naam van de aardse rechter Pontius Pilatus horen noemen, dan denken we aan God, de hemelse Rechter. God veroordeelt Zijn Zoon, de Onschuldige.

Want zo alleen kunnen Gods kinderen in het gericht van God worden vrijgesproken. Zó alleen begrijpen we het antwoord van de Catechismus, antwoord 38: ‘...opdat Hij, onschuldig onder den wereldlijken rechter veroordeeld zijnde, ons daarmede van het strenge oordeel Gods, dat over ons gaan zou, bevrijdde’. Wat betekent dat voor ons?

Ieder mens komt bij zijn sterven voor God te staan, de hemelse Rechter. God zal ons oordelen naar Zijn heilige wet. Dan zijn er maar twee mogelijkheden: óf we zijn schuldig en we worden veroordeeld tot de eeuwige straf (beseffen we de ernst daar- van?), óf de Heere Jezus heeft ook voor ons heel persoonlijk de schuld weggedaan en ons bevrijd van het strenge oordeel van God (kennen we de ruimte daarin?). Omdat de Heere Jezus is veroordeeld door de aardse rechter Pontius Pilatus, spreekt de hemelse Rechter iedereen voor wie Hij Zich vrijwillig heeft laten veroordelen vrij.

Horen wij daar al bij, bij de ‘ons’ van dit antwoord, bij deze onderwijzer en zijn leerling? Weten wij al dat wij dat strenge, rechtvaardige oordeel van God verdiend hebben, dat wij ons de eeuwige dood waardig hebben gemaakt? Wanneer de Heere gaat werken in harten van jongeren en ouderen, dan overtuigt en overbuigt Hij net zo lang totdat de zondaar ‘amen’ leert zeggen op Gods oordeel over zijn leven.

Wat is dat een zegen. Want in díe erken- ning ligt nu juist de bevrijding. Dan gaan we mét Hem buigen onder dat strenge oordeel van God over ons leven. In die weg openbaart de Heere Jezus Zich in Zijn eeu- wige zondaarsliefde door het Woord van Zijn belofte aan ons hart. Achter het recht van God openbaart zich de liefde van God.

En de Heilige Geest geeft er de toepassing van aan het hart. Naar de mate van het geloof wordt in ons hart de troost genoten van de vrijspraak, van de vrede met God die alle verstand te boven gaat.

Goddelijke genade

Wat hebben Gods kinderen hier voortdu- rend onderwijs in nodig! Want de één staat van ver, bevend in de doorleving van zijn onwaarde en rechteloosheid. De ander is dichterbij gebracht en heeft door oefening en onderwijs wat meer vastheid in het werk van Christus ontvangen. Maar állen delen ze in dezelfde Goddelijke genade, of ze het beseffen of niet, of ze er de troost van ontvangen in het hart of niet: Want Christus heeft ook eens voor hun zonden geleden, Hij rechtvaardig voor de onrechtvaardigen, opdat Hij ons tot God zou brengen.

Geldt dat ook u al?

(wordt vervolgd)


Dit is het derde deel in een serie over artikel 4 van de Apostolische geloofsbelijdenis: ‘...Die geleden heeft onder Pontius Pilatus, is gekruisigd, gestorven en begraven, nedergedaald ter helle’.


ds. R.A.M. Visser, Apeldoorn

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 maart 2021

De Saambinder | 24 Pagina's

Onder Pontius Pilatus…

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 maart 2021

De Saambinder | 24 Pagina's