Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gods genade in Perpetua en Felicitas

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gods genade in Perpetua en Felicitas

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

In het vorige artikel kwam naar voren dat Gods Woord christenen bemoedigt in hun verdrukking. Is dat alleen theorie? Iets voor toen, of voor anderen, in elk geval ver van óns eigen bed? In dit artikel gaan we zien hoe deze zaken uit de Bijbel waarheid worden in mensenlevens. Wij gaan dat bezien in het leven van twee jonge vrouwen, uit de tijd van de christenvervolging in de eerste eeuwen.

Het is begin maart 203. In Carthago wordt Vibia Perpetua, een jonge moeder van 22 jaar, met haar baby gevangengenomen. Samen met nog een aantal anderen, waaronder de zwangere Felicitas. Het was juist de periode waarin ze wer- den voorbereid om gedoopt te worden. Maar nu moeten ze naar de kerker. Perpetua’s vader vindt het verschrikkelijk. Hij probeert op allerlei manieren Perpetua van haar geloof af te brengen. Maar zij is vastberaden: ‘Vader, ziet u dat stuk vaatwerk daar liggen, een kruikje of zoiets? Kun je zeggen dat dit iets anders is dan het is? Nee? Zo kan ook ik mezelf niet anders noemen dan wat ik ben, een christin’.

Als Perpetua een paar dagen later wordt verhoord, is haar vader er ook bij. Hij probeert het nu op een andere manier: ‘Kijk naar je zoon, die zonder jou niet zal kunnen leven’. De Heere houdt haar echter staande. Door Zijn genade is haar liefde tot Hem groter dan tot vader en zoon. ‘U moet weten dat wij niet onder ons eigen gezag geplaatst zijn maar onder dat van God’, zegt ze tegen haar diepbedroefde vader.

Blijdschap

Na het verhoor volgt het vonnis: veroordeeld tot de arena. Blij gaat Perpetua terug naar de gevangenis. Het is dezelfde blijdschap als van de discipelen: ‘Zij dan gingen heen van het aangezicht des Raads, verblijd zijnde dat zij waren waardig geacht geweest om Zijns Naams wil smaadheid te lijden’ (Hand. 5:41). Maar het lijden zal wel gedrágen moeten worden. Als Perpetua met de anderen in deze tijd tóch gedoopt kan worden, ont- vlamt in haar het verlangen naar kracht om het lij- den te doorstaan. Er zijn ook zorgen in de gevangenis. Felicitas heeft zorg dat ze niet samen met de andere christe- nen mag sterven, maar later tegelijk met de misdadigers moet sterven. Zwangere vrouwen mochten namelijk niet geëxe- cuteerd worden. De vrouwen zenden een ernstig gebed op tot God en Hij hoort hun gebed. Diezelfde dag baart Felicitas een meisje. Zal de smart van de bevalling maar een kleine voorproef zijn van wat er straks komt? Een cipier die daarover een spot- tende opmerking maakt, krijgt te horen: ‘Nu lijd ik zelf hetgeen ik lijd. Dan echter zal er een Ander in mij zijn Die voor mij zal lijden, omdat ook ik voor Hem zal lijden’.

De Heere zal bij haar zijn in de arena. Want alles wat Mijn minste broeders wordt aangedaan, wordt Mij aangedaan, zegt de Heere Jezus in Mattheüs 25:40.

Op 7 maart 203 breekt de dag aan dat Perpetua, Felicitas en de anderen naar de arena moeten. Ze zijn blij, omdat ze deel hebben aan het lijden van Christus. Ze zijn kalm. Perpetua zingt psalmen. De Heere had haar in de dagen ervoor laten zien dat het geen strijd tegen de wilde beesten zou zijn, maar een strijd tegen de duivel. Daarvan stond de overwinning in Christus al vast.

De Heere maakt in Perpetua, Felicitas en de anderen waar wat we lezen in 1 Petrus 4:13: ‘Maar gelijk gij gemeenschap hebt aan het lijden van Christus, alzo verblijdt u; opdat gij ook in de openbaring Zijner heer- lijkheid u moogt verblijden en verheugen’.

Tot Gods eer

Wat leert deze geschiedenis ons? Het leven van deze vrouwen laat duidelijk Gods genade in Christus Jezus zien. Wie zou zich van nature verblijden om het lij- den om Christus’ wil? Wie zou standvastig zijn? Maar de Heere legt in Zijn Woord de nadruk op de verwaardiging en de vreugde in het lijden om Zijns Naams wil. In deze geschiedenis zien wij dat God ervoor zorgt dat dit lijden dan ook zó beleefd zal worden, ondanks onszelf. En dat strekt tot Gods eer. ‘Wat hen aangaat, Hij wordt wel gelasterd, maar wat u aangaat, Hij wordt verheerlijkt’ (1 Petr. 4:14).

(wordt vervolgd)


Mw. L. Grandia, Deputaatschap tot hulpverlening in Bijzondere Noden, werkgroep Vervolgde Kerk

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 maart 2021

De Saambinder | 24 Pagina's

Gods genade in Perpetua en Felicitas

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 maart 2021

De Saambinder | 24 Pagina's