De zaligsprekingen [17]
De troost voor de treurenden
‘Want zij zullen vertroost worden’. Mattheüs 5:4
Nadat ik de donkere zijde van de tekst aan u heb laten zien, zal ik nu de lichte zijde tonen: Zij zullen vertroost worden.
Het verband tussen het treuren en de vertroosting
Ten eerste. Let erop dat het treuren aan de vertroosting voorafgaat, zoals het opensnijden van een wond voorafgaat aan de gene- zing. De antinomiaan praat over troost, maar spreekt laatdunkend over het treuren over de zonde. Hij is als een dwaze patiënt aan wie een pilletje wordt voorgeschreven. Hij likt de suiker op, maar gooit het pilletje weg. De vrijdenker is voor vreugde en gemak. Hij likt de suiker op, maar gooit de bittere pil van het berouw weg. Als we ooit de ware vertroosting zullen ontvangen, moet dat zijn in Gods weg en naar Gods wijze. De droefheid over de zonde luidt de vreugde in (Jes. 57:18).
Ten tweede. Let erop dat God Zijn beste wijn tot het laatst bewaart. Eerst schrijft Hij het treuren over de zonde voor en daarna zet Hij de wijn van de vertroosting voor. De duivel doet precies het tegenover- gestelde. Hij laat het beste eerst zien en bewaart het slechtste tot het laatst. Eerst laat hij de wijn zien die sprankelt in het glas, daarna komt het ‘bijten van de slang’ (Spr. 23:32). De satan zet de mensen zijn heerlijke gerechten voor. Hij stelt hun de zonde voor, schoon van kleur, aangenaam door het plezier, verzilverd met voordeel, daarna wordt de droevige rekening gepresenteerd.
Ten derde. Let erop dat de tranen in de zin van het Evangelie niet verloren gaan: ze zijn een zaad van vertroosting. Terwijl de boet- vaardige tranen uitstort, stort God de vreugde in. Chrysostomus zegt: ‘Als u vrolijk wilt zijn, wees dan droevig’. Psalm 126:5: ‘Die met tranen zaaien, zullen met gejuich maaien’. Het doel van Christus’ zalving en van Zijn komst in de wereld was dat Hij de treurenden zou troosten (Jes. 61:3). Over Christus was de vreugdeolie uitge- stort, opdat Hij, zoals Chrysostomus zegt, die zou uitstorten over degene die treurt. Dan mag de apostel dat terecht ‘een onberou- welijke bekering’ noemen (2 Kor. 7:10). Iemand moet berouw hebben over zijn dronkenschap, berouw over zijn onreinheid; maar hij mag nooit berouw hebben over zijn berouw, omdat het de ingang is tot de vreugde.
Wie treurt, zal vertroost worden omdat het treuren hiertoe is bedoeld. Het treuren wordt niet om zichzelfs wil voorgeschreven, maar opdat het tot iets anders zal leiden, en een weg zal vormen naar de vertroosting. Wij zaaien met tranen opdat we met gejuich zullen maaien. Het heilige treuren is een geestelijk medicijn. Welnu, een medicijn wordt niet om zichzelfs wil voorgeschreven, maar ter wille van de gezondheid. Zo heeft ook het treuren in de zin van het Evangelie als zijn eigen doel dat het de vreugde zal voortbrengen.
(wordt vervolgd)
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 april 2021
De Saambinder | 24 Pagina's