Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Votum en groet

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Votum en groet

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

‘Onze hulp is in de Naam des HEEREN...’. Hoe vaak hebt u deze woorden al horen uitspreken? De laatste kerkganger is in de bank geschoten of heeft zich achter een hulpmiddel thuis geïnstalleerd. De kerkenraad is zojuist binnengekomen en de ouderling van dienst heeft de voorganger bij de kansel gebracht. Het ‘stille’ gebed is gedaan. Plechtig klinken dan de eerste woorden.

De e HEERE roept Zijn gemeente rond de genademiddelen. In Zijn huis wil Hij Zijn volk ontmoeten in het onderwijs door Zijn Woord en Geest. De eerste woorden, het votum, zijn dan ook gericht tot die roepende God. Tot de Alom- tegenwoordige, Die om Christus’ wil woont en werkt in Zijn Kerk. Treffend is het dat dan die eerste woorden geen menselijke woor- den zijn! Vanaf de Reformatie is het gebruik geworden zo’n korte formulering, een votum, als eerste in de eredienst uit te spreken. Dit Latijnse woord wil zoiets zeggen als ’toewijden’. Het uitspreken ervan bedoelt direct besef te wekken voor de tegenwoordig- heid van God in de samenkomst van de gemeente. Calvijn sprak in de gemeente van Straatsburg de woorden: ‘Onze hulp zij in de Naam des Heeren, Die hemel en aarde gemaakt heeft’. Met enige variatie is onder ons meest gebruikelijk, drie aaneengeschakelde Bijbelgedeelten, uit te spreken: ‘Onze hulp is in de Naam des HEE- REN, Die hemel en aarde gemaakt heeft’ (Ps. 124:8), ‘Die trouwe houdt in der eeuwigheid’ (Ps. 146:6b) ‘en Die niet laat varen de werken Uwer handen’ (Ps. 138:8).

Geloofsbelijdenis

Hoe kort dit votum ook is, het heeft een diepe klank. Het spreekt over de totale afhankelijkheid van een hulpeloos schepsel. Door onze diepe val zijn we zelfs in de meest heilige verrichtingen zo verlegen om hulp van Boven. Anderzijds noemt het votum de grootste Naam van God: HEERE, Ik zal zijn Die Ik zijn zal. Drie zinsneden noemen die levende God. Aller- eerst wordt Hij met Psalm 124 beleden als de Schepper. Daarin schittert Zijn almacht voor hulpeloze zondaren. Vervolgens wordt beleden vanuit Psalm 146 dat God de Getrouwe is. Eén van Gods deugden wordt daarmee nadrukkelijk geroemd door mensen, die zichzelf moeten leren kennen als trouweloze zondaars. Ten slot- te belijdt een ware Sioniet met Psalm 138 dat de Verbondsgod nooit meer loslaat wat in Zijn Goddelijke handen is. De Kerk des HEEREN heeft immers te doen met een onveranderlijk God.

Hebt u weleens met hart en mond mogen meedoen met dit geloofs-belijden? Mijn hulp is van de HEERE! Mag ik me zo schik- ken tot de heilige dienst, de eredienst?

Zouden deze woorden geen verwachting geven voor hulpeloze mensjes die opzien tot God, Die helpt in nood?

Groet

Vervolgens is de predikant de mond van God in de zegengroet aan Zijn gemeente. Zij krijgt als het ware antwoord op haar belijdenis, dat haar hulp alleen van de HEERE is. Met opgeheven handen wordt dan de zegenspreuk uitgesproken. Men spreekt wel over zegenbede, zegengroet of kortweg groet.

Onder ons zijn twee formuleringen ge- bruikelijk. Allereerst de zegenspreuk die Paulus vrijwel altijd aan het begin van zijn brieven gebruikt: ‘Genade zij u en vrede van God onze Vader en de Heere Jezus Christus’ (Rom. 1:7b). Omdat in het votum de drie-enige Verbondsgod is aangeroe- pen, volgt de aanvulling ‘door de Heilige Geest’.

De ‘langere’ zegenspreuk komt uit Open- baring 1 vers 4b en 5a: ‘Genade zij u en vrede van Hem Die is, en Die was, en Die komen zal; en van de zeven Geesten Die voor Zijn troon zijn; en van Jezus Christus, Die de getrouwe Getuige is, de Eerstge- borene uit de doden, en de Overste van de koningen der aarde’. Deze zegengroet heeft een liturgisch doel: de zegengroet van de drie-enige God voor de bruidsge- meente.

Genade

Lezer(es), beseft u weleens hoe ontzaglijk rijk deze zegengroet aan het begin van de predikdienst is? Het eerste woord dat een albederver, thuis meeluisterend of in de kerk, zou moeten horen is: ‘vervloekt is een iegelijk die niet blijft in al hetgeen geschreven is in het boek der wet’. Bent u er nooit eens bang voor geweest dat u met de vinger zou worden aangewezen en weggewezen? Dat zou toch rechtvaardig zijn, voor of na ontvangen genade? Maar nu is het alsof de Heere Zijn liefdeshart wil openleggen aan het begin van de ere- dienst. Beide kernwoorden ‘genade’ en ‘vrede’ liggen verankerd en gewaarborgd in de Goddelijke liefde van de Afzenders. Van de Vader, Die verkoren heeft tot genade en vrede; van de Zoon, Die genade en vrede verworven heeft; van de Heilige Geest, Die genade en vrede toepast.

In de ‘langere’ groet wordt nadrukkelijk gewezen op de eeuwige God en Vader: Die is, Die was, Die komen zal. Vervolgens op de volheid van de Heilige Geest: de zeven Geesten. Als laatste worden de drie amb ten van de Middelaar genoemd: Profeet, Priester en Koning. Verwondering blijft over als we zo mogen luisteren naar de zegengroet.

(volgende week deel 3:

de Tien geboden en de Twaalf artikelen)


ds. B. Labee, Veenendaal

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 april 2021

De Saambinder | 24 Pagina's

Votum en groet

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 april 2021

De Saambinder | 24 Pagina's