Schoner dan de mensenkinderen
Ds. Labee over:
Steeds meer hoor ik de uitdrukking ‘de Schoonste onder de mensenkinderen’. Maar is dat terecht? Psalm 45 zegt toch wat anders?
Schoonheid van de Middelaar
Het is al een ‘oude’ gewoonte om de uitdrukking ‘Schoonste onder de mensen- kinderen’ te gebruiken als Naam van de Middelaar. Op 16 juni 1637 schreef ds. S. Rutherford in een brief: ‘O, dat ik degene mocht zijn die mijn Heere lof kon toebren- gen, onstuitbaar als een machtige zee, als een geweldige wind op alle vier hoeken van Schotland, Engeland en Ierland. O, dat ik een boek zou kunnen schrijven dat over- vloeide van Zijn eer! O Schoonste onder de mensenkinderen, waarom toeft Gij zo lang? O hemellichamen, snelt voort! O tijd, ga haastig voorbij en breng de dag van de brui- loft spoedig dichterbij, want uitstel is een kwelling voor de liefde. O engelen, serafijnen, die voor Zijn aangezicht staan, o gezegende geesten, die Hem nu mogen zien, verhoogt Hem! Als gij uw harpen hebt versleten met het groot maken van Hem, als gij de geur van de lof van die schone Bloem, die welriekende Roos van Saron, over vele werelden hebt verspreid, o, dan hebt gij nog te weinig, ja, nog niets gedaan’.
Maar de vraagsteller heeft gelijk dat we de uitdrukking in de Hei- lige Schrift niet vinden. De bruid, de gemeente van Jezus Christus, wordt de ‘schoonste onder de vrouwen’ genoemd (Hgl. 1:8). Onze vaderen tekenden daarbij onder meer aan in kanttekening 36: ‘gij schone onder de vrouwen, dat is, gij, die de schoonste zijt. Aldus spreekt de engel tot de heilige jonkvrouw Maria: Gij zijt gezegend onder de vrouwen, dat is, de allergezegendste, of meer gezegend dan andere vrouwen (…). De kerke Gods wordt de schoonste ge- noemd omdat zij door Jezus Christus’ bloed en Geest gewassen en gezuiverd is van al haar zonden en begiftigd met allerlei schone geestelijke deugden, alhoewel in zichzelve zijnde van nature lelijk en verachtzaam’.
De bruid mag vervolgens ook de heerlijkheid van haar Brui- degom uitzingen: ‘Mijn Liefste is blank en rood, Hij draagt de banier boven tienduizend. Zijn hoofd is van het fijnste goud, van het dichtste goud; Zijn haarlokken zijn gekruld, zwart als een raaf. Zijn ogen zijn als der duiven bij de waterstro- men, met melk gewassen, staande als in kasjes der ringen. Zijn wangen zijn als een beddeken van specerij, als welriekende torentjes; Zijn lippen zijn als leliën, druppende van vloei- ende mirre. Zijn handen zijn als gouden ringen, gevuld met turkoois; Zijn buik is als blinkend elpenbeen, overtogen met saffieren. Zijn schenkelen zijn als marmeren pilaren, gegrond op voeten van het dichtste goud; Zijn gestalte is als de Li- banon, uitverkoren als de ceders. Zijn gehemelte is enkel zoetigheid, en al wat aan Hem is, is gans begeerlijk. Zulk een is mijn Liefste, ja, zulk een is mijn Vriend, gij dochteren van Jeruzalem’ (Hgl. 5:10-16).
Uiteindelijk leert ons Gods Woord met Psalm 45 vers 3a: ‘Gij zijt veel schoner dan de mensenkinderen’. In dit bruiloftslied kijkt de dichter dan ook meteen over alle mensen heen. Ja, als dat wat leeft in de ziel van een ware christen kunnen we begrijpen dat de uitdrukking ‘Schoonste onder de mensenkinderen’ eigenlijk te ‘laag’ inzet naar de mening van de vraag- steller. Berijmd zingen we het zo treffend:
‘Beminlijk Vorst, Uw schoonheid, hoog te loven,
Gaat al het schoon der mensen ver te boven;
Genâ is op Uw lippen uitgestort,
Dies G’ eeuwiglijk van God gezegend wordt’ (Ps. 45:1b).
Waarde van de Middelaar
De vraag blijft over of we ooit iets hebben gezien van de schoonheid van déze Middelaar. Jesaja beleed van Hem: ‘Hij had geen gedaante noch heerlijkheid; als wij Hem aanzagen, zo was er geen gestalte dat wij Hem zouden begeerd hebben. Hij was veracht en de onwaardigste onder de mensen, een Man van smarten en verzocht in krankheid; en een iegelijk was als verbergende het aangezicht voor Hem; Hij was veracht, en wij hebben Hem niet geacht’ (Jes. 53:2b,3). Het ‘na- tuurlijk’ oog ziet namelijk geen waarde in Jezus. Maar het oog van het geloof mag onuitsprekelijke schoonheid zien in Hem. Lezer(es), zag u de afzichtelijkheid van uw/jouw bestaan én de schoonheid van deze Jezus (bij aanvang en voortgang) in Zijn Namen, ambten, staten, naturen en weldaden?
Vraag?
Heb jij/hebt u ook een vraag? Mogelijke vragen over onderwerpen binnen de doelstelling van De Saambinder kun jij/kunt u mailen naar ds. B. Labee of hem per post toezenden (zie colofon). Er volgt -zo mogelijk- altijd een reactie.
Echter alleen als de redactie het waardevol acht voor de lezers, volgt een antwoord op jouw/uw vraag in een nummer van De Saambinder.
Graag wel wat geduld. Er liggen nog tientallen vragen op een reactie te wachten.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 juni 2021
De Saambinder | 20 Pagina's