De zaligsprekingen [23]

Het vijfde. Als mensen meer vreugde hebben in het verfraaien van de tafel dan in het voedsel, is dat er een blijk van dat ze geen geestelijke honger hebben. Dat zijn de mensen die het in de predi- king meer om de sierlijkheid en de theorie te doen is dan om iets degelijks. Het getuigt van een kieskeurig gehemelte of van een overvoede maag als men salades en liflafjes eet en gezond voed- sel laat staan. Indien iemand niet instemt met gezonde woorden, die is opgeblazen en weet niets (zie 1 Tim. 6:3, 4). De eenvoudigste waarheid heeft haar schoonheid. Wie er alleen maar naar verlangt zich in zijn fantasie te verlustigen, heeft geen geestelijke honger.

Het zesde. Wie aan andere dingen de voorkeur geeft boven de gerechtigheid, aan welzijn en ontspanning, geeft er blijk van dat hij helemaal niet naar de gerechtigheid hongert. Als een jongen op straat speelt terwijl hij aan tafel moet zitten, is dat er een blijk van dat hij geen zin heeft in zijn eten. Als hij honger had, zou hij zijn spel niet verkiezen boven zijn eten. Zo is het ook als mensen ijdele dingen verkiezen die geen nut doen bóven het bloed van Christus en de genade van de Geest. Het is er een blijk van dat ze geen smaak hebben van de hemelse dingen en er geen trek in hebben.

Het zevende. . Als mensen meer belangstelling hebben voor dis- cussies over de godsdienst dan voor de praktijk ervan, is dat er een blijk van dat ze geen geestelijke honger hebben. Iemand dacht dat hij in een droom een groot feestmaal zag en dat sommigen op harde stenen zaten te bijten. Als mensen zich alleen maar voeden met moeilijke kwesties en strijdpunten (1 Tim. 6:3,4), is dat als bij sommigen van de scholastici, die hun ‘utrums’* en onderscheidin- gen hebben. Dat zijn vragen als: Mag iemand van doen hebben met een ander die het werk der genade niet in zijn hart heeft? Moet iemand zich afscheiden van een kerk in geval van wanbe- heer? Hoe moeten we over de kinderdoop denken? Enzovoort.

Als deze subtiele dingen en aanmerkingen in de godsdienst zich meester maken in het hoofd van mensen, en zij het geloof en de heiligheid verwaarlozen, pakken ze de botjes en voeden ze zich niet met het vlees. Sceptici in de godsdienst hebben hete hoof- den, maar koude harten. Als de mensen hongerden en dorstten naar de gerechtigheid, zouden ze zich vragen stellen als: Wat moeten we doen om zalig te worden? Hoe zullen we onze roeping en verkiezing vastmaken? Hoe zullen we onze verdorvenheden doden? Maar als ze hun tijd verknoeien met oppervlakkige twist- gesprekken, dan roep ik de hemel tot getuige dat ze vreemd zijn aan deze tekst. Zij hongeren en dorsten niet naar de gerechtig- heid.

*) Een utrum dient tot inleiding van een directe of indirecte, twee- ledige vraag: ’Welke van de twee is het?’

(wordt vervolgd)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen