Wat Is "offeren"?
Begrippen Uit Het Geloofsleven Uitgelegd
‘En Noach … offerde brandoffers op dat altaar’. Genesis 8:20
In het Oude Testament komen we op allerlei plaatsen een offer tegen. Zo lezen we al in Genesis 4 dat Kaïn en Abel de Heere een offer hebben gebracht. Waarschijnlijk hadden ze dat geleerd van hun ouders en díe hadden het offer ontvangen van de Heere Zelf. We lezen immers in Genesis 3 vers 21 dat de Heere hun kleren gaf van dierenvellen.
Verder in de Bijbel komen we het offer tegen bij Abraham die in Kanaän een al taar voor de HEERE bouwde. Ook bij Izak en Jakob lezen we over het offeren van dieren voor God. Later in de Bijbel krijgt het volk Israël een uitvoerige offerdienst. We kunnen erover lezen in het boek Leviticus. En weer later werden er in de tabernakel en in de tempel dagelijks offers gebracht. Meestal is het offer het slachten en verbranden van een dier. Wat een onvoorstelbare hoeveelheid dieren is er in de loop der eeuwen geofferd!
Het offer had bij de aartsvaders en in het volksleven van Israël een belangrijke plaats. Abraham, Izak en Jakob offerden regelmatig, misschien wel elke dag, een offer aan de Heere. Bij hun tent was een offerplaats waar men samenkwam. Daar werd dan geofferd, gebeden en gesproken. Ongetwijfeld heeft Abraham bij de offers verteld over de belofte en het komende heil. God had hem grote beloften gedaan (Gen. 12:1-3). Hij zou tot zegen zijn voor alle geslachten op de aarde. Een belofte met een immense betekenis. Ook kwamen de Israëlieten samen bij de tabernakel en de tempel om getuige te zijn van het offer en een zegen te ontvangen.
Er zullen heel veel mensen zijn geweest die het offer hebben gezien. Soms vonden ze het misschien wel jammer van zo’n ‘volkomen’ dier. Er werden door de Israëlieten soms ook wel minder goede dieren gebracht (Mal. 1:8). Maar waar ging het nu om in al die brandoffers? Het goede antwoord wordt al in Genesis 4 vers 4 gegeven: ‘De Heere zag Abel en zijn offer aan’. En waarom zag God Abel en zijn offer aan? Het offer van Abel was voor God aangenaam ‘vanwege zijn geloof, ziende op de offerande van de beloofde Messias’ (kanttekening 10). Abel zag op Christus en Zijn offer. Zo heeft Abraham geofferd. Zo heeft Izak al op jonge leeftijd gehoord van de stervende Chris tus. En zo heeft Jakob, reeds vanaf zijn prille jeugd, uitgezien naar de komende en Zichzelf offerende Zaligmaker.
Elk brandoffer in Israël was een heenwijzing naar Golgotha en naar het priesterlijke werk van Christus. Dat hebben de gelovigen in het Oude Testament gezien en om helsd, en daardoor waren ze aangenaam voor God.
Zeg, heb jij dat volbrachte werk van Christus al nodig? Alleen door het ware geloof in Christus staat namelijk een verloren mens recht voor God. Dat wil de Bijbel vanaf Genesis 3, door de offers, ons duidelijk maken.
ds. W. Visscher, Amersfoort
In de rubriek Goed Begrepen leggen ds. J. Schipper en ds. W. Visscher wekelijks een geloofsbegrip uit. De rubriek is bedoeld voor jongvolwassenen, in de leeftijd van ongeveer 20 tot 40 jaar. Kinderen mogen ook meelezen. Ouders en grootouders ook.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 juni 2021
De Saambinder | 20 Pagina's