Jona’s weg
‘Maar Jona maakte zich op om te vluchten naar Tarsis, van het aangezicht des HEEREN; en hij kwam af te Jafo, en vond een schip, gaande naar Tarsis, en hij gaf de vracht daarvan en ging neder in hetzelve om met henlieden te gaan naar Tarsis, van het aangezicht des HEEREN’. Jona 1:3Wat is Jona een gelukkig mens. Hij is een kind van God. Dat gelooft u toch wel? Als knecht van God is Hij door de Heere zo duidelijk geroepen om naar de grote stad Ninevé te gaan.
Wat een kostelijke opdracht! Er is immers geen treffelijker werk dan goed van God te spreken, zelfs voor de goddeloze Nine- vieten. We zouden denken dat er nu staat: ‘En Jona maakte zich op om in gehoor- zaamheid naar Ninevé te gaan’. Nee, dat staat er niet. We lezen: ‘Maar…’ Dat ellen- dige woord kant zich altijd tegen God en Zijn Woord. Dat tegenspreken kunnen wij en onze kinderen ook zo goed.
Jona wil niet. Als kind van het verbond zondigt hij tegen de geopenbaarde wil van God. Daarmee zinkt hij dieper weg dan de Ninevieten, die Gods Woord niet kennen. Hebt u daar weleens aan gedacht? Wij, kerkmensen, zijn erger dan de wereld.
Genadig en barmhartig
Wat is de reden waarom Jona ongehoor- zaam is? Niet omdat hij verwacht dat het tevergeefs is om naar Ninevé te gaan. Niet omdat de reis veel te lang en te ver- moeiend voor hem zou zijn. De oorzaak beschrijft hij zelf in Jona 4 vers 2: ‘Ik wist dat Gij een genadig en barmhartig God zijt, lankmoedig en groot van goedertie- renheid, en berouw hebbende over het kwaad’. Onbegrijpelijk, zegt u. Laat hij al die mensen zomaar verloren gaan? Wacht, laat de stenen maar liggen. Hoe is het met uw bewogenheid? Is dat hardvochtige hart van Jona ook niet bij ons te vinden? Gelukkig is er één Profeet geweest, Die voor Zijn vijanden bad en in het bitterste lijden uitriep: ‘Vader, vergeef het hun!’ Het leert ons dat de zaligheid niet afhangt van een mens.
Als Jona afdaalt naar de kust, naar de havenstad Jafo, ligt daar al een schip voor hem gereed. Wat gaat het hem voor de wind. Is dat een zegen? We kunnen dat soms denken. Dan redeneren we: ‘Ik mag toch wel zien en geloven dat dit Gods weg is, want het komt me zo goed uit’. Maar dat loopt meestal verkeerd af en met al onze voorspoed reizen we steeds verder bij God vandaan.
Onderhandeld over de terugreis
De zeereis die Jona wil maken, kost veel geld. Misschien moet Jona er wel alles voor overhebben, net als de verloren zoon. Het is ook geen retourtje dat hij koopt.
Wat is dat een zaak! Jona zal de terugreis nooit kunnen betalen. Toch zal die weglo- per door de Heere worden teruggehaald. Dat kan alleen omdat er in de eeuwigheid over de terugreis van weglopers onder- handeld is. Ook al is Jona hoe langer hoe meer de diepte ingegaan, ook al bent u al tachtig jaar op weg naar Tarsis, God laat ook vandaag preken dat er voor ieder mensenkind in Christus nog een weg terug is. Héden, want morgen kan het te laat zijn.
(wordt vervolgd)
Vragen:
1. Waarom is het zo erg dat Jona weigert naar Ninevé te gaan?
2. Wat betekent het dat Jona de terugreis niet kan betalen?
3. Welke boodschap blijft er over voor een onwillige Jona en voor ons?
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 augustus 2021
De Saambinder | 20 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 augustus 2021
De Saambinder | 20 Pagina's