Om vriend en broederen

Zo mocht dat op maandag 6 september door Gods goede hand ook weer ervaren worden. 55 ambtsbroe- ders waren aanwezig. Een aantal dat steeds weer tot blijdschap strekt. Dat geldt zeker ook de trouw van de jongere ambtsbroeders.

Vorig jaar was het door de nog sterkere coronadreiging helemaal niet mogelijk geweest om samen te komen. Deze maal kon het samenzijn vanwege de nog steeds geldende zorgvuldigheids- maatregelen niet op het gebruikelijke adres aan de Rotterdamse Boezemsingel gehouden worden. Daardoor misten we de goede zorgen van het echtpaar Bal. Nu waren we uitgeweken naar het centraal gelegen Gouda, waar we door koster W. Buis en zijn hel- pers even gastvrij werden onthaald.

Intro

De oudste nog in de volle bediening staande predikant is de voorzitter. Daarom is de leiding al jaren in de goede handen van ds. L. Blok. We zingen onder orgelbegeleiding van de secretaris-penningmeester, ds. C. Hogchem, Psalm 25:2 en 6. De Schriftlezing is in verband met het thema van de bezinning het laatste gedeelte uit Matthéüs 28. Na het openingsgebed volgt een broederlijk welkom. Aan het adres van de aan- wezige drie kandidaten klinkt de oproep tot trouwe opkomst in de toekomst. Want eenmaal per jaar is dat eigenlijk een morele plicht.

Vervolgens wordt het een en ander geme- moreerd, in meeleven met elkaar. In zorg en ziekte passeren de namen van verschil- lende emeritusbroeders: de predikanten G. Mouw, Van Gelder, Gunst en Vermeij. Van acht collega’s wordt het bericht van verhindering gemeld. Een bericht, dat vaak vergezeld gaat van broederlijke groeten en een zegenwens.

Kinderdoop

Het thema dit jaar was: de kinder- en vol- wassendoop. Ds. D. de Wit nam het eerste onderwerp voor zijn rekening. Aan de hand van een uitgereikte samenvatting nam hij ons mee in deze thematiek, die in het verleden helaas veel verdrietige strijd gegeven heeft. Daarom was het een vera- deming dat er zo onbevangen en positief over gesproken kon worden. Daarbij blijkt het formulier zijn samenbindende functie te hebben. Het blijkt van wezenlijk belang dat dit onderwijs van de Kerk der eeuwen door ambtsdragers en gemeenteleden wordt gekend en beleefd.

De inleider nam als uitgangspunt het gegeven dat een sacrament de genade sterkt, en nooit werkt (HC, antw. 65). Ver- volgens dat God Zijn verbond in de Heilige Doop verzegelt. Niet meer en ook niet minder. Wanneer we over het genadever- bond spreken, is het zo fundamenteel om het onderscheid tussen wezen en bedie- ning helder te hanteren. De bediening waaronder alle gedoopten mogen leven. Het wezen, waarin alle uitverkorenen zijn begrepen. Ds. G.H. Kersten is ons daarin profetisch voorgegaan. We komen slechts op één manier van de bediening in het wezen, namelijk door wedergeboorte. Dit vraagt helder formuleren, opdat we aan de waarachtigheid van beide niet tekort doen.

Wat deed het goed te horen hoe ds. De Wit ‘een kreet van zijn hart slaakte’, in stille verwachting voor onze nakomelingen.

Volwassendoop

Ds. M.T. Al-Chalabi nam ‘de volwassen- doop’ voor zijn rekening. Hij benaderde die vooral praktisch en pastoraal. Dit ligt voor de hand, gezien het feit dat hijzelf door ds. W. Harinck volwassen is gedoopt in de gemeente van Bodegraven. Hij maakte ons deelgenoot van de worsteling met deze vijf vragen, naar het geloof in God, het leedwezen over de zonde, het geloof in de Zaligmaker, naar de leer (met de belofte om deel te nemen aan het Heilig Avond- maal) en de wandel. Dat zijn klemmende persoonlijke vragen.

Ds. Al-Chalabi vertelde hoe pastoraal hij destijds door de ambtsdragers van Bode- graven was begeleid. Hoe hij niet wist hoe deze vragen te beantwoorden, maar dat het onhoudbaar werd voor hem om als ongedoopte verder te leven. Met de duidelijke onderscheiding dat het bij de Heilige Doop gaat om een verbondsteken en niet om een geloofsteken. Nooit mag de zelfbeproeving ontbreken. Ook moeten we volwassenen die gedoopt (wensen te) worden niet naar het Heilig Avondmaal jágen. Het bleek ook zo waar geweest te zijn: na de doopbediening even vrede gehad, en daarna nameloos arm geworden. Eigenlijk gelden die vijf vragen alle gemeenteleden en allen die belijdenis doen. We moeten eerlijk vasthouden aan het formulier en daar niets in veranderen door eigen criteria, want het formulier loopt uit op de rijke zegenbede: ‘De goede en grote God verlene goedertierenlijk tot deze uw heilig voornemen Zijn Goddelijke genade en zegen, door onze Heere Jezus Christus. Amen’.

Afsluiting

Er volgde een geanimeerde discussie, die er onder meer toe leidde dat het thema voor volgend jaar al bekend werd: de uitleg van Dordtse Leerregels, hoofdstuk 1, paragraaf 17, de troost bij jongstervende kinde- ren. Dat zal Deo volente op 5 september 2022 door ds. A. Schot dogmenhistorisch worden ingeleid en door ds. A.T. Huijser pastoraal. Voor de studiedag van de Theo- logische School werden we gevraagd om 23 mei te reserveren. Het was een goede dag in Gouda.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen