Wat zijn kromme wegen?

Zo trok God eeuwenlang een lijn door de geschiedenis. Van geslacht tot geslacht. Totdat ten slotte de ware Verlosser geboren werd, Jezus Christus, de Zoon van God.

Er zijn echter wel kromme wegen door de geschiedenis heen. Sarai is onvruchtbaar en krijgt geen kind. Dat geeft uiteraard veel vragen. De Heere geeft een belofte, maar de vervulling lijkt niet te komen. Abram en Sarai zullen er veel over gesproken hebben. Reken ook maar dat de satan geprobeerd heeft om hen aan het twijfelen te brengen. Gods weg is niet de gemakkelijkste weg.

Sarai, een geloofsheldin (Hebr. 11:11), heeft een plan. Naar de gewoonte van die tijd zal Abram bij een slavin een zoon verwekken. Dan komt dit kind op naam van Sarai. Hoe moeten we hierover oordelen? Sommigen zijn er snel klaar mee. Het is ongeloof van Sarai en Abram en het heeft voor veel ellende gezorgd. Toch ligt het wel wat genuanceerder. Onze kanttekeningen wijzen daarom op een aantal zaken.

In de eerste plaats is er bij Sarai een hartelijk verlangen naar ‘het beloofde Zaad’. Zoals steeds weer in het Oude Testament keken de vromen gelovig uit naar de komst van de Messias. Achter dit verlangen zat bij Sarai niet uitsluitend de begeerte naar een kind, maar ook het gelovige verlangen naar de komende Verlosser. Weliswaar is haar handelen niet zonder zonde, maar er is ook oprecht geloof in haar ver- langen. Later zien we dit ook bij Rebekka en Jakob. De zegen was door God beloofd aan Jakob en hun wijze van handelen was, hoewel zondig, niet zonder geloof (zie kanttekening 24 op Genesis 27:19).

In de tweede plaats wijst de kanttekenaar er ook op dat Sarai handelde ‘zonder God te vragen’. Kennelijk hebben Abram en Sarai niet eerst naar Gods wil gevraagd. Ze hebben vergeten te bidden. Dat komen we meer tegen in de Bijbel. We weten dat David overspel pleegde met Bathseba. Hij zal die morgen mogelijk niet gebeden hebben. Gods kinderen hebben geen volkomen geloof en daarom kunnen ze op allerlei terreinen ernstig verdwalen. Dat zien we ook hier. Daarom is het nodig om voort- durend Gods geopenbaarde wil te overdenken en daarna te handelen.

We zien in het handelen van Sarai geloof en ongeloof door elkaar vermengd. Is dat niet vaak de toestand van veel van Gods kinderen? Wel erg als we nooit eens gelovig op de Heere mogen zien. Daarvoor is wederbarende genade nodig. Maar het is ook erg als we de worsteling met het ongeloof niet kennen. Dan is het maar de vraag of we de weg van Gods kinderen verstaan.

Tenslotte nog iets. In het avondmaalsformulier belijden Gods kinderen dat ze geen volkomen geloof hebben. Christus echter heeft nooit geaarzeld en nooit gewankeld. Ook het ongeloof van Zijn kinderen heeft Hij gedragen. Daarom zag Sarai uit naar het beloofde Zaad.

In de rubriek Goed Begrepen leggen ds. J. Schipper en ds. W. Visscher wekelijks een geloofsbegrip uit. De rubriek is vooral bedoeld voor jongvolwassenen, in de leeftijd van ongeveer 20 tot 40 jaar.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen