De zaligsprekingen [37]

Over de reinheid van het hart

We noemden de eerste reden waarom de reinheid vooral in het hart moet zijn. Er zijn nog twee redenen voor.

Ten tweede. Wij moeten vooral het hart rein bewaren, omdat het hart de belangrijkste plaats is waar God Zijn woning heeft. God woont in het hart. Hij neemt bezit van het hart als Zijn eigen woning (Jes. 57:15; Ef. 3:17). Daarom moet het rein en heilig zijn. Het paleis van een koning moet voor vervuiling bewaard worden, vooral zijn audiëntievertrek. Wat moet dat een gewijde ruimte zijn! Als het lichaam de tempel van de Heilige Geest is (1 Kor. 6:19), dan is het hart het heilige der heiligen. O, wacht u zich ervoor de kamer te verontreinigen waar God zal komen. Laat die kamer gereinigd worden met heilige tranen!

Ten derde. Het hart moet vooral rein zijn omdat het hart alles heiligt wat wij doen. Als het hart heilig is, is alles heilig: onze gene- genheden zijn heilig en onze plichten zijn heilig. Het altaar heiligt de gave (Matth. 23:19). Het hart is het altaar dat het offer heiligt. De Romeinen beschermden hun bronnen opdat ze niet vergiftigd zouden worden. Het hart is de bron van al onze daden. Laten wij die bron beschermen, zodat die niet vergiftigd wordt. Wees rein van hart!

De ware reinheid van de ziel getoond

Zie hier de schoonheid waardoor de ziel in Gods oog wordt getooid, namelijk door de reinheid van hart. Hoe mooi u ook bent, toch bent u een geestelijk melaatse zolang u niet rein bent van hart. God bemint het reine hart omdat Hij daarin Zijn eigen beeld getekend ziet. Heiligheid is een lichtstraal van God. Zij is de heerlijkheid van de engelen. Neem de reinheid weg van een engel, en hij is niet langer een engel, maar een duivel. Als u rein van hart bent, straalt de heerlijkheid van de engelen in u. U draagt het borduurwerk en het vakmanschap van de Heilige Geest. Het reine hart is Gods paradijs waarin Hij met vreugde wandelt. Het is iets minder dan Zijn hemel. De duif geniet van de zuiverste lucht. De Heilige Geest, Die neerdaalde in de gedaante van een duif, schept behagen in de reinste ziel. God spreekt over de reinen van hart als over Sion, in Psalm 132:14: ‘Dit is Mijn rust tot in eeuwig- heid, hier zal Ik wonen’.

Wie rein van hart is, is de bruid van Christus, bedekt en getooid met de juwelen van de heiligheid. Hooglied 4:9: ‘Gij hebt Mij genomen met één van uw ogen’. Uw ogen – dat wil zeggen: uw genade- gaven. Zij hebben als een parelsnoer Mijn hart tot u getrokken. Van alle harten bemint God het reine hart het meest. U die zich kleedt bij de spiegel van het Woord en de ‘verborgen mens van uw hart’ tooit (1 Petr. 3:4), bent zeer dierbaar in Gods oog, ook al hebt u ‘tedere ogen’ als Lea, en bent u kreupel als Mefiboseth..

(wordt vervolgd)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen