Jona’s weg in de diepte

Van een vis weet Jona niet af. Hij heeft maar één verwachting. De zee zal zijn graf worden en de Heere zal hem, de rebel, rechtvaardig oor- delen. Het is voor hem een verloren zaak. Dan gaat God doen wat niet kan. Hij redt waar geen redding mogelijk is. Er staat: ‘De HEERE nu beschikte een groten vis’, zoals Hij ook het schip, de storm en het lot, dat de zeelieden wierpen, beschikte.

Ziet u Gods almacht? Als de Heere wil dat Jona naar Ninevé gaat, moet alles meewer- ken. Bij God zijn geen onmogelijke dingen. Hem staan alle middelen ter beschikking om een mens op zijn plaats te krijgen. Wat een troost voor ellendige zondaren!

Een andere dood

Als Jona in de golven verdwijnt, is daar de grote walvis. Met één hap is het gebeurd en weg is Jona. Weer komt hij van de ene in de andere dood. Nu zal hij niet in de golven, maar in de buik van de vis zijn graf vinden. Wat zal dat voor Jona geweest zijn! Drie lange dagen en drie lange nachten zit hij opgesloten in de vis. Het is toch onmogelijk dat Jona na die tijd nog zal leven. Maar voor Jona komt de dood niet. Waarom niet? Omdat de Heere de dagen telt. Hij weet hoelang de beproeving voor de Kerk moet duren. Niet te kort, want dan is de verlossing geen wonder meer. Maar ook niet te lang, want dan zal de Kerk in de wanhoop verstikken. Nee, Jona zal niet omkomen, maar op Gods tijd gered worden, want hij is met Middelaarsbloed gekocht. Wat is Jona hier een voorbeeld van Christus, Die drie dagen in het hart van de aarde geweest is.

Wonderlijk bidvertrek

Ook in de diepte van de zee vergeet de Heere Jona niet. Alleen daarom wordt Jona een bidder. In de buik van de vis krijgt hij een bidvertrek. Zo krijgt elk van Gods kinderen een plaats in het verborgene. Kunt u het plekje aanwijzen, waar u voor God leerde buigen? Waar werd het waar- heid in uw ziel?

Jona krijgt ook gebedsgenade. Voor bidden is immers genade nodig. Toen Jona op commando van de opperschipper moest bidden, kwam er geen woord uit zijn mond. In de buik van de vis, op de rand van de hel, schenkt God hem een gebed. Hij bidt tot de HEERE zíjn God. Dát is een wonder! Zijn God! Kunt u dat begrij- pen? Nee, dat is niet te begrijpen. Jona krijgt mét de gebedsgenade ook geloof. Dan heeft hij niets meer in te brengen en niets meer te willen. Dan ligt hij zo gemakkelijk in het ingewand van de vis, hoe omstrengeld en benauwd het ook is. Hoewel hij geen kant uit kan, heeft hij het in tijden niet zo ruim gehad.

Zo schenkt de Heere Zijn Kerk soms op de wonderlijkste plaatsen verrui- ming en gebed. O, eeuwig wonder: de HEERE mijn God!

(wordt vervolgd)

Vragen

1. Welke troost is er voor ellendige zondaren als ze lezen over Jona en de vis?

2. Jona zal en kan niet omkomen. Waarom niet?

3. Op welke wonderlijke plaatsen kan God verruiming en gebed geven?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen