Jona’s gebed uit het ingewand van de vis
Jona heeft in de buik van de vis een kostelijke plaats gekregen.
‘En hij zeide: Ik riep uit mijn benauwdheid tot den HEERE, en Hij antwoordde mij; uit den buik des grafs schreide ik, en Gij hoordet mijn stem. Want Gij hadt mij geworpen in de diepte, in het hart der zeeën, en de stroom omving mij; al Uw baren en Uw golven gingen over mij heen’. Jona 2:2 en 3
Kunt u op zo’n plaats niet jaloers zijn? Dat geloof ik, want we zijn benauwd voor de door God geschonken benauwdheid. Toch is er geen betere gave uit het genadeverbond, want die voert tot God en wordt opgelost door God. We zien er ook de liefde van Christus in. Hij vernederde Zich tot in de allerdiepste delen van de aarde om een gebeds- plaats, gebedsgenade en oprechtheid van het hart te verwerven en mee te delen. Voor wie? Voor een brullende leeuw en een briesend paard, voor spotters, vloekers en verachters van de Heere.
De tijd geëindigd
Er staat dat Jona roept uit de buik van het graf. Hij is dus begraven. De tijd is voor hem geëindigd en in de tempel zal hij nooit meer komen. Op genade kan hij niet meer hopen, zo ver is hij van de Heere verwij- derd. Wat wordt in de diepte de zonde en de ongehoorzaamheid bitter. Jona heeft zich het oordeel dubbel waardig gemaakt. Kent u ook zo’n plaats in de diepte? Maar God weet van zulke verbroken en verne- derde dag- en nachtroepers, zulke klagers en schreiers af. Vraag toch om de genade die Jona, de rebel, ontvangen heeft. ‘Want Gij hadt mij geworpen in de diepte’, lezen we. Niet de heidense zeelieden, maar God heeft het gedaan. Het is Zijn rechtvaardige hand over Jona. Dat geeft moed, want als de Heere het niet deed, ging er nooit één ten onder om in die weg behouden te worden. Dan zouden we alle- maal voor eeuwig wegzinken. Misschien vraagt u hoe diep het gaan moet. Wel, zó diep totdat een mens het op- en overgeeft. Naar Zijn wijsheid heeft de Heere daar bij de één een heel andere weg voor dan bij een ander.
Antwoord van de Heere
Weet u wat zo’n wonder is? Jona krijgt ant- woord van de HEERE, de Verbondsjehova, Die nooit herroept hetgeen Hij eenmaal heeft gesproken. God kan van Jona niet af. Hij heeft Zijn eer verbonden aan de red- ding van zulke ellendige roepers. Dat heeft Christus het leven gekost.
‘Gij hoordet mijn stem’, zegt Jona. De Heere hoort zijn geroep.
Wat hoort de Heere bij u, bij jullie? Een bedroefde jongen? Een bedroefd meisje? Een man of een vrouw die God kwijt is? Houd maar aan in die oprechte nood, ook al komt de hel erop af. Maar als er niet méér is, is het nog eeuwig kwijt. De Heere zal ook antwoorden. Hij hoort én verhoort het gebed.
Hij Die Christus níet verhoorde, houdt Zich voor Jona wel een ogenblik stil, maar niet voor eeuwig. God kan zo’n bidder niet ver- loren laten gaan. Het geroep kan Hij niet onbeantwoord laten. Waarom niet? Omdat de grote Voorbidder in de hemel niet ophoudt met bidden totdat Hij al de Jona’s uit de diepte van de zonde op de kust van de eeuwige behoudenis gebracht heeft.
Vragen
1. Welke betekenis heeft het verblijf van Jona in de buik van de vis?
2. ‘Want Gíj hebt mij geworpen in de diepte’. Waarom geeft dat moed?
3. Waarom is het niet genoeg dat de Heere het geroep hoort?
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 oktober 2021
De Saambinder | 20 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 oktober 2021
De Saambinder | 20 Pagina's