Genade in het oordeel
Wat een uitnodigende en lieflijke woorden. En tegelijkertijd zijn het scherpe en ontdekkende woorden. Zo moet je het wel zeggen bij deze woorden van de profeet Jesaja.
Komt dan, en laat ons tezamen rechten, zegt de HEERE; al waren uw zonden als scharlaken, zij zullen wit worden als sneeuw; al waren zij rood als karmozijn, zij zullen worden als witte wol. Jesaja 1:18
Het uitnodigende en lieflijke merk je direct aan het begin: Komt dan, komt toch. De HEERE nodigt in deze tekst mensen uit. Hij roept hen toe om tot Hem te komen en samen te rechten. De HEERE nodigt er toe uit om samen te spre- ken, om samen te overleggen.
De Naam van de HEERE staat met hoofdletters. We weten dat dit de Naam is van de Jehova, de Verbondsgod. In deze Naam heeft de HEERE Zich aan het volk van Juda verbonden in Zijn blijvende trouw en genade om Jezus’ wil. In verleden, heden en toekomst was, is en blijft Hij Dezelfde.
In deze Naam komt ook Gods rechtvaardigheid en heiligheid naar voren. Hij kán daarom met de zonde en de zondaar als zodanig geen omgang of gemeenschap hebben. Tegelijkertijd komt in deze Naam ook Gods barmhartigheid en genade naar voren. Hij heeft het goede met mensen voor. Hij heeft het behoud en de zaligheid van mensen op het oog. Hij wacht soms al zo lang om genadig te zijn. Hij gaf Zijn wetten om naar te leven. Hij gaf Zijn Evangelie waarin de weg van de zaligheid wordt aangewezen. Nu zouden we misschien verwachten dat het volk van Juda hier dan aangewezen wordt als volk van het verbond. Het is echter zo anders. Vers 4 heeft het over ‘het zondige volk, het volk van zware ongerechtigheid, het zaad der boosdoeners, de verdervende kinderen’. En in vers 10 staat het nog scherper: het zijn oversten van Sodom, volk van Gomorra. Zeker, het volk is in uiterlijke zin alleszins godsdienstig. De mensen doen wel alsof zij de Heere dienen, maar in de praktijk van hun leven blijkt dat het anders is. Daarom lezen we in Jesaja 1 op verschillende plaatsen dat de HEERE van al deze godsdienstige bezigheden zoveel verdriet heeft. Wat zou de HEERE van óns godsdienstig leven moeten zeggen? Geldt het ook ons: dit volk nadert Mij wel met de lippen, maar hun hart houden zij ver van Mij? Dan wordt het zo’n wonder dat de HEERE tegen zulke mensen zegt: ‘Komt dan, en laat ons tezamen rechten’.
Het doel gemist
Want de HEERE laat in onze tekst horen dat er bij Hem vergeving is van zonden. Het is zonde in de diepste betekenis van het woord wanneer wij het doel missen waartoe wij geschapen zijn. In het paradijs waren wij geschapen met het doel om God de Heere te dienen, te vrezen en lief te hebben. Om Hem te loven en te prijzen vanwege al Zijn werken. Om helemaal te leven zoals de Heere dat nog altijd van ons vraagt. Dat het met ons nu totaal anders is geworden, is onze schuld. Zoals wij gebo- ren zijn, zondigen wij met onze gedachten, onze woorden en onze werken. Wij hebben zonden geërfd en doen zonden. We zondi- gen in ons gedrag en in onze nalatigheid. Weten we al hoe ernstig onze toestand is? Jesaja vergelijkt het in deze tekst met de dieprode kleur van scharlaken en kar- mozijn. Twee kleurstoffen die kleurecht zijn. Was de lap stof daarmee geverfd, dan kreeg je deze kleur er niet meer uit. Toegepast op de ernst van de zonde: zo ga je dat ook met je hart leren. Ik krijg het er niet uit, ik maak de schuld elke dag alleen maar meer.
Wat is het een zegen wanneer je door de ontdekking heen zonden gaat zien, schuld gaat eigenen en gebracht wordt bij dat wonder van vergeving waar het in de tekst dan ook over gaat. Want dat lees je: ook al is het in je hart en leven zo rood als schar- laken en als karmozijn, ook al krijg je het er niet uit - het zál worden als sneeuw, het zal worden gemaakt als witte wol. Hoe dat kan? Dat kan alleen omdat die twee woor- den ‘komt dan’ eerder al gesproken zijn door God de Vader tegen Zijn Zoon, de Heere Jezus. Zo heeft Hij dat gezegd in de stilte van de nooit begonnen eeuwigheid.
En de Heere Jezus ís gekomen om aan al de eisen van Gods recht te voldoen. Om voor al diegenen die Hem van eeuwigheid waren beloofd de prijs te betalen en het Vader- huis voor hen te openen. Hij is gekomen, buigend onder het recht van God, betalend aan het recht van God. Zo neemt de HEERE de schuld van de zonde weg door Zijn ver- geving en door Zijn betaling. Zo doet Hij de heerschappij voerende macht van de zonde teniet door Zijn Heilige Geest.
Amen zeggen
De Heere geeft er persoonlijk zicht op wanneer het algemene aanbod van genade op een persoonlijke manier gebracht wordt in je hart. Dan gaat dat naar bínnen. Het Woord van Gods belofte doet dan zoveel kracht. Daar komt gelóóf in mee. Je krijgt ogen van het geloof waardoor je wat leert zien van de Heere Jezus en Zijn Persoon en werk. Zijn bloed maakt schoon van alle zonden. Dan wordt er wat geproefd van de vrede met God die alle verstand te boven gaat. Opmerkelijk is dat. Datzelfde geloof waardoor je eerst van harte ‘Amen’ leerde zeggen op de schuld, gaat dan ook van harte ‘Amen’ zeggen op de genade. Dan ervaar en weet je het: er is genade in het oordeel, ook voor mij. En dat, alleen om Jezus’ wil.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 oktober 2021
De Saambinder | 24 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 oktober 2021
De Saambinder | 24 Pagina's