Wat is oprechte verootmoediging?

We e lezen bijvoorbeeld in Jozua 5 dat Jozua een ontmoeting had met ‘de Vorst van het heir des HEEREN’. Mozes was veertig dagen bij de Heere op de berg Sinaï. Nooit heeft een mens op zo’n manier God ontmoet. Abraham spreekt in Genesis 18:27 de Heere aan. En hij zegt dan van zichzelf dat hij ‘stof en as’ is. Wat betekenen deze woorden?

In de kanttekening (51) vinden we een belangrijke toelichting. Abraham wijst op zijn lichaam. Hij weet zichzelf een geschapen mens die uit het stof der aarde is gemaakt. God is de Schepper en de eeuwige Tegenover. Mensen zijn schepselen en sedert de zondeval sterfelijke wezens. Abraham verwoordt dus iets van de grote, funda- mentele afstand tussen God en mens. Mensen zijn ‘stof en as’. Met deze uitdrukking geeft hij zijn geringe staat tegenover God weer.

Door de zonde zijn mensen hoogmoedige wezens. Nu is het einde van ons lichaam het stof der aarde (Gen 3:19). We kunnen denken aan Nebukadnezar, die zich erop beroemde het grote Babel gebouwd te hebben. Die geest van hoogmoed vervult het hart van ieder mens van nature. Die geest van hoogmoed was ook de oorzaak van de zondeval. De wortel van Adams val is ongehoorzaamheid, die voortkwam uit hoog- moed. Door genade schenkt de Heere echter ootmoed.

Er is een groot verschil tussen gemaakte en oprechte ootmoed. We hebben allemaal weleens momenten waarin we verslagen of timide zijn. Ik denk aan Achab, die na het ingrijpende oordeel van God erg onder de indruk was, maar het was maar voor een tijd. Het ging weer over. Zo zijn er veel indrukken die weer over kunnen gaan. Er kunnen ook indrukken zijn die ons niet op de goede plaats brengen. Ik denk aan Judas, die goed heeft beseft dat hij een zeer grote zonde had begaan. Het bracht hem echter niet aan de voeten van de Heere Jezus. Hij eindigde zijn aardse leven in de wanhoop. Indrukken kunnen dus overgaan of op de verkeerde plaats brengen.

Bij Abraham zien we iets anders. Door het geloof en door Gods Geest pleit hij voor Sodom. Hij spreekt God aan, maar weet daarbij wel zijn plaats. Hij is slechts een mensenkind die ‘stof en as’ is. Dat waren voor hem geen huichelachtige woorden. Helaas kom je dat wel vaak tegen. Mensen kunnen heel ootmoedig praten, maar zijn het vaak niet echt. Godsdienstige ootmoed is onder ons helaas een veel voorkomende kwaal. De Heere weet daar echter niet van. Abraham mocht oprecht belij- den dat hij niet meer was dan een arm mensenkind. Door Gods Geest weten zulke mensen van hun verlorenheid, maar ze weten ook Wie kan en wil helpen. Dat doet God door Christus, door het oprechte geloof. Ootmoed is één van de heerlijk gaven van het verbond der genade. De vader aller gelovigen heeft het beoefend en hij werd verhoord. Lot, zijn neef, werd uit de omke- ring gered. Het geloof is een genadegave die de wereld overwint.

In de rubriek Goed Begrepen leggen ds. J. Schipper en ds. W. Visscher wekelijks een geloofsbegrip uit. De rubriek is vooral bedoeld voor jongvolwassenen, in de leeftijd van ongeveer 20 tot 40 jaar.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen