Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De leeruitspraken van 1931

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De leeruitspraken van 1931

8 minuten leestijd

Als afsluiting van de studie aan de Theologische School te Rotterdam schrijven de studenten een eindscriptie. Nu zij alle drie tot dienaar van het Goddelijk Woord bevestigd zijn, leggen we ieder van hen enkele vragen voor over hun scriptie. Vandaag: ds. J. Beens en zijn scriptie over de leeruitspraken van 1931.

Wilt u iets zeggen over het voortraject: Hoe kwam het onderwerp van de scriptie tot stand?

‘Ik herinner me dat ds. G. Clements, vakdocent dogmatiek, ons in het tweede leerjaar al wat voorbereidde op een scriptie. In het vierde leerjaar zou ons gevraagd worden onderzoek te doen naar een thema dat voor onze verdere ambtelijke loopbaan van waarde zou zijn. Maar, daar moesten we in het derde leerjaar wel vast mee beginnen! Voor mij persoonlijk is het leerstuk van het verbond een wezenlijk aspect in de prediking. Dit raakt het hart van de predi- king. In de beginjaren van de Gereformeerde Gemeenten heeft ds. G.H. Kersten gereageerd op verschillende theologen die hun visie gaven op de verbondsleer. Daarmee heeft hij de verbonds- leer van de Gereformeerde Gemeenten getoonzet. De beginfase van de Gereformeerde Gemeenten had een heel eigen karakter, zoals ook in de scriptie is weergegeven. Ds. Kersten heeft ervoor gezorgd dat we als gemeenten theologisch herkenbaar zijn. Vanwege de waarheid wist hij zich hiertoe gedrongen. Door Gods voorzienige leiding kwam de Generale Synode in 1931 tot een zestal leeruitspraken rondom de verbondstheologie, de zogehe- ten ‘leeruitspraken van 1931’.

Ik vind het van wezenlijk belang dat deze leeruitspraken ook in de 21ste eeuw voluit in de prediking geborgd zijn. Meer dan honderd jaar later willen we als Gerefor- meerde Gemeenten staan op hetzelfde fundament’.

Wat waren de omstandigheden die in 1931 aanleiding gaven tot het opstellen van leeruitspraken?

‘De leeruitspraken van 1931 staan uiteraard niet op zichzelf. Daar is een geschiedenis aan voorafgegaan. Dat heb ik in mijn onderwerpstitel ook een plek willen geven: ‘De geschiedenis rondom de leeruitspraken van de Gereformeerde Gemeenten in 1931 en haar betekenis voor vandaag’. De eerste vraag die ik mij gesteld heb, was: ‘Wat is de aanleiding geweest voor de leeruitspraken van de Gerefor- meerde Gemeenten in 1931?’ Aan de hand van bronnenmateriaal (waaronder vooral de boeken van ds. M. Golverdingen, ”Om het behoud van een kerk”, en ”Vernieuwing en verwarring, 1946-1950”) heb ik geprobeerd de jonge Gereformeerde Gemeen- ten in de periode van 1907 tot 1931 te kenschetsen. In de tijd rond 1919 waren er samensprekingen tussen de Christelijke Gereformeerde Kerken en de Gereformeerde Gemeenten. De christelijke gere- formeerde ds. J. Jongeleen, met aan zijn zijde prof. J.J. van der Schuit, disputeerde met ds. Kersten. Aan de leeruitspraken van 1931 ging de particuliere synode van het Noorden in 1929 vooraf. Eigenlijk had deze particuliere synode de leeruitspra- ken al geformuleerd.

Naast dat ik geprobeerd heb de geschie- denis in kaart te brengen, heb ik ook het theologisch eigene van de zes leeruitspra- ken willen beschrijven. Waar komen die uitspraken vandaan? In welke confessies komen we ze tegen? Wat zeggen Calvijn, Comrie en Boston (lees: ’Westminster Confessie’) hierover? Kunnen we ze naast de Drie Formulieren van Enigheid leggen? Uiteraard is hierover al veel geschreven, onder meer door ds. G.H. Kersten, ds. A. Vergunst en ds. A. Moerkerken. In de uitgave ”Het onwankelbare verbond” is recent opnieuw over dit thema geschre- ven, maar het is waardevol er ook zelf doorheen te kruipen’.

Op de leeruitspraken is in de loop der jaren behoorlijk gereageerd.

‘Daar gaat de derde vraag in mijn scriptie over. Zowel intern als extern kwam er kritiek, van buitenaf vooral door dr. J.G. Woelderink. Later is er geschreven over systeemdwang in de Gereformeerde Gemeenten. We moeten ook prof. dr. ir. J. Blaauwendraad noemen, die er rond de eeuwwisseling behoorlijk op heeft gereageerd. Zijn commentaar was vooral gericht tegen de zesde leeruitspraak (zie kader). Hij vond dat er eigenlijk altijd een tweestromenland geweest is sinds het samengaan van de ledeboeriaanse gemeenten en de kruisgemeenten. Reeds lang vóór 1907 was er al sprake van de zogenaamde Drentse en Gelderse richting’.

Uw vierde scriptievraag richt zich op het heden: wat betekenen de leeruitspraken voor de prediking vandaag in de Gerefor- meerde Gemeenten?

‘Belangrijk hierbij zijn twee Generale Syno- den, te weten die van 2001 naar aanleiding van de publicaties van prof. Blaauwen- draad. Op de laatste Generale Synode, in 2019, is in lijn met de Westminster Confessie gesproken over verbonds- en evangeliebeloften. Hoe spreken wij over de beloften in de prediking? Dat heeft uiteraard alles te maken met de zesde leeruitspraak (zie kader). Het is interes- sant om vervolgens ook te zien of de leeruitspraken een plek krijgen in predikaties en hoe predikanten dit dan theologi- seren. Om die reden heb ik er verschillende preken van predikanten uit de Christelijke Gereformeerde Kerken, de Gerefor- meerde Gemeenten en de Gereformeerde Gemeenten in Nederland op nagelezen’.

Hoeveel nieuws is er nu beschikbaar gekomen?

‘Veel scriptie-onderwerpen zijn kortere of langere tijd geleden al weleens beschre- ven. Maar het gaat in de eerste plaats om het leereffect voor de student zelf, zodat hij in het ambtelijke leven weet waar hij het over heeft. Predikanten moeten weten hoe ze Bijbels-theologische uitspraken kunnen herleiden. We moeten weten waar ze vandaan komen, of ze gestoeld zijn op de Schrift, of zulke uitspraken liggen in de lijn van onze vaderen van de Reformatie en Nadere Reformatie. We moeten met elkaar weten of er overeenkomsten zijn met de Reformatie en het Puritanisme. Ons wordt vaak verweten dat we er een Gereformeerde Gemeenteleer op nahou- den. Daarom is het zo nuttig om ons te verdiepen in de vaderen, zodat we vaste grond onder de voeten hebben.

Er is weleens gezegd dat we van de leeruitspraken van 1931 een vierde belijde- nisgeschrift hebben gemaakt. Daarom had ik liever gezien dat deze uitspraken waren benoemd geworden als ‘Zes synodale uitspraken bij de verbondsleer’. Daarmee had díe kritiek wellicht voorkomen kunnen worden. Maar het is mijn innerlijke over- tuiging dat de zes leeruitspraken geheel overeenkomen met de Heilige Schrift. Onze gemeenten vinden hun bestaans- recht in het met Olevianus spreken over bediening en wezen van het verbond, of om het met Calvijn te noemen: de uit- en inwendige roeping. Het Schriftwoord van Jezus tot Nicodémus, dat de mens weder- geboren moet worden en zich voor Gods aangezicht geplaatst moet weten, heeft in onze tijd van accentverschillen in de predi- king dringend onderstreping nodig. Ralph Erskine spreekt duidelijk dat de Wet voor het Evangelie gaat, het bekende beeld van de naald en de draad. Die lijn vind ik terug bij Boston, Comrie en Kersten. Er komen dus geen nieuwe dingen aan het licht, maar we moeten, te midden van allerlei verbondsvisies, weten hoe hierover geschie- denis is geschreven’.

Wat gebeurt er nu met uw scriptie? Vraagt iemand er straks nog naar?

‘Vierdejaars studenten presenteren de uitkomsten van hun scripties naar gewoonte aan docenten en studenten van de school. Dit jaar waren de curatoren er ook bij. Het gebeurt nu ook voor het eerst dat onze scripties in De Saambin- der beschreven worden. Wat dat betreft boeken we vooruitgang. Het is voor mijzelf heel leerzaam geweest en ik hoop van harte dat het in de prediking de plaats mag hebben waarvoor het bedoeld is’.

(Volgende week: de scriptie van ds. L. van der Kuijl)


De Generale Synode van de Gerefor- meerde Gemeenten (1931) sprak uit:

1. Dat het Verbond der Genade staat onder de beheersing van de uitverkiezing ter zaligheid, dat het wezen des verbonds daarom alleen geldt de uitverkorenen Gods en nooit gelden kan het natuurlijk zaad. Dat aard en wezen van het Verbond der Verlossing en Verbond der genade één zijn en niet twee. In wezen is het één Verbond.

2. Dat de Heilige Schrift slechts spreekt van twee Verbonden in betrekking tot des mensen eeuwi- gen staat, namelijk het Verbond der Werken en het Verbond der genade.

3. Dat wat het wezen des verbonds betreft, de Heilige Schrift alleen spreekt van twee Hoofden; Adam hoofd van het Verbond der Werken, Christus Hoofd van het Verbond der Genade, volgens Romeinen 5: 12 en 19; 1 Korinthe 15:22, enzovoorts.

4. Dat een verbond in zijn wezen twee partijen kent; dat gelijk God met Adam, als vertegenwoordigend hoofd van al zijn zaad, het Ver- bond der Werken heeft opgericht, alzo met Christus, als het verte- genwoordigend Hoofd van al de Zijnen, het Verbond der genade is opgericht, terwijl het (subjectief) wordt opgericht met de uitverko- renen, als zij door wedergeboorte en geloof in de tijd in dat verbond worden ingelijfd.

5. Dat het Verbond der Genade van God een bediening heeft ontvan- gen, een openbaringsvorm, die wisselde en die meerderen omvat dan de uitverkorenen Gods. Deze laatsten echter alleen zijn wezenlijk in het Verbond begrepen.

6. Dat de verantwoordelijkheid van elk mens wortelt in de schepping. Geschapen naar Gods beeld, eist God van de gevallen mens Zijn beeld terug. En die verantwoor- delijkheid is groter, naarmate God met hem meer bemoeienissen maakt. In het bijzonder wordt de verantwoordelijkheid groter door de ernstige aanbieding van Chris- tus en de verbondsweldaden in het Evangelie, als blijkt uit vele plaat- sen als: Ezechiël 33:11; 2 Korinthe 5:20; Mattheüs 23:37; Lukas 10: 13-15; Johannes 3:36; Openbaring 22:17 enzovoorts.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 november 2021

De Saambinder | 24 Pagina's

De leeruitspraken van 1931

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 november 2021

De Saambinder | 24 Pagina's