Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Tussen wieg en graf

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Tussen wieg en graf

Ds. Labee over:

4 minuten leestijd

De uitdrukking ‘er moet iets gebeu- ren tussen wieg en graf’ wordt vaak gebruikt. Is er niet te weinig aandacht voor het leven in de moe- derschoot?

Spreekwijze

Het is inderdaad een uitdrukking die ‘mank’ gaat, zoals meer uitdrukkingen de werkelijkheid niet (geheel) ‘dekken’. Wellicht moeten we zeggen dat deze (en andere) van oorsprong ‘wereldse’ uitdruk- kingen ook door ons onnadenkend op de lippen worden genomen. De ‘wereld’ wil zich van ‘wieg tot graf’ indekken tegen schade en verzekeren van een goede gezondheid of tenminste de beste zorg ontvangen die denkbaar is. Onze welvaartsstaat meent er garant voor te kunnen staan…

Maar het is helemaal terecht dat we méér moeten zeggen! Bij leven in de moederschoot mogen er gebogen knieën en gevouwen handen worden verwacht voor dit door God gegeven leven. Aangrijpende gedachte dat het meest veilige plekje voor het beginnende leven door de moderne mens is gemaakt tot een moordkuil.

In Jesaja 49 klaagt Israël dat de Heere hem verlaten en vergeten heeft. Heel beslist en radicaal wijst de getrouwe Verbondsgod die beschuldiging af! ‘Kan ook een vrouw haar zuigeling verge- ten, dat zij zich niet ontferme over den zoon haars buiks?’ (vers 15). Je kunt het niet voor mogelijk houden, maar het gebeurt toch. Een moeder die haar kind dood wenst. Een vorm van haat om van te rillen. Daar zijn allerlei redenen tegen in te brengen, maar die doen niets af van de ernst ervan.

Onze harten moesten wel beven als we de moordmachine van de abortusklinieken actief weten, met ongeveer 30.000 abortussen per jaar. Psalm 74 zingt ‘Het land is vol van duist’re moordspelonken’ (vers 19, berijmd). Is dat niet de vreselijke werkelijk- heid die ons veel meer benauwen moest? Kan de God van het leven dit alles ongestraft laten? Zijn de oordelen (ook heden) over ons land en volk dan niet rechtvaardig? De Heere geve verootmoediging en een krachtig getuigenis tegen deze vreselijke praktijken. En het gebed voor onze politici die opko- men voor het ongeboren leven – met alle vrijwilligers die (in de verre) omgeving van de klinieken opkomen voor het leven – moet sterk zijn.

Nogmaals, de vraagsteller maakt een heel terecht punt: we zijn niet alleen voor de bescherming van het menselijk leven, maar we mochten ons ook wel met grote ernst bekomme- ren om geestelijk leven. Al kunnen we ons geen voorstelling maken van het oordeel over het ongeboren leven… De Heere geve worstelingen in de binnenkamer als er leven verwacht mag worden. En iets van die ‘nood’ moge ook doorklinken in de openbare gebeden, ook in Gods huis.

Genadetijd

Nadat we dit gezegd hebben, komen we toch nog graag even op de uitdrukking terug. Laat het óók gezegd zijn dat er een Godswonder in ons leven moet gebeuren. In een wereld waar zovelen als eens Nicodémus onwetend zijn van deze kernzaak, die de Heere tussen ‘wieg en graf’ gewoonlijk wil werken. Jezus leerde hem: ‘Voorwaar, voorwaar zeg Ik u, tenzij dat iemand wederom geboren wordt, hij kan het Koninkrijk Gods niet zien’. Slechts één ding is nodig, schrijft Rutherford (1600-1661) in één van zijn brieven: ‘Uw opdracht in dit leven is om de zekerheid te verkrijgen van een eeuwige heerlijkheid voor uw ziel en om uw ziel te verenigen met Christus. Al het andere is flauw gebazel’.

Als we werkelijk leven bij deze ernst, kan het niet anders of er zijn worstelingen voor het jonge en beginnende leven in de moederschoot. De Heilige Schrift geeft ons het bijzondere voorbeeld van Johannes in de moederschoot van Elisabet: ‘En het geschiedde als Elisabet de groetenis van Maria hoorde, zo sprong het kindeken op in haar buik; en Elisabet werd vervuld met den Heiligen Geest’ (Luk.1:41). Kanttekening 50 leert ons: ‘Dit is geschied door een bovennatuurlijke en buitengewone beweging des Heiligen Geestes’. Dat genadewerk mogen we van de Heere afbedelen, ook in onze donkere 21e eeuw.


Vraag?

Heb jij/hebt u ook een vraag? Mogelijke vragen over onderwerpen binnen de doelstelling van De Saambinder kun jij/kunt u mailen naar ds. B. Labee of hem per post toezenden (zie colofon). Er volgt -zo mogelijk- altijd een reactie.

Echter alleen als de redactie het waardevol acht voor de lezers, volgt een antwoord op jouw/uw vraag in een nummer van De Saambinder.

Graag wel wat geduld. Er liggen nog tientallen vragen op een reactie te wachten.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 februari 2022

De Saambinder | 20 Pagina's

Tussen wieg en graf

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 februari 2022

De Saambinder | 20 Pagina's