Het gekrookte riet [7]
‘Het gekrookte riet zal Hij niet verbreken en het rokende lemmet zal Hij niet uitblussen’. Mattheüs 12:20a
Eerste Predikatie
Wat zeiden ze? Het is maar inbeelding. Ging een tollenaar naar de farizeeën, gij hoort hoe hij behandeld werd. Ging een Judas naar de Joodse kerkenraad en zei hij: ’Ach! Ik ben zo benauwd’, ‘gij moogt toezien’, zeiden ze (Matth. 27:4). Zo ook Petrus. Toen hij zijn Mees- ter verloochend had, werd hij als een misdadiger behandeld. Maar hij ging de straat op en neer, schreide en weende bitterlijk (Matth. 26:75). Nu, de Heere is niet als die anderen. ‘Ik zal u niet breken’, zegt Hij, ‘gij moogt zulk een knak hebben als gij wilt’. De Heere zegt en Hij meent het: ‘Ik zal u ondersteunen, bijstaan, oprichten, troos- ten, zodat gij bij de uitkomst zult moeten zeggen: Wel, wat Heere heb ik aan de Heere Jezus!’
Maar wat zal dat betekenen: ‘Ik zal het niet breken’?
1. ‘Ik laat toe dat gij eens treurt, dat gij uw hart eens uitschreit, dat gij weleens klagen moogt, dat gij weleens wat wanhoopt. Gij moogt weleens dobberen op de wateren van hoop, vrees en kommer, gij moogt uw ankertje, uw hoop weleens vergeten, maar zeg niet dat Ik niet helpen kan of wil. Ik liet de zondares wel schreien, maar niet wanhopen. Ik liet Petrus wel bitter schreien, maar niet wanhopen’.
2. ‘Ik zal u niet hard of streng behandelen. Ik mag dan eens zeggen: Waarom wankelt gij zo? Gaf Ik u daar zoveel reden toe? Ik mag dan eens zeggen: Onverstandige en trage van hart om te horen en te geloven, maar een strengere toon zal Ik niet aanslaan (Luk. 24:25). Ik zal liever roepen: Zalig zijn de armen van geest, zalig zijn die treuren. Komt naar Mij toe, belasten! (Matth. 5:3,4 en 6:28). Ik zal liever doen als een moeder die allermeest zorgt voor haar zieke kind. Ik zal meest zorgen voor een zieke ziel. Ik zal geen andere boodschap hebben. Ik zal niet maken dat gij zucht en Ik zal al Mijn kinderen en knechten ook een zachte boodschap aan u doen geven. Ik zal ze een tong der geleerden geven. Ik zal ze een zacht woord doen spreken’ (Jes. 50:4).
3. ‘Al zijn uw genaden nog zo klein, Ik ken ze evenwel. Zij zullen genade blijven, uw overtuigingen, uw weekheid, uw hoogachten van God, uw verachten van de wereld. God zal alleen groot bij u blijven. Ik weet wat maaksel dat gij zijt (Ps. 103:14 en 1 Joh. 3:20). Ik ben meerder dan uw hart, Ik weet alle dingen’.
4. ‘Ik zal u niet breken, maar Ik zal u voedsel geven, waardoor gij verkwikt en gesterkt zult worden: het Woord, de lippen der vromen (‘De lippen des rechtvaardigen voeden er velen’ Spr. 10:21), Mijn sacramenten en Mijn Geest. Meent ge dat ge ach- teraf moet blijven staan? Nee, Jesaja 54:10: ‘En het verbond Mijns vredes zal niet wankelen’’.
(wordt vervolgd)
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 februari 2022
De Saambinder | 24 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 februari 2022
De Saambinder | 24 Pagina's