Wie laat je toe?
Terwijl de kerkgang en het aantal kerkleden de laatste decennia fors zijn teruggelopen, wisten de christelijke scholen zich aardig goed te handhaven. Van de confessionele identiteit van veel scholen is echter weinig overgebleven.
Bij de keuze voor een bepaalde school laten velen zich tegen- woordig vooral leiden door de sfeer, de onderwijskwaliteit, de locatie en het percentage allochtonen. Of de school nu katholiek heet, openbaar of protestants-christelijk doet er nauwe- lijks toe.
Vaak was er sprake van een wisselwer- king. Doordat de identiteit van de school minder voorstelde werd de drempel voor ouders en leerlingen met een andere achtergrond lager en doordat het aantal leerlingen dat weinig betrokken was bij de identiteit van de school groter werd, kwam die identiteit steeds meer onder druk te staan.
Toelatingsbeleid
Tot dusver mogen scholen leerlingen wei- geren die niet passen bij de identiteit van de school. In het RD verscheen onlangs een serie artikelen over het toelatingsbe- leid van reformatorische scholen. Dat is inderdaad een zaak met allerlei kanten. Is het gewenst en noodzakelijk om een strikt toelatingsbeleid te hanteren? Maar wat doe je als de reformatorische school de enige christelijke basisschool is in het dorp? Of wanneer het aantal
leerlingen onder de opheffingsnorm dreigt te zakken? Zou het Bijbelonderwijs op een reformatorische school ook niet tot zegen kunnen zijn voor onkerkelijke kinderen of voor kinderen die opgroeien bij een onbijbelse leer? Dat laatste moet toch ook zwaar wegen. Het lidmaatschap van de schoolvereniging moet uiteraard beperkt blijven tot mensen die de grondslag onderschrijven, maar is het niet voldoende wanneer ouders beloven de identiteit van de school te respecteren en zich aan de schoolregels te houden? Daar moet je dan natuurlijk wel strikt de hand aan houden. Uiteraard zullen een paar onkerkelijke of evangelische leerlingen de identiteit van een reformatorische school niet onderuithalen. Maar je moet er natuurlijk niet te veel van krijgen. Gemakkelijk gaan ze dan het schoolklimaat beïnvloeden. Of hun ouders gaan zich roeren bij een conflict over de identiteit van de school, het personeelsbeleid, de kledingregels of wat dan ook. Daarbij maakt het wel verschil of je te maken hebt met een basisschool of een school voor voortgezet onderwijs. Naar- mate leerlingen ouder worden, worden ze ook mondiger. Ze gaan dan sterker hun stempel zetten op het schoolklimaat. Dat geldt ook voor de leerlingen uit andere levens- beschouwelijke milieus. Daarbij komt dat tal van jongeren die uit reformatorische gezinnen komen, daar helaas qua levensgedrag en levensinstelling weinig blijk van geven. Dat beïnvloedt evenzeer de sfeer in de klas.
Heterogene achterban
Verder geldt dat een school met een heterogene achterban altijd zwakker staat bij een conflict met de overheid of in de publieke opinie. Men zal niet nalaten erop te wijzen dat (lang) niet alle ouders en leer- lingen instemmen met de strenge koers van schoolbestuur en directie. Dat maakt hun positie moeilijker. En hoe ligt het in de medezeggenschapsraad?
Vrijgemaakte scholen waren vroeger strikt kerkelijk gebonden. Alleen leerlingen waarvan de ouders tot de Gerefor- meerde Kerken vrijgemaakt behoorden, werden toegelaten en diezelfde eis van kerklidmaatschap gold ook voor het per- soneel. Inmiddels is dat allemaal niet meer aan de orde. De vrijgemaakte wereld is trouwens toch al op drift geraakt.
Reformatorische scholen dragen veelal een interkerkelijk karakter. Dat vereist wat meer manoeuvreerkunst en maakt het vaak moeilijker om de grenzen af te bakenen. Het behoren tot een kerkelijke gemeente van bevindelijk gereformeerde signatuur zegt niet alles.
Onmiskenbaar staat de identiteit van het reformatorisch onderwijs ook van bin- nenuit onder druk. De betrokkenheid van de ouders is duidelijk minder geworden. De binding aan de gereformeerde leer en levensstijl neemt af. Soms komt dat ook tot uitdrukking in de schoolkeuze die men maakt. Dat alles is een reden om voorzich- tig te zijn in het toelatingsbeleid.
Acceptatieplicht
In deze kabinetsperiode zullen scholen nog niet verplicht worden om alle leerlin- gen te accepteren, maar in de toekomst is dat zeer wel denkbaar. Dat zal lang niet altijd leiden tot een omvangrijke toestroom van buiten waardoor de identiteit van de reformatorische school ver- loren gaat.
Maar met het oog daarop is het wel van belang om zich naar de buitenwereld toe te presenteren als een strikte school met een duidelijk reformatorische identiteit. Een school met een andere godsdienstige signatuur en levensinstelling dan in de huidige maatschappij en ook in veel kerken gangbaar is.
Zeker ook vergeleken met de situatie in het buitenland mogen we dankbaar zijn voor hetgeen ons in de eigen scholen gegeven is. Maar dan geldt ook hier: ‘Bewaar het pand u toebetrouwd’ (1 Tim. 6:20).
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 februari 2022
De Saambinder | 24 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 februari 2022
De Saambinder | 24 Pagina's