Het gekrookte riet [11]
‘Het gekrookte riet zal Hij niet verbreken en het rokende lemmet zal Hij niet uitblussen’. Mattheüs 12:20a
Tweede predikatie
5. Een geleerde tong is een tong die een gemoed dat weg- druipt weet op te helpen. Voor iemand wiens ziel wegdruipt van treurigheid is een geleerde tong een medicijn voor het gebeente, ze is medicijn en olie (Spr. 12:18). Het zijn zulke tongen die naar het hart des mensen spreken kunnen, die als de mensen zelf niet kunnen uitdrukken wat in hun hart is, het dan weten te doen. Het zijn zulken die iemand weten te ondersteunen, die naar iemands hart kunnen spreken. Ze spreken zoals iemand het graag heeft.
Hooglied 5:13b: ‘Zijn lippen zijn als leliën, druppende van vloei- ende mirre’. Psalm 45:3: ‘… genade is uitgestort in Uw lippen’. ‘Zo’n tong der geleerden heeft de Heere Mij gegeven’, zegt de Zoon van God als Middelaar, ‘opdat Ik zou weten die wél te gebruiken, in alle gevallen waar gij Mij ziet of hoort’.
Deze vijf stukken vindt gij in de predicatiën van Christus, als ge Hem vindt onder de schare en onder Zijn vijanden. In deze 21 verzen zien we ze alle vijf. Christus spreekt hier tegen Zijn vijanden over de sabbat. In de eerste negen verzen spreekt Hij zaken. Hij toont aan Wie de sabbat had ingesteld, en dat Hij ook macht had om ze weer te veranderen. Daarop toont Hij hun, die zulke ‘sabbatarissen’ waren, dat ze niet hadden opgelet dat de priesters op de sabbat niet hadden nagelaten het priester- werk te doen.
Van het negende tot het dertiende vers had Hij een tijdige en gepaste tong. Er kwam een man zitten met een verdorde hand. ‘Steek ze uit’, zei de Heere, en Hij genas ze, zo tijdig en gepast. Hij zei: ’Zo iemand een schaap had dat op de sabbat in een gracht viel, gij zou het eruit helpen. Een mens is meer dan een schaap. Gij zou wel een schaap uit de gracht helpen, en zou Ik deze man niet helpen?’
Daar toonde Hij aan dat Hij een tong had die met de moede ziel handelen zou. Daarom wilden ze Hem doden, maar Hij ontweek het. Hij doet vele tekenen en wonderen. De schare liep als ver- dwaasd achter Hem. Hij deed vele krachten aan de ziel, maar ook uitwendig. Daar waar Hij het alleen uitwendig deed, zei Hij: ‘Spreek er niet veel van’. Hij zou niet schreeuwen, noch Zijn stem verheffen.
Ja, Hij kreeg een geleerde tong, die ook een moedgevende tong was. Er ligt in de profetie van Jesaja ook dat Hij het gekrookte riet niet verbreken zal. Hij zou er iets anders aan doen dan ver- breken. De gekrookte rietjes, dat waren de eerstbeginnenden in het Koninkrijk van Christus, de vromen in die tijd en in alle tijden, de eerstbeginnenden, die hun voeten net naar de hemel gezet hadden, de kleinen en de zwakken.
(wordt vervolgd)
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 maart 2022
De Saambinder | 20 Pagina's