Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het gekrookte riet [13]

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het gekrookte riet [13]

3 minuten leestijd

Het gekrookte riet zal Hij niet verbreken en het rokende lemmet zal Hij niet uitblussen’. Mattheüs 12:20a

Tweede predikatie

Laatst zeiden we dat we de zwarigheden van het gekrookte rietje niet konden afhandelen. Dat zouden we, als het God beliefde, een andere keer doen. Dit is nu de dag die de Heere daartoe gemaakt heeft, en de gelegenheid die we in Zijn vreze zullen zoeken, om de bedenkingen en zwarigheden van de gekrookte rietjes weg te nemen door een geleerde tong, opdat ze niet langer ongelovig zouden zijn, maar gelovig.

I. Wat is de eerste zwarigheid die de donkeren, de overtuigden, de bestredenen en de moedelozen hebben? Och, zeggen ze, de belofte zou me verkwikken als ik maar een riet was! Dat woord van de Koning vind ik wel, maar ik ben geen riet. Och God, dat zou mij een troostrijk woord zijn, en een honingraat voor mijn ziel!

Ik antwoord u:

1. U kunt een rietje zijn en het niet weten. Was David geen riet, toen hij smeekte: ‘Doe mij toch smaken de zekerheid van mijn zaligheid door uw genade’? (Ps. 51). Was Asaf geen riet, toen hij zei: ‘Heeft God vergeten genadig te zijn?’ (Ps. 77:10). Was Heman geen riet (hij wist het in die tijd niet), toen hij zei: ‘Ach Heere, ik ben zo besloten, ik kan er niet uit, ik ben zo bezet van voren en van achteren’? (Ps. 88).

Ik antwoord u:

2. Als u wist dat u een gekrookt riet was, dan was u geen gekrookt riet meer. Gekrookt en verzekerd zijn van Zijn genade en van de gunst Gods, dat gaat niet samen. Dan zou u eerder gelijken op een eikenboom en op een ceder op de Libanon, als u verzekerd was van Gods gunst, liefde en genade, als u kon zeggen: Ik weet dat God mij genade bewezen heeft, ik weet in Wien ik geloofd heb (2 Tim. 1:12). Dan kunt u geen gekrookt rietje, geen donkere en geen kleine meer zijn.

Ik antwoord u:

3. Dit: heeft u het heel uw leven kunnen ontkennen dat u een gekrookt rietje was? Wat roepen, weekheden, aankleven, zoete gaven in het bidden, wat voor beslistheid u had, toen u zich voor het eerst naar God toe wendde. Denk aan de dagen van ouds, toen u op uw knieën een verbond met de Heere maakte, en zei: Heere, U kies ik. Zou u toen hebben durven zeggen: ik ben een gekrookt rietje?

Ik antwoord u:

4. Dit: bekijk eens al Gods kinderen die tot het licht gekomen zijn. Wat zijn ze beschaamd over hun verkeerd spreken. Wat heb ik goddeloos gesproken, zeggen ze, en wat ben ik tot oneer van God geweest. Die nu ook zo goddeloos spreken, zouden ze dan ook geen gekrookt rietje kunnen zijn?

(wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 31 maart 2022

De Saambinder | 20 Pagina's

Het gekrookte riet [13]

Bekijk de hele uitgave van donderdag 31 maart 2022

De Saambinder | 20 Pagina's