Onderwijs van de hemel
Ds. Labee over:
Soms vertellen mensen uit hun geestelijk leven alsof het een vi- sioen is met veel bijzondere erva ringen, waarop het geloof volgt. Wilt u nog eens schrijven over de oorsprong van het ware geloof en het spreken van de Heere tot de ziel?
Werkmeester
Alle eeuwen door is er al heel wat verwar- ring geweest over deze zaken. Maar als we dicht leven bij Gods Woord en dus ook elke zondag onderwezen worden vanuit de Heidelbergse Catechismus, is het ant woord niet zo moeilijk. Het ware geloof kan ook vanuit het ‘ontstaan’ duidelijk worden onderscheiden van een wonderlijk, tijdelijk en historisch geloof. Uit de Heilige Schrift weten we: ‘Want uit genade zijt gij zalig geworden door het geloof, en dat niet uit u, het is Gods gave’ (Ef. 2:8). Ons troost- boek geeft een onvergelijkelijke samen- vatting van vele Schriftplaatsen, ook als het gaat over de wijze waarop deze gave in de ziel gewerkt wordt. We lezen in Zondag 7: ‘Een waar geloof is niet alleen een stellig weten of kennis, waardoor ik alles voor waarachtig houd wat ons God in Zijn Woord geopenbaard heeft, maar ook een vast vertrouwen, hetwelk de Heilige Geest door het Evangelie in mijn hart werkt, dat niet alleen anderen, maar ook mij vergeving der zonden, eeuwige gerechtigheid en zaligheid van God geschonken is, uit louter genade, alleen om der verdienste van Christus wil’.
Weliswaar kan de Heere allerlei dingen gebruiken om te werken in het leven van zondaren. Ds. A. Comrie (1706-1774) spreekt zelfs over dromen! Maar het ware geloof werkt de Heilige Geest, als de Werkmeester van het geloof, door het Evangelie in het hart. In een brief van ds. R. Erskine (1685-1752) lezen we: ‘Velen bedrie- gen zich, die op gevoelige aandoeningen rusten, en hun geloof omtrent Gods liefde niet voornamelijk gronden op hetgeen God gezegd heeft, maar op hetgeen zij gevoeld en ondervonden hebben. Het zal derhalve uw voorrecht zijn, indien de Heere u onthoudt datgeen hetwelk gij noemt: het verzegelend getuigenis Zijner liefde, tot zolang gij gewillig gemaakt wordt, om Hem de eer van Zijn waarheid te geven, door te geloven Zijn liefde, in Zijn Woord aan u geopenbaard. En dan moogt gij verwach- ten dat de troost van dezelve aan uw gemoed zal verzegeld worden (…). Indien Gij wacht en verlangt naar gevoelige gewaarwordingen om op datzelve uw geloof te vestigen, dan worden dezelve u gunstig geweigerd, opdat gij op een zeker- der grondslag zou bouwen, namelijk op Christus, sprekende in Zijn Woord, als de grond van uw geloof, en dat wel eer gij nog enig gevoel van Hem in uw hart hebt, om u tot het geloof aan te moedigen’.
Woordchristen
Het wordt weleens zo uitgedrukt: wie tot God bekeerd wordt, wordt ook tot de waarheid bekeerd. Leugenaars worden ‘waar’ gemaakt voor God en krijgen het beschreven Woord, waarin het vleesgeworden Woord geopenbaard is, hartelijk lief. Dan hebben we geen hoorbare stem nodig, maar dan zijn we verlegen om het werk van Gods Geest, waardoor het Woord ‘kracht’ doet in de ziel. Vanuit dit Woord wil de Heere spreken tot de ziel. Zo sprak de hemel tot de vrouwen op de Paasmorgen. Ze waren uitgegaan met hun specerijen om een ‘dode’ Jezus hun liefde te bewijzen. Maar de engelen spreken van de ‘levende’ Jezus. Lukas schrijft: ‘En zij werden indachtig Zijn woorden’ (24:8). Dan schenkt de Heilige Geest geloof om dit woord te mogen geloven. Op dezelfde dag spreekt de Zaligmaker met twee bedroefde Emmaüsgangers. Hun ogen werden gehouden dat zij Hem niet kenden. Totdat ze aan tafel zitten en hun ogen worden geopend. Hun heerlijk getuigenis is dan zo veelzeggend: ‘Was ons hart niet brandende in ons, als Hij tot ons sprak op de weg en als Hij ons de Schriften opende?’ (24:32b).
Aan de avond van dezelfde dag is het niet anders. Jezus staat in het midden van de discipelkring en Hij toont de tekenen van Zijn Middelaarsliefde: de doorstoken handen en voeten. Maar het is zo nodig dat de Heilige Schrift ons laat weten: ‘Toen opende Hij hun verstand, opdat zij de Schriften verstonden’ (24:45). ‘Namelijk door de verlichting Zijns Heiligen Geestes’, schrijft de kanttekenaar (40).
Lezer(es), bent u zo’n Woordchristen geworden? De dichter van Psalm 119 (vs. 25, ber.) zingt: Al ‘tgeen Uw mond aan mij had toegezegd, gaf aan mijn hart vertroosting, geest en leven’.
Vraag?
Heb jij/hebt u ook een vraag? Mogelijke vragen over onderwerpen binnen de doelstelling van De Saambinder kun jij/kunt u mailen naar ds. B. Labee of hem per post toezenden (zie colofon). Er volgt -zo mogelijk- altijd een reactie.
Echter alleen als de redactie het waardevol acht voor de lezers, volgt een antwoord op jouw/uw vraag in een nummer van De Saambinder.
Graag wel wat geduld. Er liggen nog tientallen vragen op een reactie te wachten.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 april 2022
De Saambinder | 20 Pagina's