Het gekrookte riet [27]
'Het gekrookte riet zal Hij niet verbreken en het rokende lemmet zal Hij niet uitblussen,' Mattheüs 12:20a
VIERDE PREDIKATIE
‘Ei, wees niet mismoedig, Ik zal uw genade voeden en bewaren tot in eeuwigheid : zodra bent u niet in de genade, of Ik zal u onder de stralen van de Zon der Gerechtigheid doen groeien en rijp worden, en ze zal blijven tot in eeuwigheid.’
Dat getuigt de Vader van Zijn Knecht, en Hij zegt: ‘Hij zal u ondersteunen, Hij zal u niet voor het hoofd stoten, hoe klein uw begin- seltjes ook zijn; het zal wél gaan, Mijn Knecht zal komen, op de zending van Zijn Vader, en Die zal spreken gelijk Zijn Vader van Hem gesproken heeft.’ Met dat Hij kwam, zo gaat Hij dezelfde tekst prediken uit Jes. 42:3. Gelijk Zijn Vader van Hem gezegd heeft, zo gaat Hij ook spreken. ‘Kleinen’, zegt Hij, ‘meent u dat Ik Mijn hand van u zal aftrekken? Och nee, heeft Mijn Vader gezegd, Ik stem het toe, Ik zal het gekrookte riet niet verbreken, noch het rokend lemmet of vlaswiekje uitblussen, totdat Ik het oordeel zal voortgebracht hebben tot overwinning, en in Mijn Naam zullen de heidenen hopen. En gelooft u de Vader en Mij niet? En de Getuige in de hemel is getrouw, de Geest (Ps. 89:38). Gelooft u de drie Getuigen in de hemel niet? En de drie getuigen die op de aarde zijn ook niet? Vraagt het dan aan allen die gekrookte rietjes en rokende lemmetjes geweest zijn, of ze het zo niet ondervonden hebben, en of ze niet waren zoals u nu bent.’
‘Mijn Vader heeft het gezegd, en Ik bevestig het, en u zult er niet één tegenkomen, die gekrookte rietjes waren, of ze zullen het getuigen, en zo zijn de getuigenissen eenparig; ze zullen het u zeggen, zo er één tekst in de Bijbel waarachtig is, zo is het deze. Hoe klein, geslingerd en met wat verdorvenheid een kind Gods te worstelen heeft, God heeft ze vastgezet, en erdoor geholpen, zodat Hij ze wel tot juichen gebracht heeft; u zult het ook zo vinden.’
Het gekrookte riet hebben we u getoond, en gezien wat een riet en wat een gekróókt riet was; en waarom ze zo genaamd worden, en hoe de Heere ermee handelt. Wij zijn bezig u het rokende lemmet te tonen; we hebben u het lemmet getoond, en de rook, en dat het meer stank dan licht geeft, en dat de Heere het niet uitblussen zal, en daar kunt u zeker en veilig van op aan, het is gegrond op alle gezonde reden, tegen alle zwarigheden die u zou kunnen aanbren- gen, tegen allen, die u zouden zoeken dit te ontnemen.
Het lemmet, wat is dat? Het is hier een redelijk, zedelijk, gees- telijk lemmet. Wie waren het? Het waren mensen die bekeerd werden onder de bediening van Christus en Zijn apostelen; daar werden nu en dan krachten gedaan, er geschieden tekenen en wonderen Gods onder de mensen; die het nooit in hun hart hadden te komen, die kwamen.
(wordt vervolgd)
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 juli 2022
De Saambinder | 20 Pagina's