Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De eerste steen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De eerste steen

4 minuten leestijd

Het gaat over een belangrijke steen. De eerste steen is iets anders dan de onderste steen, hoewel in veel gevallen die onderste steen nog belangrijker is.

Op allerlei tijden en plaatsen vindt er een eerstesteenlegging plaats. Vooral bij de bouw van een nieuwe kerk. Eigenlijk is het nooit de eerste, maar de zoveelste steen. Misschien is een ge- denksteen een betere benaming. Als predikant heb ik twee keer de eer ge had om zo’n steen te leggen. In mijn enige gemeente Werkendam, en in de gemeente van Leerdam, waar ik consulent ben geweest. Er werd een meditatief woord gesproken, vaak naar aanleiding van de naam van het kerkgebouw. Dan mag en moet er ook iets doorklinken van Gods trouw en van de vreugde dat er nog kerken worden gebouwd of uitgebreid.

Het is maar een gebouw van steen, dat weet ik. Toch wijst zo’n gebeurtenis ook naar de geloofsbelijdenis, die spreekt van de Zoon van God, Die Zich een gemeente vergadert, ten eeuwigen leven verkoren, door Zijn Geest en Woord, van het begin tot het einde van de wereld. Met de belangrijkste vraag: of ik van deze Kerk een levende steen (lidmaat) ben en eeuwig blijven zal?

Een te verwachten gang

De twee genoemde ‘eerste stenen’ waren voor mij geen debuut. In de Gere- formeerde Gemeente van Zoetermeer mocht ik als negenjarige jongen deze taak ook verrichten. Aan het Piet Heinplein daar was een nieuw kerkgebouw verre- zen. Op de kerkenraadsvergadering was besproken wie de eerste steen mocht leggen: de consulent, of een lid van de kerkenraad? Op de ledenvergadering kwam het voorstel om dit te laten doen door de kleinzoon en naamgenoot van de (overleden) ouderling Martinus Karens, die met enkele broeders op zijn boerderij in 1920 een begin had gemaakt met de samenkomsten van de gemeente.

Echter, er was één lid die in de ledenverga- dering daar fel tegen was. En hij had een duidelijke reden. ‘Straks, als die jongen ouder wordt en hij de wereld ingaat, dan staat zijn naam altijd op ons kerkgebouw!’ Op 7 september 1955 mocht ik toch, na een meditatief woord van de consulent ds. H. Ligtenberg, dé steen metselen. Vele jaren heeft de gemeente in dat gebouw mogen samenkomen. In 1980 verhuisde de gemeente naar de Vredekerk in het hart van de stad.

Welbehagen

Daar heb ik, in 1992 als student bij een spreekbeurt, het bewuste lid nog eens ontmoet. Ik vertelde hem wat ik gehoord had over zijn bezwaar, vroeger op die ledenvergadering. ‘U was de enige die gelijk had! Als deze jongen zijn zondige hart was gevolgd, dan was hij de wereld ingegaan. Want ons hart is van nature één en al wereld. Hooguit was hij blijven hinken op twee gedachten. Op zondag de kerk en in de week de wereld. Echt, ú had het goed gezien’.

Lieve jeugd, ik hoop niet dat dat jouw leven is! Want wie een vriend van de wereld is, is een vijand van God en zal met de wereld vergaan. Bedel toch om die onberouwe- lijke keus in je leven! Wie heeft lust om de Heere te vrezen? Dat is wel louter genade. Het heet welbehagen!

Nu mag door Gods opzoekende liefde die jongen, wiens naam aan de eerste steen in Zoetermeer is verbonden, al jaren arbei- den in het Koninkrijk van God. Dat lid in Zoetermeer had wel gelijk, maar de Heere heeft het totaal anders geleid. Een kind van Adam werd - als een onbruikbaar instrument - geroepen tot ambtelijke arbeid. Na zo’n 24 jaar dienen in Werken- dam mogen we nu als emeritus een plaats hebben in Middelburg. Het is mijn wens in de Zeeuwse gemeenten nog te worden gebruikt, opdat zondaren als levende stenen mogen worden gefundeerd op het enige Fundament Jezus Christus. Opdat jongeren en ouderen door de Geest werden afgehouwen uit Adam en door wedergeboorte en oprecht geloof worden ingelijfd in Christus, de Steenrots Wiens werk volkomen is. Want de God Die droeg het voorgeslacht, leeft nog.

Nog één keer ontmoet

Het was mij tot diepe verwondering dat ik een keer het Heilig Avondmaal in Zoe- termeer mocht bedienen. De inmiddels hoogbejaarde vriend van vroeger kreeg van de Heere vrijmoedigheid om voor het eerst in zijn leven aan te zitten aan de tafel van de Heere. Als een kreupele Mefi- bóseth mocht hij de tekenen en zegelen van de onnaspeurlijke liefde van Christus voor strafwaardige zondaren ontvangen uit de hand van een onwaardige dienaar. Het blijft zó waar: ‘Heilig zijn o, God Uw wegen; Wie is een God als Gij, groot van macht en heerschappij’.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 juli 2022

De Saambinder | 20 Pagina's

De eerste steen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 juli 2022

De Saambinder | 20 Pagina's