Tevoren verordineerd

De kanttekening geeft er licht over: ‘Namelijk als de Zijnen’. God kende Jakob en Ezau van eeuwigheid. Maar Hij kende Jakob als de Zijne en Ezau niet. Daarin blijkt dat God vrij is in Zijn verkiezing. Dat is voor de natuurlijke mens niet te aanvaarden en voor Gods kinderen slechts te bewonderen. Zij die God van eeuwigheid als de Zijnen kende, zijn in zichzelf niet beter of waardiger dan de anderen. Denk maar aan Abraham. Hij was een afgodendienaar in Mesopotamië. Denk aan Jakob. Hij was een bedrieger. En aan Saulus. Hij was een vijand van Jezus. God kende u tevoren, kind des Heeren. Of u bekommerd bent of bevestigd, zwak in het geloof of sterk, klein in de genade of groot. Dat te mogen geloven, geeft stof van verwondering. Hoewel u zich moet schamen over uw leven voor uw bekering en over uw onvruchtbaarheid en vleselijkheid na uw bekering, Hij kende u tevoren. Dat is door niets en niemand ongedaan te maken.

Die Hij gekend heeft, heeft Hij ook verordineerd. Dat woord betekent: voorbeschikt. Waartoe heeft Hij hen voorbeschikt? O, wonder! Hij heeft hen voorbeschikt om het beeld van Christus gelijkvormig te worden.

Wat is dat, het beeld van Christus? We moeten dan niet denken aan een beeld van hout of steen. Ook niet aan een tekening of schilderij van Jezus. Dat mogen we niet maken. Maar het gaat hier om Zijn lijdzaamheid, Zijn heiligheid en Zijn heerlijkheid, zegt de kanttekening.

Zijn lijdzaamheid

Als Middelaar is de Zoon van God in onze natuur vernederd in Zijn lijden. Daarin was Hij als een schaap, dat ter slachting wordt geleid en Zijn mond niet opendoet, als een lam dat stemmeloos is voor dien die het scheert.

In welke mate, kind des Heeren, bent u Zijn beeld daarin gelijkvormig geworden? Zijn we niet vaak opstandig en moedeloos in ons lijden? Wat doet de Heere nu om het beeld van Zijn Zoon in hen af te drukken? Hen dieper in kruis en lijden indompelen, hen louteren, om alle vuil van opstand en tegenstand uit te zuiveren. Maar ook hen in het lijden de honing van Zijn liefde doen smaken. Dan leren ze door de kracht van Christus onder het kruis te buigen en Gods wil goed te keuren. Zo worden ze eniger­ mate gelijkvormig aan Hem, Die in de hof boog en de wil van Zijn Vader goedkeurde. Ja, Die zelfs onder smaad en laster zweeg. Die Zijn kruis gewillig opnam en Zich liet nagelen aan het vloekhout. Hij deed dat als Borg.

U, kind des Heeren, mag het doen om geheiligd te worden en Zijn voetstappen te leren drukken. Zo wordt u ‘den beelde Zijns Zoons gelijkvormig’. Daartoe heeft de Vader u verordineerd.

Zijn heiligheid

Als Middelaar was Hij volkomen heilig. Volkomen gehoorzaamde Hij aan de lief­ deswet, waaronder Hij kwam. Volkomen beantwoordde Hij aan de eis, zowel aan hetgeen de wet verbiedt, als aan wat de wet gebiedt.

In welke mate, kind des Heeren, bent u daarin Zijn beeld gelijkvormig geworden? Nee, die wet moet u niet onderhouden om daardoor iets te verdienen. Uw goede werken kunnen niet uw gerechtigheid voor God of een stuk daarvan zijn. Christus gehoorzaamde in uw plaats en die volmaakte gehoorzaamheid wordt u toegere­ kend. Christus’ heiligheid is uw heiligheid. Maar u begeert de wet te onderhouden uit dankbaarheid. Dat veroorzaakt een strijd op leven en dood tegen uw oude natuur. Uw oude mens moet door Christus’ kracht gekruisigd, gedood en begraven worden. En naarmate uw oude mens sterft, wordt u het beeld van Christus gelijkvormig. Daar­ toe heeft de Vader u voorbeschikt.

Zijn heerlijkheid

Als Middelaar is Christus nu verheerlijkt in de hemel. Die heerlijkheid na dit leven is ook voor u weggelegd, kind des Heeren. Dan is de lijdzaamheid niet meer nodig, want daar is geen lijden meer. Daar is de heiligheid volkomen, want de oude mens is dan voorgoed dood. Dan mag u geheel volmaakt Hem aanschouwen. Dan zal Zijn heerlijkheid geheel in uw ziel en lichaam doorschitteren. Dan zijn alle rimpels, vlekken en trekken van het oude beeld van Adam uitgewist en zult u geheel op Hem gelijken. Daartoe heeft de Vader u voorbeschikt.

Is het de zucht van uw hart: ‘O Zoon, maak ons Uw beeld gelijk’? Welnu, dat gebed zal worden verhoord. Daartoe zullen alle dingen medewerken ten goede. Elke weg, elk kruis, elke donkerheid, elke kastijding, alle droefheid, strijd, smaad en laster, die u hier moet ondergaan, zal medewerken om dat doel te bereiken. Let op het woordje ‘want’, dat het 29e vers met het 28e vers verbindt.

De Broederschap

Er is nog een hoger doel: ‘Opdat Hij de Eerstgeborene zij onder vele broederen’. Hij is uw oudste Broeder. En de Vader wil dat al Zijn broederen op Hem gelijken en Zijn beeld dragen. Hij is de Eerstgeborene uit de doden. Toen Hij opstond, liet Hij alle lijden, dood, graf en hel achter Zich en was Hij vrij van elke verzoeking. Toen u werd levend gemaakt, werd Hij uw oudste Broe­ der. Als u door het geloof iets mag zien van deze heilige Broederschap, verzinkt u in het wonder. Dan begeert u ook de broederschap te beoefenen met allen die even dierbaar geloof hebben ontvangen. Dan kunt u geen twist en tweedracht ver­ dragen. Als u straks opwaakt uit het graf, mag u uw oudste Broeder aanschouwen en uw stem paren aan het hemelse koor van de vele broederen, om Zijn lof eeuwig te zingen.

Lezer(es), hebt u nog geen deel aan deze broederschap? Dan behoort u tot het geslacht van zondaren dat onder de vloek ligt. Dan draagt u het beeld van satan en wacht u de rampzaligheid. Zoek nog behoudenis, nu u nog leeft.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen