Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gods werk of eigen werk

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gods werk of eigen werk

Ds. Labee over:

4 minuten leestijd

Soms lijkt het of mensen anno nu de bekering zo anders beleven dan we altijd ge- hoord hebben. Het hoeft bijvoorbeeld niet meer met de doorleving van de ellendestaat te beginnen. Wilt u erover schrijven?

Reis

Het is een verdrietige werkelijkheid die de vraagsteller in de pen deed klimmen. O zeker, wij kunnen iemands genadestaat niet vaststellen en het gaat ook niet om een bekering volgens onze mening. Maar het moet wel een Bijbelse bekering zijn… Over een andersoortige beleving, die meer vragen geeft dan antwoorden, schreef Nathaniel Hawthorne (1804-1864) een klein boekje, ”De Spoorweg naar den hemel voor de vrienden van Bunyan”. Juist dezer weken hebben we dit werkje gelezen in de speciale uitgave, verschenen ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan van de drukker van ons weekblad. Hawthorne wilde met grote ernst waarschuwen voor allerlei opvattingen in de negentiende eeuw, waarbij men de mens – op reis naar de eeuwige bestemming – wilde bedriegen en verleiden. In het boekje beschrijft hij een bezoek aan stad Verderf en de nieuwe spoorweg naar de hemelstad. Een zekere meneer Ruim-uit-de-weg geeft alle gevraagde informatie. Zo blijken er vele voorname en achtenswaardige mensen bij het stationsgebouw te staan. Allemaal lijken ze vrolijk en luidruchtig op reis te zijn naar de Hemelstad, alsof het een plezierreisje is. Het gemak van de nieuwe manier van reizen is treffend: de zware bagage hoeft niet te worden meegesjouwd. En Apollyon, de oude vijand waarmee Christen in het dal van Ootmoed zo vreselijk had moeten vechten, is machinist geworden op de locomotief… Om iets van die ‘nieuwe beleving’ te tekenen, laten we een stukje volgen uit deze uitgave. ‘Toen alle passagiers hun zitplaatsen hadden ingenomen, vertrokken we. Vrolijk ratelden we over de spoorweg. In tien minuten tijd legden we een waarschijnlijk grotere afstand af dan Christen met al zijn gesukkel in een hele dag. Terwijl we met de snelheid van een bliksemschicht voortvlogen, zagen we buiten twee vermoeide voetgangers, gekleed in hun reisplunje, met de gedeukte hoed op het hoofd, mystieke perkamenten rollen in de hand en zware lasten op de rug. De vastberadenheid van deze twee eerlijk lieden, waardoor ze liever zuchtend en struikelend hun weg vervolg- den dan van de nieuwe uitvinding te profiteren, verwekte in de wagons een algemeen gelach. In het voorbijgaan groetten we de beide pelgrims met spotternij en uitbundig plezier. Daarop zagen zij ons zo verdrietig en medelijdend aan dat onze scherts nog tienmaal zo luidruchtig werd. Ook Apollyon deed van harte mee. Hij wierp de beide voetgangers de rook van de machine in het gezicht. Een wolk van brandende stoom werd over hen uitgestort. De treinreizigers amuseerden zich er kostelijk mee (…)’.

Bestemming

Het kleine geschriftje eindigt vrij abrupt. Naar de ‘nieuwe beleving’ van de bekering ligt er aan het einde van de reis een veerboot over de doodsjordaan. Daar bemerkt de schrijver al verwarring en vrees onder de passagiers. Ook meneer Ruim-uit-de-weg komt openbaar als hij wegvlucht met ‘een vonk van een akelige vlam uit allebei zijn ogen’.

‘Met een rilling en hartschudding ontwaakte ik’, schrijft Hawthorne. ‘Dank hemel! Het was een droom!’

Lezer(es), laat u ook in deze tijd niet bedriegen. De waarach- tige bekering van elke zondaar bestaat nog altijd uit twee stukken: in de afsterving van de oude en de opstanding van de nieuwe mens (Heidelbergse Catechismus, Zondag 33). De volgorde kan niet worden omgekeerd. Eerst is er dat hartelijk leedwezen dat wij God door onze zonden vertoornd hebben en de zonden hoe langer hoe meer haten en vlieden. Zonder de ontdekking en doorleving van onze ellendestaat zal er nimmer die hartelijke vreugde in God door Christus zijn en een ernstige lust en liefde om naar de wil van God in alle goede werken te leven.

Rectificatie

In het vorige nummer is een storende fout geslopen: het gaat natuurlijk bij Gods alomtegenwoordigheid over een onmededeelbare eigenschap. Met dank aan diverse oplettende lezers van de achterpagina.


Vraag?

Heb jij/hebt u ook een vraag? Mogelijke vragen over onderwerpen binnen de doelstelling van De Saambinder kun jij/kunt u mailen naar ds. B. Labee of hem per post toezenden (zie colofon). Er volgt -zo mogelijk- altijd een reactie.

Echter alleen als de redactie het waardevol acht voor de lezers, volgt een antwoord op jouw/uw vraag in een nummer van De Saambinder.

Graag wel wat geduld. Er liggen nog tientallen vragen op een reactie te wachten.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 augustus 2022

De Saambinder | 20 Pagina's

Gods werk of eigen werk

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 augustus 2022

De Saambinder | 20 Pagina's