Het gekrookte riet [35]

VIERDE PREDIKATIE

Wat is een predikant gelukkig die van God een tong der geleerden gekregen heeft, om gelijk zijn Meester met de moede een woord ter rechter tijd te spreken. De Heere zei eens: ‘Het is binnen drie dagen het Pascha’, maar wij zeggen: ‘Het is binnen drie dagen het Avondmaal. Laat dit u tot een voorbereiding dienen, toets er u aan. Oordeel of u een gekrookt rietje bent, of u een rokend vlas- wiekje bent. Zo ja, ga naar het Avondmaal, in ootmoedigheid, en de Heere zal u niet breken, totdat Hij het oordeel zal uitgebracht hebben tot overwinning. God zegene dit Zijn Woord aan ons en aan ulieden om Zijns Zoons Jezus Christus wil. Amen!

De eerste vier predicaties gingen vooral over het eerste gedeelte van de tekst uit Mattheüs 12:20. In de volgende afleveringen van deze rubriek zullen gedeelten worden overgenomen uit de 12e, de 16e en de 51e predicatie, mede vanwege het pastorale karakter ervan.

TWAALFDE PREDIKATIE

Wij lezen in Psalm 42:6 en 12: ‘Wat buigt gij u neder, o mijn ziel, en wat zijt onrustig in mij? Hoop op God, want ik zal Hem nog loven; Hij is de menigvuldige Verlossing mijns aangezichts, en mijn God’. Daar hebt u een onrustig hart, een hart dat bekommerd is over zijn staat. Men zou er wel van mogen zeggen, gelijk er staat in Mattheüs 11:7: daar ziet u een riet dat van de wind ginds en weder bewogen wordt. En zo dat nog teveel is, zo er nog teveel kracht in een riet is, dan zouden we zeggen, daar ziet u een gekrookt riet, dat gekrookt en gekneusd is, dat men moeilijk overeind kan houden. Daar ziet u een ziel die het hoofd laat hangen als een bieze, daar ziet u een hart dat veel met zwarigheden bezet is.

Wat doet dat neergebogen hart, geeft het zich aan de vijand gewonnen? Staat dat schepsel en maakt het uitvluchten, opdat het al de troost die hem van Godswege wordt toegediend, krach- teloos maken zou? Neen. Het slaat een geheel andere weg in. Het gaat liever eens naar binnen zien. Zo’n neergebogen hart doet twee dingen; aan de ene kant gaat het eens zien wat reden God heeft om zo met hem te handelen; en aan de andere kant gaat het zien om welke reden hij zo geslingerd werd. Hij doet als Psalm 77:7: ‘Ik overlegde in mijn hart, ik onderzocht des nachts op mijn leger’. Hij doet als Klaagliederen 3:40: ‘Laat ons onze wegen onderzoe- ken en doorzoeken’.

Als dat vrome hart zichzelf zo een examen ingesteld heeft, geeft het ‘t laatste examen aan God. Het zegt: ‘Proef en onderzoek Gij mij, Heere!’ (Ps. 26). En met Psalm 139 zegt hij: ‘Zo ik iets mis, ontdek het mij, en is er een schadelijke weg bij mij, leid mij op de eeuwige weg, en breng mij wederom terecht’.

(wordt vervolgd)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen