Gedachten over… ‘aangekleed of uitgekleed worden’

Het was voor de persoon die dit hoorde de meest scherpe, maar ook de meest nuttige preek die hij in zijn leven hoorde. Het ontnam hem alles en zette hem overal buiten. Hij werd er door ‘uitgekleed’. Dat viel niet mee. Maar het maakte hem nu juist een geschikt voorwerp voor de openbaring van de Middelaar en Zijn gerechtigheid. Voor het vrome vlees is dat pijnlijk. Maar het profijt ervan is groot. Het is ook een uitdrukking die op Gods Woord gegrond is. Immers, we lezen in 2 Korinthe 5:17: ‘Zo dan, indien iemand in Christus is, die is een nieuw schepsel; het oude is voorbij gegaan, zie, het is alles nieuw geworden’.

Tot Mijn gedachtenis

Wat kan het benauwen als in pastorale gesprekken met mensen die deelnemen aan de bediening van het Heilig Avondmaal de vraag gesteld wordt hoe Christus in de ziel een gestalte heeft gekregen, en het antwoord uitblijft. Dan komt toch als vanzelf de vraag aan de orde op welke grond dan de gang naar de heilige tafel des Heeren gemaakt wordt. Het is de instel- ling van Christus Zelf, waarvan Hij gezegd heeft: ‘Doe dat tot Mijn gedachtenis’. Hoe komt het toch dat we zulke mensen aantreffen? Luisteren ze niet naar de scherpe, afsnijdende prediking? Leggen ze die naast zich neer? Of horen ze die niet meer?

Nu zal de vraag gesteld kunnen worden: is er dan geen geestelijk leven voor de bewuste kennis van Christus? Sommigen leren dat inderdaad zo. Een tijd geleden kwam me de volgende zinsnede onder ogen: ‘Er is geen wezenlijke smart over de zonde voordat we oog in oog staan met de Zaligmaker’. Als dat zo zou zijn, betekent dit dat er geen ware zondesmart kan zijn door de kennis van onze ellendigheid uit de wet. Zouden we werkelijk moeten ver- onderstellen dat Saulus van Tarsen in de drie dagen dat hij niet at en dronk, geen ware smart over de zonde heeft gehad? Immers, hij had toen niet oog in oog gestaan met Jezus als zijn Zaligmaker, wel als zijn Rechter.

We zijn er diep van overtuigd dat, als Gods Geest ons door de heilige wet onze zonden voor ogen stelt, er een hartelijk leedwezen geboren wordt. We zijn er ook van over- tuigd dat die zondekennis leidt tot een hartelijke overbuiging en de weg baant tot de kennis van de Zaligmaker.

Wij erkennen wel dat er veel algemene overtuiging van zonde kan zijn, die soms moeilijk te onderscheiden is van de zalig- makende overtuiging. Toch zijn we ervan overtuigd dat het onderscheid ten diepste hemelsbreed is. De algemene overtuiging brengt ons tot een wettisch leven, of tot een lichtvaardig aangrijpen van Jezus. Het brengt nooit tot de hartelijke over- buiging. De zaligmakende overtuiging is de weg waardoor de Heilige Geest een zondaar pasklaar maakt voor de kennis van Christus. Zo’n zaligmakend overtuigde is dus een wedergeborene, een levend gemaakte ziel.

Bewenen van de zonde

Kan nu iemand op grond van die overtui- gingen de conclusie trekken een kind van God te zijn? Dat is onmogelijk. Die over- tuiging van zonde zet hem namelijk overal buiten. En al kan zo iemand een teer gebedsleven hebben en een hartelijke zoetheid in het bewenen van de zonde, toch blijft hij/zij een buitenstaander. Wij kunnen en mogen zo iemand nooit de handen opleggen.

Wat is het een verantwoordelijk werk om in de prediking en in het pastoraat aan zulke zielen leiding te geven, ze niet op te bouwen in hun gestalten, maar heen te leiden naar Christus. Het is zo’n groot verschil of we in de prediking met onze ellen- debeleving worden ‘aangekleed’ of worden ‘uitgekleed’. Als u met uw ellendebeleving in de prediking ‘aangekleed’ wordt en uiteindelijk, zonder kennis van Christus, uzelf voor een kind van God houdt en aan de bediening van het Avondmaal deel- neemt, is dat tot grote schade van uw ziel. U zult in die weg nooit de rust voor uw ziel vinden, nooit op het enige Fundament der zaligheid neerzinken, maar altijd geslin- gerd blijven worden.

In een afsnijdende prediking, waarin geen enkele grond of bedekking buiten Chris- tus overblijft, wordt u ‘uitgekleed’. En een uitgeklede zondaar is het gepaste en geschikte voorwerp om bekleed te worden met Christus’ gerechtigheid.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen