Een kreupele bedelaar genezen
Deze bedelaar is kreupel vanaf zijn geboorte. Zijn voeten zijn verlamd. Hij kan niet werken voor de kost. Daarom komen ze hem elke dag halen. Dan dragen ze hem naar een plaats waar veel mensen langskomen. Het is een gunstige plek om te bedelen: aan de deur van de tempel, genaamd ‘de Schone’.
En een zeker man, die kreupel was van zijner moeders lijf, werd gedragen, welken zij dagelijks zetten aan de deur des tempels, genaamd de Schone, om een aalmoes te begeren van degenen, die in de tempel gingen (…) En Petrus zeide: Zilver en goud heb ik niet, maar hetgeen ik heb, dat geve ik u; in den Naam van Jezus Christus, den Nazarener, sta op en wandel! En hem grijpende bij de rechterhand, richtte hij hem op, en terstond werden zijn voeten en enkels vast. Handelingen 3:2,6,7
Wat is die man afhankelijk! Hij zit de hele dag op de grond. Lager kan hij niet zakken. Hij moet de hele dag maar omhoogkijken. Vragen. Smeken. Schooien. En zijn lege hand ophouden. Hij heeft niets verdiend, want hij heeft niet gewerkt. Hij moet dus van het gegevene leven.
Is het geen uitnemend beeld van een geestelijke bedelaar? Wanneer de Heilige Geest een mens van geestelijk dood, levend maakt, leert hij dat hij heel zijn leven nog tot niets goeds in staat geweest is. En het wordt: ‘Ik heb nog nooit Gods eer bedoeld! Ik heb een onvruchtbaar leven geleid! Ik ben geboren als een mens die niet wandelen kan op het pad van Gods geboden. Geboren als een Adamskind’. Gods Geest maakt u ‘Adam voor God’: ‘Wíj zijn van ‘t heilspoor afgegaan’, in het paradijs. En nu ben ik in ongerechtig- heid geboren. En nog elke dag kan ik niet verder komen dan God tergen, beledigen en onteren. Er komt een hartelijke gewilligheid om mijn zonde te belijden voor Gods aangezicht:
‘‘k Wil mijn misdaân, die U tergen,
Niet verbergen,
Ik bedek voor U die niet’
(Psalm 38:18).
Ik moet sterven en ik kan niet sterven. Want sterven is God ont- moeten. En het ergste is: ‘Ik ben God kwijt om eigen schuld. En ik kan Hem niet meer missen’. Dit leert me bedelen, roepen tot God. Dan verkeer ik laag bij de grond, omhoog blikkend, Hem smekend om een genadegift. Met lege handen.
Maar daar ben ik nu juist een vijand van, om met lege handen te bedelen. Ik wil niet, net als die bedelaar, volslagen aan de grond zitten. Daarom is nadere ontdekking door Gods Geest zo nodig. Want ik had gaandeweg iets opgebouwd, om op te leunen en te steunen: mijn indrukken, mijn tranen en gestalten, mijn levensverbete- ring, mijn… gebedel, mijn uitreddingen. Maar als Gods Geest doortrekt, toont Hij mij het walgelijke van mijn eigengerechtig- heid. Dan leert Hij mij geheel rechteloos te zijn. Geheel onwaardig om gered te worden. Dan kan ik de Heere niets meer laten zien, niets meer aanbieden. Dan is mijn hart leeg, dan zijn mijn handen leeg. Vuil en bemodderd bovendien. Dan ga ik doorleven dat ik met alles wat er in mijn leven gebeurd is voor God niet kan verschijnen.
‘Uitgeteerd door al mijn klachten,
Zijn mijn krachten,
Zeer verbrijzeld en vergaan’
(Psalm 38:8).
Wat een zegen als ik de psalmdichter hartelijk mag nazeggen: ‘Heere, Uw doen is rein, Uw vonnis is gans rechtvaardig’. In deze diepe nood toont u de Heere uw geestelijk lamme voeten, uw afgekapte handen, uw onwillige hart, uw zwarte goddeloosheid. En u bedelt in die heil- zame wanhoop:
‘Heer’, ik voel mijn krachten wijken,
En bezwijken,
Haast U tot mijn hulp, en red’
(Psalm 38:22).
Petrus en Johannes
Terug naar Handelingen 3. Petrus en Johannes komen bij deze kreupele bedelaar. Ze zeggen: ‘Zie op ons’. Dat wil zeggen: ‘Kijk ons eens goed aan, nu komt er iets belangrijks!’ En ja, dan klinkt het: ‘In de Naam van Jezus Christus, de Nazaréner, sta op en wandel’.
Petrus en Johannes wijzen van zichzelf af. De kreupele bedelaar moet het niet van mensen hebben. Hij moet het niet van discipelen of apostelen hebben. Ambts- dragers zijn mede-zondaars. Zij moeten ook als een bedelaar door het leven. ‘Stel op prinsen geen betrouwen!’ Alleen in de Naam van Jezus Christus is genezing mogelijk. En dat wonder geschiedt hier! Zo is het ook geestelijk. Alleen de gerechtigheid van Christus is voor God genoegzaam tot betaling. De Heere kan van mij niets gebruiken. Alleen in de Naam van Jezus Christus is verzoening mogelijk. Alleen door de toepassing van Zijn bloed is verzoening en vrede met God mogelijk. In vers 16 lezen we dat de Heere het ware geloof werkte in het hart van deze kreu- pele bedelaar.
Wandelen en God loven
Geliefde lezer(es), hebben wij al genezing ontvangen van onze zonde en ongerechtig- heid, onze schuldige onmacht, onze onwil en ongehoorzaamheid, ongeloof, onze weigerachtigheid en dubbelhartigheid, onze vijandschap?
Doe dan als deze man (vers 9): geef God alleen de eer: ‘En al het volk zag hem wan- delen en God loven.’ In zulke ogenblikken denkt Gods kind dat hij de Heere nooit meer verdriet zal doen. Maar dat zal tegenvallen! Hij blijft een zondaar. Daarom blijft hij in zijn aardse leven altijd een bedelaar:
‘Want, o Heer’, ik ben aan ’t zinken,
En tot hinken
Ieder ogenblik gereed.
‘k Heb mijn smart en onvermogen
Steeds voor ogen’
(Psalm 38:17).
Gods kind wordt tot een bedelaar gemaakt. Hij wordt ook in het leven van heiligmaking aan de grond gehouden. Hij blijft een bedelaar tot de laatste snik. Het waren de laatste woorden van Maar- ten Luther: ‘Wij zijn bedelaars. Dat is waar.’
Soeverein welbehagen
Mist u dat bedelaarsleven? Bent u nog niet ontdekt aan uw ellendige staat? Of heeft u nog een beetje godsdienst op zak? Smeek om als een bedelaar te mogen zijn. Als een kreupele. Onmachtig. Totaal afhankelijk. Onwaardig. Vraag maar te mogen zakken en zinken, totdat u niet verder kunt. En blijf daar dan maar liggen. Smekend, bedelend. Totdat… het Gode behaagt u bij uw rech- terhand te grijpen en uit die ruisende kuil van modderig slijk op te halen.
O, Hem te verwachten omdat er geen andere weg meer overbleef. ‘In de Naam van Jezus Christus, de Nazaréner, sta op en wandel!’ Alleen dan zal ook in uw leven de drie-enige God de eer kunnen ontvan- gen. Omdat Hij het heeft geschonken. Uit soeverein welbehagen.
‘Mijn God, U zal ik eeuwig loven
Omdat Gij ’t hebt gedaan. (…)
Uw Naam is voor ’t oprecht gemoed
Van al Uw gunstvolk goed’
(Psalm 52:7).
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 oktober 2022
De Saambinder | 20 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 oktober 2022
De Saambinder | 20 Pagina's