M/V
‘… naar het beeld Gods schiep Hij hem; man en vrouw schiep Hij hen’. Genesis 1:27b
Uit het stof
De mens heeft in de schepping bijzon- dere voorrechten gekregen: hij werd geschapen naar Gods Beeld. Hij mocht Gods vertegenwoordiger op de aarde zijn en regeren over de hele schepping. In Genesis 2:7 lezen we dat de Schep- per een mens formeerde. Zoals een kunstwerk geboetseerd wordt uit klei, zo maakte de HEERE een mens uit het stof van de aarde. Zijn naam ‘Adam’ is ontleend aan het Hebreeuwse woord voor ‘aarde’. Nadat zijn lichaam kunstig gevormd is, blaast de HEERE God de adem van het leven in zijn neus. Dat houdt niet alleen in dat de ademha- ling op gang komt, maar ook dat hij een ziel krijgt. Een groot verschil met de dieren! (Pred. 3:21).
Uit de rib
Zelfs vóór de zondeval was het niet goed dat de mens alleen zou zijn (Gen. 2:18). Daarom krijgt Adam een hulp. Niet boven hem, niet onder hem, maar tegenover hem. Op gelijke hoogte! Iemand die hem aanvult, helpt en steunt. Gelijkwaardig, maar niet gelijk. Net als hij geschapen naar Gods Beeld. En toch weer anders gemaakt: van een rib uit zijn lijf. Uit de plaats dicht bij zijn hart, zodat hij haar hartelijk lief zou hebben. Wanneer de Heere haar aan hem geeft, noemt Adam haar ‘Iesja’, de vrouwelijke vorm van ‘Iesj’, het Hebreeuwse woord voor man.
Verschillen
Er is een krachtige beweging op gang gekomen die stelt dat alle verschil- len tussen mannen en vrouwen door mensen bedacht zijn en dat er zelfs veel meer varianten mogelijk zijn dan de twee ‘hokjes’ M/V. Een vreselijke aanval op de schepping en op de Schepper! Hij heeft in Zijn goedheid twee soorten mensen geschapen. In Zijn wijsheid laat Hij ons geboren worden als man of vrouw. Het is Zijn wil dat we ons biologisch geslacht ook tot uiting laten komen in onze kleding (Deut. 22:5), haardracht en hoofdbedekking (1 Kor. 11), levensstijl (1 Tim. 2, Titus 2, 1 Petr. 3), opstelling binnen het huwe- lijk (Ef. 5) en plaats in de gemeente (1 Kor. 14).
‘Dat zijn allemaal bijzaken!’, hoor je nogal eens. Maar kunnen we bepaalde gedeelten uit Gods geopenbaarde wil bestempelen als bijzaken? Paulus vergelijkt in 1 Korinthe 11:3 de Bijbelse plaats van man en vrouw met de verhouding tussen Christus en Zijn gemeente, ja zelfs met de verhouding tussen God de Vader en Christus. Is dat hoofdzaak of bijzaak?
(wordt vervolgd)
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 oktober 2022
De Saambinder | 20 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 oktober 2022
De Saambinder | 20 Pagina's