Volkomen zaligheid

Onder de titel ”Volkomen zaligheid” verscheen het tweede deel van de Kelso-tracts van Horatius Bonar. Het boek bevat 17 zoge- naamde tracts, dat wil zeggen traktaten. De een is langer dan de ander, maar ze spreken direct tot de lezer. Bonar hanteert, zoals meerdere Schotse schrijvers, een zeer directe stijl, op de man af. Dat geldt zowel voor de wijze waarop hij de verschrikkelijke toekomst tekent van de mens die zonder God en Christus leeft en sterft, als voor de ruimte die er bij God vandaan is voor verloren zondaren. Voor het eerste wijs ik op tract 5, onder de titel ‘Wie kan er wonen bij een verterend vuur?’ Hij schrijft dan: ‘Zondaren, van allerlei soort, luister naar deze waarschuwende woorden, maar vooral u, zondaren te Sion’. Met zondaren te Sion bedoelt hij de naamchristenen en stelt dan de vraag: ‘Waarom zou toorn uw deel zijn?’ Ook hier volstaat hij niet met de toorn van God over de zonde te schilderen, maar wijst hij heen naar Christus als de Plaatsvervanger.

Als het gaat om de ruimte van zalig worden wijs ik op tract 3, waarin Bonar meteen de titel van het boek benoemt. Ik citeer: ‘Vol- komen zaligheid. Dat is de boodschap die we brengen. Zaligheid voor de vuilste, de schuldigste en de aller-ellendigste zondaar. (…) Niemand kan zeggen dat hij er te slecht voor staat, want Zijn zaligheid is volkomen’. Als hij dan vervolgens zondaren oproept om te komen en schrijft: ‘Kom verlorenen, kom en word zalig’, zou de gedachte post kunnen vatten dat Bonar een vermogen in de mens legt om zelf zijn zaligheid te bewerken. In tract 14, over de Zondedrager, toont hij echter op een indringende wijze aan op welke manieren blinde zielen vaak proberen hun zonden te dragen of Christus pro- beren te helpen. Christus is een volkomen Zaligmaker of Hij is geen Zaligmaker. In de beschrijving van de kracht van het Evangelie in het leven van bepaalde door hem beschreven personen (tract 15), gaat Bonar wat gemakkelijk voorbij aan de strijd die vaak doorworsteld wordt voor- dat een zondaar komt tot de kennis van Christus en hij de vrede smaakt die er in de Vredevorst is. Dit doet aan de zeer leer- zame lessen in dit boek niet af.

Horatius Bonar (1808-1889) was een vriend en geestverwant van Robert Murray McCheyne. Zijn jongere broer Andrew vergezelde McCheyne op zijn zendingsreis naar Israël. Horatius is ook de auteur van ongeveer 600 liederen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen