Een Lied In De Herberg

‘Zo, ben jij er ook weer eens’, zei vader zo gewoon mogelijk, maar zijn ogen waren vochtig.

‘Weet u nog van die vreemde gast, lang geleden, op die zaterdagavond?’ vroeg Hendrik. ‘Dat vergeet ik nooit’, bromde vader. ‘Die bracht veel onrust’.

‘Ook bij mij, vader’. ‘Bij jou?’ vroeg vader verbaasd.

‘Ja, bij mij’. Hendrik vertelde. Zijn moeder luisterde aandachtig, maar vader zat maar op zijn stoel te draaien. ‘Dus je bent een fijne geworden’, bromde vader. ‘ ’t Is wat moois’.

‘Och, vader, we moeten allemaal een keer sterven, en sterven is God ontmoeten. Dat kan niet zoals we geboren zijn’. liep naar de gelagkamer. Bij

‘Hou alsjeblieft op!’ Veermans liep naar de gelagkamer. Bij de deur draaide hij zich om. ‘Misschien wil je moeder het wel horen. Ze voelt zich niet goed. Maar ik kan nog jaren mee. Later is het vroeg genoeg om naar die praat te luisteren’. ‘Dat weet u niet, vader’. De deur ging met een klap dicht. ‘Ik ben blij dat ik dit hoor, Hendrik’, zei moeder. Het was verkeerd dat we je zo opgevoed hebben. Wat een wonder dat je weer met de Bijbel in aanraking bent gekomen’. ‘Een Goddelijk wonder, moeder. Ik hoop dat de Heere u ook te sterk wil worden’.

‘Och kind…’. Ze knipperde met haar ogen.

‘Ik ben toch zo blij dat je er bent, Hendrik. Ik voel me echt niet in orde’. nt moeder

Dan moest het wel erg zijn, dacht Hendrik, want moeder klaagde nooit. ‘Ik hoop snel terug te komen. Och moeder, vraag toch of de Heere u wil bekeren, zoals Hij al Zijn volk bekeert’.

‘Doe jij dat maar voor mij, Hendrik’.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen