Kerkbouw op Noord-Beveland

‘Schrik niet van de rommel’, verontschuldigt eigenares C. de Jong zich als ze de deur opendoet. ‘Mijn zoon maakt hier kunststof kozijnen’.

Aan de voorkant is het fraaie metselwerk boven de deur verdwenen. De kerkramen zijn nog origineel. Binnen is aan de verf op de betimmering te zien waar de banken stonden. Waar vroeger de preekstoel was, zijn in de achtergevel twee grote mendeuren aangebracht. Zo kon de camper naar binnen. Onder de orgelgalerij liet De Jong een grotere zolder aanbrengen.

Links achterin is de deur naar het consistoriekamertje. Het plafond is er laag; de witte verf bijna helemaal afgebladderd. Buiten is er een deur naar het toilet dat tegen de consistoriekamer aangebouwd is.

Hobbyruimte

Mevrouw De Jong woont pal tegenover het kerkje, samen met de gereformeerde emerituspredikant ds. A.C. Poley, die diaken is in de PKN. Hij herinnert zich hoe hij hier rond 1978 een leesdienst bijwoonde, met de Bijbelclub van studentenvereniging SSR-Utrecht waarmee hij in een vakantiehuisje verbleef. ‘Niemand groette ons’.

De Jong kwam hier in 1988 wonen. Een jaar later ging het kerkje dicht. Aannemer H. Poortvliet kocht het gebouw. ‘Hij verkocht het in 2001 aan ons. Mijn man gebruikte het als hobbyruimte. Door het gebouw te kopen, voorkwamen we dat het in handen van een projectontwikkelaar zou komen. Dan zouden we misschien iets tegenover ons krijgen wat we niet wilden. De grond aan de andere kant van het PTT-huisje naast de kerk hadden we al eerder gekocht’.

Frankianen

De Gereformeerde Gemeente van Colijnsplaat bestond ruim 58 jaar, maar had een lange voorgeschiedenis. De ledeboeriaanse predikant ds. D. Janse correspondeerde al met verschillende mensen in het dorp op Noord-Beveland. Later ontstond er een vrije Oud Gereformeerde Gemeente, die werd bediend door ds. L. Franke (1913-1922) en ds. F. Kraaijeveld (1940-1942).

Een aantal leden kwam in 1919 buiten deze gemeente te staan. Volgens een krantenbericht waren ze ‘van vurige voorstanders tot heftige tegenstanders van ds. Franke veranderd’. Twaalf jaar waren ze van een kerkgebouw verstoken. In de woning van D.C. Hage kwamen ze ’s zondags bijeen om een preek te lezen. Ze spraken wel over de bouw van een kerk, maar het kwam er aanvankelijk niet van. In maart 1931 vroegen ze of ze het kerkje van de Oud Gereformeerde Gemeente aan de Molenweg mochten kopen, ‘doch de Frankianen, die soms met 5 à 15 man kerkten, gaven het niet af’.

L. van Gilst belegde vervolgens een vergadering om te beraadslagen wat er nu moest gebeuren. J. Tazelaar (1873-1939), die ouderling in de Oud Gereformeerde Gemeente was geweest en daar oefenaar Franke tot predikant had bevestigd, had de leiding. Er werd besloten een gemeente te stichten. Ds. G.H. Kersten gaf aan dat ze zich bij de kerkenraad van Kortgene moesten melden. Tijdens een vergadering in mei 1931 onder leiding van ds. J.D. Barth werd J. Tazelaar tot ouderling en J.J. de Krijger tot diaken gekozen. Ds. Barth voer opnieuw over naar Noord-Beveland en kwam hen bevestigen. Daarmee institueerde hij de gemeente. Datum en tekst zijn onbekend; wel weten we dat het bestaan van de gemeente op 20 juli bij de overheid werd gemeld.

Kerkbouw

De nieuwe gemeente kocht een deel van de grond van H. Wabeke ‘aan den oostelijken Achterweg’. Er was echter niet genoeg geld om een kerk te bouwen. Daarom werd drie keer via een advertentie in dagblad De Banier om een lening gevraagd. Uiteindelijk kreeg de gemeente een hypotheek van W. van Ginkel in Zeist.

Daarna ging het snel. P. Hubregtse uit ’s-Gravenpolder maakte bestek en tekening. Ouderling Tazelaar legde op 30 juni 1931 de eerste steen, waarbij hij sprak over Mattheüs 7:24 en 25. Reeds op 19 september werd het gebouw opgeleverd en zes dagen later nam ds. Barth het in gebruik. Hij sprak over Psalm 51 vers 20: ‘Doe wel bij Sion naar Uw welbehagen, bouw de muren van Jeruzalem op’. Tijdens een ledenvergadering werd gevraagd wie er koster wilde worden. Drie van de dertien aanwezigen gaven zich op, waarna J. Hage werd gekozen. De koster had ‘gratis vruchtgebruik van de grond rond de kerk en het recht om water uit de kerkenbak te verkopen à 2 cent per emmer’.

wordt vervolgd

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen