Remonstranten verstaan vrije genade niet
Het vierde van de zes onderdelen van het Besluit, het nawoord bij de belijdenis van Dordt, vraagt onze aandacht. Het zijn vier ernstige vermaningen aan het adres van de lasteraars.
‘Weet toch wat u doet. Kom terug van deze dwaalweg’, zo vermaant Dordt. De lasteraars verstaan de waarheid niet, weten niet wat genade inhoudt. Genade staat tegenover verdiensten van ons mensen. Genade is vrije gunst zelfs tégen verdiensten. Ze is het omgekeerde van wat wij overtreders verdienen. Remonstranten verstaan dit niet. Ze maken Gods aanbiddelijke en soevereine genade in Christus verdacht en stellen die in een kwaad daglicht. Ook de belijders van Dordt worden gelasterd. Zij beginnen immers in hun denken en spreken met hoofdstuk I par. 1: ‘Aangezien alle mensen in Adam gezondigd hebben, en des vloeks en des eeuwigen doods zijn schuldig geworden, zo zou God niemand ongelijk hebben gedaan, indien Hij het ganse menselijke geslacht in de zonde en vervloeking had willen laten en om de zonde verdoemen volgens Rom. 3: 19, 23 en Rom. 6: 23’. Wanneer een mens daar niet gebracht en gehouden wordt, dan blijft de leer van Dordt een ergernis, een struikelblok. Het verzet ertegen is zo dwaas en gevaarlijk. Het hartelijk buigen eronder is zo heilzaam.
Gods oordeel
Omdat de remonstranten tot de belijders van de leer van Dordt vals spreken over de leer van vrije genade, waarschuwt de synode ‘… dat zij toezien wat zwaar oordeel Gods zij op zich laden’. Onze vaderen willen de belijdenis pas afsluiten, nádat ze deze ernstige waarschuwing in bewogenheid hebben laten horen: ‘Weet waar u mee bezig bent. Besef dat wie Gods volk aanraakt, Zijn oogappel aanraakt (Zach. 2:8). Het bestrijden en belasteren van de schapen (Hand. 9:4) is het belasteren van de Herder der schapen Zelf. U kunt niet alles maar zeggen en schrijven, want God komt erop terug. Zijn veroordelend vonnis rust erop’. Waar maakten de remonstranten zich dan aan schuldig? ‘… die tegen zo veel Kerken en zo veler Kerken belijdenissen spreken…’. De afgevaardigden naar de Synode van Dordrecht kwamen overal vandaan. Het was een internationaal gezelschap. De buitenlandse vertegenwoordigers hadden ook deelgenomen aan het beraad. Tussen 1517 en 1618/19 waren in allerlei landen veel gereformeerde belijdenisgeschriften verschenen om de kerken te dienen met eendracht en duidelijk Schriftuurlijk onderwijs. De lasteraars moeten beseffen dat zij niet slechts nationaal ingaan tegen de belijdenis, maar ook internationaal.
Verwarring
Het derde waarmee Dordt wil waarschuwen, is dat de remonstranten zoveel kwaad aanrichten in de kerk. We moeten hier bedenken dat de gereformeerde kerk in ons vaderland nog maar net ontstaan was. De kerk was nog zo pril en kwetsbaar. Daarbij was het ook nog eens oorlogstijd. Het land was verwikkeld in de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) met Spanje. Kerkelijk was alles kwetsbaar en politiek was alles hachelijk en onzeker. Wie in zo’n tijd een groot conflict binnen de kerken veroorzaakt, laadt een grote schuld op zich. Verdeeldheid zaaien is altijd vreselijk, maar zeker in een ernstig tijdsgewricht! Wie zijn daar vooral de dupe van? De lasteraars ‘beroeren de consciëntie der zwakken’. De zwakken in de kerk en in de samenleving lijden het meest onder deze verdeeldheid. Wat draag je als aanstichters dan toch een verantwoordelijkheid! Wat doe je de kerkmensen, vooral de kwetsbare en onwetende mensen aan!
Verdeeldheid
De vierde waarschuwing wijst op het gevaar van verdeeldheid onder Gods kinderen. De lasteraars ‘zoeken bij velen de gemeenschap der ware gelovigen verdacht te maken’. Het leidt tot polarisatie, er wordt onderling wantrouwen gewekt. Men gaat elkaar schuwen en mijden. Er gaan scheuren lopen door de kerken de geloofsgemeenschap. Wat een ellende! En waarom? Omdat men eigenwillig zichzelf handhaaft. Men wil de hals niet buigen onder het juk van Christus, zich niet laten gezeggen door het eenvoudige Schriftgetuigenis en door zoveel belijdenissen van binnen- en buitenlandse kerken.
Wat is eigenwillige godsdienst toch vreselijk. Dat vreet voort en daarop rust Gods ongenoegen. Wat brengt zelfhandhaving allemaal niet teweeg? Het verabsoluteren van het eigen gelijk brengt slechts duisternis. Reactiedenken is levensgevaarlijk, voor je ziel en voor de kerk.
Bijna ten onder
In hun Voorrede bij de Leerregels brengen de vaderen deze crisistijd als volgt onder woorden: ‘Want alzo de Kerk niet alleen door openbaar geweld … maar ook door listigheid der verleiders van den beginne is bestreden, voorwaar indien de Heere haar te eniger tijd van de heilzame hulp Zijner beloofde tegenwoordigheid had ontbloot, zij zou al overlang óf door geweld der tirannen zijn verdrukt geweest óf door de arglistigheid der bedriegers ten verderve verleid’. We lezen hier over het blijvende gevaar van de arglistigheid der bedriegers! Het tere plantje van de kerk in ons vaderland was in groot gevaar. Het dreigde kort na het ontstaan, in de eerste eeuw na de Reformatie, al weg te zakken in dwaling en heidendom, zoals dat in andere Europese landen ook het geval was geweest.
Wat was nu de oorzaak dat men kerkbreed zo gemakkelijk dreigde mee te gaan met het remonstrantse denken? Dit: het kerkvolk kende de eigen belijdenis niet. En het remonstrantisme was ook toen al een godsdienst naar de mens.
wordt vervolgd
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 maart 2023
De Saambinder | 24 Pagina's