Samuël en de Profeten
Zou ik verhalen van… Samuël en de profeten? Hebreeën 11:32
Samuël is Hanna’s zoon, zoon van de vrouw die stille smart draagt. Peninna is zoveel gelukkiger dan zij. Peninna heeft kinderen, Hanna niet. Peninna is zich goed bewust van haar bevoorrechting boven Hanna. Zo tergt zij Elkana’s onvruchtbare vrouw, om haar te vergrimmen. Elkana moge zijn Hanna tegemoet komen, haar een aanzienlijk deel geven boven Peninna met haar zonen en dochteren, doch deze liefdesbehandeling van haar man kan Hanna’s verdriet niet wegnemen. Hanna lijdt in stilte. Huiselijk leed verteert haar. Het doet haar wenen voor God, smeken in het heiligdom van Jehova. Gods hand is in dit leed. Hij bestuurt ook Hanna’s weg. In deze verborgen, diepe zielenroerselen werkt de Heere de eerste beginselen van het verwekken van Israëls losser.
Wonderlijk, die wegen Gods. De Filistijnen heersen over Israël. Vernedering, boetvaardige schuldbelijdenis en wederkeer tot God zoekt u bij het oude bondsvolk vergeefs. De Heere is de Eerste. Hij staat op tot Israëls verlossing. Zijn arm heeft heil beschikt. Dát is het wat Gods volk leren moet en telkens weer verstaan moet: ‘Ik doe het niet om uwentwil’. Dat kan niet, dat God het om iets in de mens doen zou. Dan was het voor Gods volk verloren. Wie is er, die naar God vraagt? Zou de Heere daar op wachten?
wordt vervolgd
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 juni 2023
De Saambinder | 20 Pagina's