Schrift en belijdenis
‘Op grondslag van Schrift en belijdenis’ was vanouds een gangbare uitdrukking in de gereformeerde gezindte. Als typering van het kerkelijk leven en ook als basis voor allerlei organisaties.
Uiteraard moest de verhouding tussen die beide wel goed verwoord worden. Het zijn geen twee gelijkwaardige zaken. Onze gereformeerde belijdenis zien we als een getrouwe samenvatting van de hoofdwaarheden van de Bijbel.
Recent sprak prof. W. Ouweneel in een podcast van het Nederlands Dagblad zijn verbazing uit over het gemak waarmee gereformeerden de binding aan de belijdenis hebben losgelaten. Dat gold zowel voor de nieuwe fusiekerk van vrijgemaakten en Nederlands gereformeerden als voor de Christelijke Gereformeerde Kerken en de Protestantse Kerk in Nederland. Terwijl in de belijdenisgeschriften duidelijk wordt opgesomd wat waarheid is en dwaling, vinden vele gereformeerden het niet meer zo belangrijk of je dat nu allemaal nog zo gelooft of niet. Het gaat hen naar eigen zeggen veel meer om het discipelschap en de navolging van Christus.
Broeders en zusters
Ouweneel, die zelf behoort tot de Vergadering van gelovigen, geeft daarmee een rake typering van de recente ontwikkelingen. De leer is tegenwoordig onbelangrijk geworden. Het gaat er om of je ‘iets met Jezus hebt’. Dan kun je elkaar als broeders en zusters aanvaarden. Vandaar ook dat de grenzen tussen protestant en rooms-katholiek zijn weggevallen. Onze belijdenisgeschriften zijn opgesteld om tegenover allerlei dwalingen de waarheid van Gods Woord te belijden. De Nederlandse Geloofsbelijdenis weet van het onderscheid tussen de ware en de valse kerk. In de Heidelbergse Catechismus gaat het om de enige troost beide in leven en sterven en wat bevindelijk gekend moet worden om daarin te delen. De Dordtse Leerregels belijden dat wanneer God Zijn werk volbracht heeft, het dan niet een keuze van de mens is om wedergeboren te worden of niet wedergeboren te worden.
Dat zijn fundamentele zaken die verbinding geven. Het gaat om de eenheid in het ware geloof. Daarom spreken we ook van de Drie Formulieren van Enigheid. Maar ze veroorzaken ook onenigheid. Ze maken ook scheiding. Allerlei dwalingen worden immers afgewezen. Dat is tegenwoordig bij velen die zich nog wel gereformeerd noemen niet meer aan de orde. Dat voelt niet goed. Men wil juist christenen verbinden. Inclusief denken heet dat.
Wereldkerk
Men wil oog hebben voor de wereldkerk. Maar daarbij moet het ons wel gaan om de wereldkerk van het smalle pad. De geldingskracht van onze belijdenisgeschriften beperkt zich immers niet tot de Nederlandse situatie. Onze catechismus komt uit Duitsland. Wat wij nu de Nederlandse Geloofsbelijdenis noemen werd door Guido de Brès in het Frans geschreven en kreeg de naam van Confession de Foy (Belijdenis van het geloof). Confessio Belgica was de Latijnse naam. De Dordtse synode die de Dordtse Leerregels opstelde, droeg duidelijk een internationaal karakter. De discussies werden gevoerd in het Latijn. We voelen ons ook verbonden met de Westminster Confessie die in Engeland werd opgesteld.
Uiteraard hebben belijdenisgeschriften altijd een zekere tijdbepaaldheid. In de geloofsbelijdenis van Athanasius komen de Drie-eenheid en de twee naturen van Christus uitgebreid aan de orde. Dat waren in die tijd belangrijke strijdvragen in de kerk. In onze Drie Formulieren wordt vooral de leer van Rome bestreden, maar ook die van de wederdopers en de remonstranten. Soms richt men zich tegen bepaalde opvattingen van Luther.
Voor altijd alles
Het is ook niet zo dat in onze belijdenisgeschriften voor altijd alles gezegd is wat belijdend gezegd moet worden. De vrouw in het ambt wordt niet afgewezen. Het homohuwelijk ook niet. Sommige kerken hebben aan de Westminster Confessie een artikel toegevoegd over de zending. De Gereformeerde Gemeenten hebben in 1931 uitspraken gedaan over het genadeverbond. Het is jammer dat onze belijdenis niets zegt over Gods beloften aan het Joodse volk. Maar evenzeer is er reden om stelling te nemen tegen allerlei gevaarlijke Israëltheologieën.
Uit piëteit met het verleden en om onrust in de kerk te voorkomen, houden bepaalde kerken officieel hun binding aan de gereformeerde belijdenis in stand. Maar helaas heeft Ouweneel gelijk als hij constateert dat die binding bij (een groot deel van) het kerkvolk verdwenen is. Hoe zou dat onder ons zijn?
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 juni 2023
De Saambinder | 16 Pagina's