Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Meester, predikant, politicus

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Meester, predikant, politicus

6 minuten leestijd

In het vorige artikel ging je met ds. G.H. Kersten in gesprek over zijn jeugdjaren. Je las hoe hij verzoening mocht krijgen en hoe de Heere hem al jong riep om predikant te worden. Het gesprek gaat in dit tweede artikel verder. Want hoe werd hij uiteindelijk dominee? Hoe was dat voor hem? En welke rol speelde hij in het kerkverband waar jij toe behoort?

U werd op elfjarige leeftijd geroepen door de Heere om dominee te worden. Wat deed u voordat u dominee werd?

Eerst heb ik de toenmalige lerarenopleiding gedaan. Na enkele jaren was ik meester op een school. Ouders en andere leerkrachten vonden me echter meer dominee dan meester.

Hoe kwam dat?

De school hoorde bij de Gereformeerde Kerken. Nou, dat was te merken. Kinderen kregen te horen dat ze vanwege hun doop wedergeboren verbondskinderen waren. Daar maakte ik me grote zorgen over, want die leer is niet Bijbels. Laat ik het ook tegen jou zeggen: Het is niet genoeg dat je gedoopt bent, naar catechisatie komt en een betrokken kerkganger bent. Het is nodig dat je door het geloof in Christus wordt ingeplant en dat je een ander leven leert kennen. Dat hield ik die kinderen ook voor, maar dat werd me niet in dank afgenomen. Dus moest er na de vakantie een gesprek komen met het schoolbestuur.

Zulke kritiek valt niet mee...

Het viel me inderdaad zwaar, ook omdat ik nog erg jong was, amper achttien jaar. Met mijn gezondheid ging het niet zo best, dus besloot ik de zomervakantie door te brengen in Rijssen. Daar had ik enkele geestelijke vrienden. Tijdens deze vakantie kreeg ik volstrekt onverwachts een vraag van ds. P. van der Heijden of ik zou willen spreken in zijn gemeente. Daar in Rijssen heb ik voor het eerst in het openbaar gesproken.

Hoe ging dat?

Niet best. Er zat een man te dutten en daar maakte de duivel gebruik van door me in te fluisteren dat het allemaal maar verstandswerk van me was. Op een bepaald moment kon ik niet verder en heeft de dominee het van me overgenomen. Aan het einde van diezelfde vakantie ben ik naar Lisse gegaan. Door Gods wonderlijke leiding mocht ik ook daar weer voorgaan, twee keer zelfs. De Heere heeft me toen bijzonder geholpen.

En zo werd u dominee?

Zover was het nog niet, want ik werkte nog steeds op school als onderwijzer. Na de vakantie volgde het gesprek met het schoolbestuur. Dat liep erop uit dat ze me geen vaste aanstelling wilden geven, omdat ik kinderen zag als dood in zonden en misdaden, als kinderen die wedergeboorte nodig hadden. Daar waren ze het niet mee eens.

In diezelfde tijd hoorde de kerkenraad van mijn gemeente dat ik een paar keer was voorgegaan. Er volgde een gesprek en op een eerstvolgende kerkelijke vergadering met meerdere gemeenten werd ik als oefenaar aangesteld. Ik mocht dus preken, maar nog geen sacramenten bedienen. De gemeente in Meliskerke vroeg of ik daar wilde komen. Al snel daarna maakte de Heere duidelijk dat dit de weg was die ik moest gaan. Ik mocht ook stoppen met het werk op school. Nog weer later ben ik in Meliskerke bevestigd als predikant.

Hoe vond u het om te preken?

Het is mooi, maar ook moeilijk werk.

Ik merkte al snel dat het belangrijk is dat je als toekomstig predikant een goede opleiding nodig hebt. Anders gaan de preken allemaal op elkaar lijken. Of een dominee gaat dingen willekeurig vergeestelijken. Er is kennis nodig, grondige kennis. Ook van de grondtalen.

Vond u het daarom zo belangrijk dat er een Theologische School kwam?

Daar heb ik me inderdaad voor ingezet. Toen de Theologische School in 1927 in Rotterdam werd geopend, was ik bijzonder dankbaar. Lang heb ik ervoor gestreden en eindelijk was het zover. Ook ben ik daar docent geweest. Zelf heb ik geen theologische opleiding kunnen doen, maar die had ik achteraf gezien wel nodig. Veel kennis heb ik me eigen moeten maken door zelfstudie. Maar een kerk kan niet zonder goed opgeleide predikanten.

Klopt het dat u de Gereformeerde Gemeenten hebt opgericht?

Laat ik het zo zeggen: twee groepen kerkgangers groeiden steeds meer naar elkaar toe. De kerkelijke verdeeldheid deed me pijn en ik heb veel energie gestoken in het één maken van de toenmalige kruisgemeenten en de ledeboerianen. Dat is met hulp van de Heere en van andere predikanten uiteindelijk gelukt.

Dat is iets om trots op te zijn, toch?

Ach welnee! Het was werkelijk nood en de scheiding van Gods kerk deed me pijn. Ik zag onze kerk vaneen gescheurd. Dat deed me soms net zo’n pijn alsof er een zwaard door mijn hart werd getrokken. Denk niet dat dit alles een hobby van me was. Deze twee groepen bijeenbrengen voelde als een dure plicht ten opzichte van de Heere.

Is de Gereformeerde Gemeenten volgens u de enige echte kerk?

Zeg dat nooit! Niet één brokje van de kerk in Nederland mag zeggen: ‘Wij zijn de kerk van Nederland’. Wij dus ook niet. Dat er zoveel verschillende kerkverbanden zijn, is schuld. En het is onze plicht om de kerk van Nederland één te laten zijn.

U hebt in ieder geval een goede stap gezet. Was u tevreden met het resultaat?

Natuurlijk was er vreugde in 1907, toen de eerste vergadering van de Gereformeerde Gemeenten werd gehouden. Maar helaas waren er ook die niet mee konden met onze vereniging. Zo ontstond er toch weer een ander kerkverband: de Oud Gereformeerde Gemeenten. En toch: kerkelijke eenheid blijft een belangrijke plicht.

U had op school een lastige tijd gehad als meester. Hoe keek u als dominee tegen de scholen aan?

Meer en meer werd ik ervan doordrongen dat er eigen scholen moesten komen. De kinderen hoorden op de toenmalige christelijke scholen niet dat wedergeboorte zo noodzakelijk is. Daarom waren eigen scholen nodig, waar de kinderen hoorden dat ze opnieuw geboren moesten worden. Met alle strijd die het gekost heeft - en die was er veel - heeft dit me altijd gedrongen. Het is een wonder dat de scholen er kwamen.

U werd ook politiek actief. Hoe ging dat?

Je moet weten dat in 1917 de grondwet werd aangepast, zodat alle mannen stemrecht kregen. Daardoor maakten ook kleinere groepen kans op een zetel in de Tweede Kamer. Samen met enkele politieke vrienden hebben we een vergadering belegd en een politieke partij opgericht, de Staatkundig Gereformeerde Partij. Ik vond het belangrijk dat de Bijbelse boodschap ook in de maatschappij klinkt. Bij de eerstvolgende verkiezingen lukte het nog niet om een zetel te bemachtigen, maar wel bij de volgende verkiezingen in 1922. Binnen de kerk leefde de vraag of een dominee zich wel met politiek moest bemoeien. Na het nodige onderzoek heb ik me toch beschikbaar gesteld. De dag van de verkiezingen was er veel gebed voor de SGP. De Heere heeft die gebeden verhoord en we kregen een zetel.

We hebben blijkbaar veel aan u te danken…

Dank de Heere er maar voor. Waar het allereerst om gaat, is je behoud. Als je ziel de wereld liefheeft boven God en Zijn dienst ga je verloren. Tenzij herscheppende genade je van je zonde en schuld reinigt en verlost. Val God te voet! Vraag naar de Heere en Zijn sterkte.

wordt vervolgd

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 september 2023

De Saambinder | 24 Pagina's

Meester, predikant, politicus

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 september 2023

De Saambinder | 24 Pagina's