Het Geloof in het Lijden
De vrouwen hebben haar doden uit de opstanding wedergekegen; en anderen zijn uitgerekt geworden, de aangeboden verlossing niet aannemende, opdat zij een betere opstanding verkrijgen zouden. Hebreeën 11:35
Door het geloof worden de door onweder voortgedrevenen versterkt om het kruis te dragen dat hun is opgelegd. We zagen in het tweede boek der Makkabeeën twee aangrijpende voorvallen daarover. Daarop heeft, naar vermaarde uitleggers oordelen, Paulus het oog gehad. We lazen reeds over het eerste, de marteldood van Eleazar. Het andere voorval gaat over zeven broeders. Ze werden met hun moeder gevangen genomen en met gesels en riemen geslagen. Door hun trouw en grote vrijmoedigheid werd de koning tot woedende toorn gebracht. Hij beval de oudste voor de ogen van zijn moeder en broeders de tong uit te snijden en handen en voeten af te kappen en daarna in een pan te braden. Zo handelde men met allen, één voor één. Maar, gesterkt door het geloof vermaanden zij elkander om onversaagd te sterven; want ‘God, de Heere, zal het recht aanzien en ons genadig zijn’. Deze moeder zag haar zeven zonen op één dag na elkaar gemarteld en gedood worden. Ze verdroeg het met grote lijdzaamheid, wegens de hoop die zij op God had. Daardoor werd zij zo moedig dat zij de ene zoon na de andere troostte. Ze sprak tot hen: ‘Ik ben wel uw moeder en heb u gebaard, maar de adem en het leven heb ik ulieden niet gegeven, daarom zal Hij, Die de wereld en alle mensen geschapen heeft, u de adem en het leven genadig wedergeven, gelijk gij het nu voor Zijn wet waagt en overgeeft’. Nadat de koning haar ernstig had vermaand haar jongste zoon de marteldood te besparen, vuurde zij integendeel de jongen te meer aan niet te bezwijken. ‘Vrees niet voor de beul’, zo sprak zij, ‘maar sterf gaarne gelijk uw broeders; opdat de genadige God u, benevens uw broeders, weder levend make en u aan mij wedergeve’.
Zie hier twee uitnemende voorbeelden van mensen die de aangeboden verlossing niet hebben aangenomen, opdat zij een betere opstanding verkrijgen zouden. Het geloof in de eeuwige, zalige opstanding deed hen de aangeboden verlossing verachten. Zulke voorbeelden heeft Paulus de gelovigen voor ogen gesteld, opdat zij, ziende de kracht des geloofs, in al hun noden en ellenden zouden gesterkt worden.
Als in deze zeer schrikkelijke wreedheden het geloof sterkte om dit alles te doordragen, hoeveel te meer moge dan Gods volk in andere noden worden bemoedigd. Want elk van Gods kinderen krijgt een eigen van God bepaalde weg, met eigen leed, druk en tegenheden. Altijd weer anders, maar toch steeds weer opnieuw moet Gods volk ervaren dat de genade scheiding maakt tussen hen en de wereld. ‘Ik zal vijandschap zetten’, sprak de Heere, en dat gaat door. Maar eveneens gaat de werking Gods ook door, in het geloof van de Zijnen.
O, volk, dat uw ziel leve. De wereld haat en veracht ons, maar zij zal ten onder gaan. Eens zal God haar oordelen naar Zijn gerechtigheid. Arme wereldlingen. Haters en vervolgers van Gods volk, u zult welhaast staan voor Gods rechterstoel.
wordt vervolgd
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 september 2023
De Saambinder | 24 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 september 2023
De Saambinder | 24 Pagina's