Het trinitarisch belijden
We volgen onze belijdenisgeschriften in de onderscheiden kennis van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. We noemen dat het trinitarisch belijden, leven, beleven en bidden.
Inmiddels vragen de artikelen 8 en 9 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis (NGB) onze aandacht. We lezen samen het opschrift boven artikel 8, dat ‘God enig in Wezen is en nochtans in drie Personen onderscheiden’. Het zou goed zijn wanneer in de prediking over Zondag 8 van de Heidelberger deze geloofsartikelen ook een plaats kregen. We lezen in artikel 8: ’Volgens deze waarheid en dit Woord Gods, zo geloven wij in een enige God; Die een enig Wezen is, in Hetwelk zijn drie Personen, in der daad en waarheid en van eeuwigheid onderscheiden naar Hun onmededeelbare eigenschappen’. We letten op ‘in der daad en waarheid’. Het is dus niet maar wat theorie, geen dogmatische onderscheiding, maar levenswerkelijkheid en levenswaarheid voor de levende Kerk.
Wat die ‘onmededeelbare eigenschappen’ betreft, er is een eigenschap van de Vader die Hem alleen geldt. Met de woorden van Athanasius (art. 21): ‘De Vader is van niemand gemaakt, noch geschapen, noch gegenereerd’. Hij is dus geheel van Zichzelf en door Zichzelf. In Athanasius (art. 22) staat vervolgens: ‘De Zoon is van de Vader alleen, niet gemaakt, noch geschapen, maar gegenereerd’. Dit is de wonderlijke, eeuwige generatie zoals Johannes 5:26 dat met de woorden van Christus Zelf uitdrukt: ‘Want gelijk de Vader het leven heeft in Zichzelf, alzo heeft Hij ook de Zoon gegeven het leven te hebben in Zichzelf’. In Athanasius (art. 23) staat dan: ‘De Heilige Geest is van de Vader en de Zoon, niet gemaakt, noch geschapen, noch gegenereerd, maar uitgegaan’. De Geest is dus uitgegaan tot verheerlijking van de Vader en de Zoon.
We lezen verder in artikel 8 van de NGB: ‘Alzo nochtans, dat dit onderscheid niet maakt dat God in drieën gedeeld zij; aangezien dat de Heilige Schrift ons leert dat de Vader en de Zoon en de Heilige Geest elk Zijn zelfstandigheid heeft, onderscheiden door Hun eigenschappen; doch alzo, dat deze drie Personen maar een enig God zijn’. Ze zijn dus één en zijn toch onderscheiden.
Drie namen van de Vader
Over deze onderscheiding zegt onze belijdenis nog meer. In artikel 8 belijdt Guido de Brès zo wonderschoon van de Vader dat ‘Hij is de Oorzaak, de Oorsprong en het Begin van alle dingen’. Zoals Zijn namen zijn, zo ís Hij ook, in schepping en herschepping. Als het gaat over de Vader als de Oorzaak, de Oorsprong en het Begin van de schepping, dan duizelt het ons vanwege Zijn grootheid en wijsheid, in alles wat we zien en niet (kunnen) zien.
Wanneer we ons nu beperken tot de herschepping, tot het werk van de Vader in de genade en in de bekering, vragen we aan elkaar: Waar ligt de oorzaak van de bekering? Waar liggen de redenen waarom een mens bekeerd wordt? Welke gronden zijn er buiten de Vader van het welbehagen? Uit Wie komt het genadewerk voort? Wie is er begonnen in verkiezen, uitdenken en uitwerken? Een uitgewerkte zondaar krijgt daarom deze drie namen van de Vader zo onuitsprekelijk lief. Want het antwoord is steeds weer: alleen de Vader is en blijft de Oorzaak, de Oorsprong en het Begin.
Kennen we deze drie rijke namen van de Vader bij bevinding? Deze Vadernamen zijn een machtige belijdenis, die alles van een mens afsnijdt. In Zijn drie namen horen we de eeuwige lofzang van de Kerk: ‘Het is door U, door U alleen, om het eeuwige welbehagen’.
Drie namen van de Zoon
We lezen nog steeds in artikel 8. Ook van de Zoon worden drie inhoudsrijke namen genoemd, opdat we zullen weten Wie Hij is en hoe Hij werkt. ‘De Zoon is het Woord, de Wijsheid en het Beeld des Vaders’. Het Woord is de uitdrukking van de eeuwige gedachten van God. Denk aan het begin van Johannes. 1: ‘In den beginne was het Woord, en het Woord was bij God, en het Woord was God. (…) En het Woord is vlees geworden’. God maakt Zichzelf in recht en genade bekend door het Woord, zowel het beschreven als het vleesgeworden Woord. Gods stem klinkt door dit Woord, want ‘niemand kent den Vader dan den Zoon (…), en dien het de Zoon wil openbaren’ (Matth. 11:27).
De Zoon, dus het Woord van de Vader, maakt ons de rechten en deugden van God bekend, hoe God aan Zijn eer komt en Zijn welbehagen volvoert. De Zoon heet ook de Wijsheid van de Vader en getuigt van de wijsheid van de Vader. In het Oude Testament is Hij al aan het woord: ‘Ik ben van eeuwigheid af gezalfd geweest’ (Spr. 8:23).
Wat een rijke Godsopenbaring, in recht en genade, ligt er in de Zoon als de Wijsheid des Vaders! In alles vertoont de Zoon volmaakt het Beeld van de Vader. Hij is zoals Hij heet: ‘Deze is Mijn geliefde Zoon, in Denwelken Ik Mijn welbehagen heb; hoort Hem’ (Matth. 17:5). Hoort u, onderscheidt u Zijn stem?
Volgende keer bezien we de namen voor de Heilige Geest.
wordt vervolgd
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 september 2023
De Saambinder | 20 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 september 2023
De Saambinder | 20 Pagina's