Verzoening door voldoening
Het woord voldoening staat niet in de Heilige Schrift. Maar de zaak zelf wordt met vele andere woorden duidelijk in de Schrift uitgedrukt. Welke woorden we er ook aan geven, het gaat steeds weer over verzoening die door voldoening geschiedt. Hier zijn we bij het hart van de kerkhervorming.
Het is geschied! Christus, de grote Hogepriester van het nieuwe verbond, is gestorven. Hij heeft door volkomen verzoening voldoening aan alle gerechtigheid gegeven. Dit is het hart van de bediening van de wet en het Evangelie. Het is goed om ons altijd weer opnieuw te bezinnen op de heilrijke betekenis van deze zaak.
In het Oude Testament wordt in de meeste gevallen hetzelfde woord gebruikt om verzoenen en verzoening aan te duiden. Het is het werkwoord ‘kipper’. In 1973 brak de Jom Kippoer-oorlog met Israël uit, zo genoemd omdat die uitbrak op de Grote Verzoendag.
Kipper betekent naar zijn oorspronkelijke betekenis: bedekken of wegwissen. In Leviticus 17:11 staat: ‘Want de ziel van het vlees is in het bloed, waarom Ik het u op het altaar gegeven heb om over uw zielen verzoening te doen; want het is het bloed dat voor de ziel verzoening doen zal’. Twee dingen zijn hier opmerkelijk. De verzoening gaat niet van de mens, maar van God uit: ‘Ik heb gegeven’. In de tweede plaats is het bloed onmisbaar tot verzoening. Een andere weg tot de verzoening is er niet. Zonder bloedstorting is er geen vergeving! Het is alleen het bloed dat de schuld voor Gods gezicht kan bedekken. Paulus roept in verwondering over deze verzoening uit: ‘Want God was in Christus de wereld met Zichzelven verzoenende (…), en heeft het woord der verzoening in ons gelegd (2 Kor. 5:18).
Voorspraak bij de Vader
In het Nieuwe Testament staan twee woorden die in de Statenvertaling met verzoening zijn vertaald. Het eerste is ‘hilasmos’. Dat betekent: het afwenden van Gods toorn door het offer. Dit wordt bijvoorbeeld gebruikt in 1 Johannes 2:1,2: ‘… en indien iemand gezondigd heeft, wij hebben een Voorspraak bij de Vader, Jezus Christus, de Rechtvaardige; en Hij is een Verzoening voor onze zonden’. Het andere woord is: ‘katallage’.
Dat betekent: vijandschap veranderen in vriendschap. In hilasmos wordt een offer gebracht en de toorn gestild. In katallage wordt de relatie hersteld. Paulus schrijft er over in de brief aan de Romeinen (Rom. 5:10,11) en in de tweede brief aan Korinthe (2 Kor. 5:18).
Alleen in de weg van verzoening door voldoening is het mogelijk om met God verzoend te worden en weer in de rechte, kinderlijke verhouding met God hersteld te worden. Tegen deze Schriftuurlijke leer is al wat aangerold. Denk maar aan de vijandschap van de discipelen tegen Christus’ lijden en sterven. Ze waren op sommige momenten volgelingen tegen wil en dank.
Brakel schrijft in hoofdstuk 17 van ”De Redelijke Godsdienst” over de noodzakelijkheid van de voldoening door de Borg Jezus Christus. Hier gaat het over de Borg van het verbond, over de bondgenoten, de Kerk, en over de wijze waarop de Heere de bondgenoten overbrengt in het verbond. Het is nodig om eerst te spreken over de Borg van het verbond. Het is tevergeefs om van de Borg en Zijn werk te handelen, als men niet de noodzakelijkheid der voldoening kent.
Zondaar en Verlosser
Om de voldoening te kunnen verstaan, moeten we letten op drie zaken: de zonde (de zondaar), de hemelse Rechter, en het werk van de verlossing (de Verlosser). De zonde brengt de schuld over de mens, brengt toorn en straf. Wil de zondaar daarvan verlost worden, dan moet hij ontslagen en van de schuld bevrijd worden. God moet verzoend worden. De straf moet uitgevoerd worden, want er moet betaald worden. God is niet de Schuldheer aan Wie wij alles schuldig zijn, Hij is de Rechter. Een schuldheer kan een schuld nog kwijtschelden als hij wil. Maar een rechter kan niet afstaan van de gerechtigheid, niet afstaan van de straf. De wijze, de tijd, de plaats en de soort van de straf heeft God aan de vrijheid van de Rechter gelaten. God is de hoogste Rechter, aan Wie wij allen schuldig staan, want wij hebben allen gezondigd. Zijn rechtvaardigheid eist dat de misdadiger gestraft wordt. Het werk der voldoening is onderscheiden naar het onderscheid in de schuld.
Materiële schuld (geld of goed) staat los van de persoon. Wij zeggen: hij of zij is mij 100 euro schuldig. Dat moet voldaan worden door de schuldige of door een ander, door een borg. Maar iemand die zich schuldig heeft gemaakt aan doodslag, moet er zelf voor boeten. Gods Woord zegt dat hij of zij gedood moet worden. Die straf is nodig tot voldoening van de gerechtigheid. Daarover moet de rechter zijn rechtvaardig vonnis uitspreken.
In de uitspraak wordt niet alleen gezien op de schuld, maar ook op de schuldige. Als de schuld door de Borg voldaan wordt, is de straf gedragen en aan de gerechtigheid voldaan. Dan is er plaats voor barmhartigheid en rechtvaardigheid, voor voldoening en vergeving. Zo is het in Christus! Wat een wonder!
Wachtwoord der hervormers
Het leerstuk van de verzoening door voldoening is het hart van de leer die naar de godzaligheid is. Paulus schrijft aan de Hebreeën: ‘Want het betaamde Hem om Welken alle dingen zijn en door Welken alle dingen zijn, dat Hij vele kinderen tot de heerlijkheid leidende, den oversten Leidsman hunner zaligheid door lijden zou heiligen’ (Hebr. 2:10).
McCheyne zegt dat het wachtwoord der hervormers vraagt om de beleving van deze leer naar de godzaligheid.
Want God was in Christus de wereld met Zichzelven verzoenende (…), en heeft het woord der verzoening in ons gelegd.
2 Korinthe 5:18
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 oktober 2023
De Saambinder | 24 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 oktober 2023
De Saambinder | 24 Pagina's