Aandoen
Onder de letter A vinden we bij Paulus in de Galatenbrief, hoofdstuk 3:27, een benaming die nadrukkelijk aan het geloof gegeven wordt. Daar staat: ‘Want zovelen als gij in Christus gedoopt zijt, hebt gij Christus aangedaan'. Het geloof wordt ons hier dus voorgesteld als een handeling waarbij men iets ‘aandoet’.
Galaten 3:27 heeft betrekking op Christus. Wat de letterlijke betekenis van de tekst betreft, terecht wordt door de godgeleerden onderzocht waarop Paulus met deze beeldspraak het oog heeft. In het algemeen gaat men ervan uit dat hier op het aantrekken van kleren gezinspeeld wordt, maar er is enig verschil van mening over de vraag welke kleding dit geweest kan zijn en bij welke gelegenheid die werd aangetrokken. We hoeven niet alle meningen over deze kwestie te noemen die de godgeleerden bij Wolfius en Deylingius* kunnen lezen, maar wat ons betreft, lijken de volgende twee meningen het meest waarschijnlijk.
1. Het is mogelijk dat er gezinspeeld wordt op het aantrekken van ambtskleding door de hogepriester in de tijd van de tweede tempel. Als de hogepriester zijn ambtskleding aandeed, moest hij daarbij een zekere ordening aanbrengen. Niemand anders werd immers als hogepriester erkend dan hij die juist déze kleding aanhad. Als deze verwijzing juist is, worden daarmee de volgende zaken te kennen gegeven:
a. Als iemand een priester van de Allerhoogste wil zijn, moet hij bekleed worden met de dadelijke en lijdelijke gehoorzaamheid van Christus, die men door het geloof aantrekt. Daarom was het Paulus er boven alles om te doen in Christus gevonden te worden (Filipp. 3:9). Hierdoor kan ook de uitdrukking verklaard worden die spreekt over de gelovigen als een koninklijk priesterdom, een heilig en verkregen volk, dat de blinkende gerechtigheid van Christus als een kleed draagt. Vergelijk Jeremia 23:6:’De HEERE onze gerechtigheid'.
b. Zoals de priesters een zekere volgorde hanteren en die ook stipt nakomen bij het aantrekken van hun kleding, zo moet dat ook gebeuren bij hen die Christus willen aandoen. Zij moeten Hem allereerst aannemen tot rechtvaardigmaking, om door Hem met God verzoend te worden, en daarna ook tot heiligmaking. Zo is Hij immers van God gegeven, eerst tot rechtvaardigmaking en daarna tot heiligmaking (1 Kor. 1:30). Men moet in Hem zijn, en vervolgens vruchten voortbrengen (Joh. 15:4 en 5). We zien dus hoe nutteloos en verkeerd het is als mensen uit alle macht bezig zijn om heiligheid uit Christus te verkrijgen, terwijl ze voorbijzien aan de grond daarvan, de rechtvaardigmaking. Zo houden ze de goede volgorde niet aan in het aantrekken van de kledingstukken.
c. De priesters werden alleen als priesters erkend als zij hun priesterlijke kleding aanhadden. Zo is het ook met de gelovigen. Zij zijn priesters voor God en het Lam, maar geen enkel werk dat zij doen wordt erkend of aanvaard als zij niet bekleed zijn met de gerechtigheid van Christus. Zij moeten Hem telkens opnieuw aandoen, en in Hem tot de Vader naderen. Jozef zei tegen zijn broers dat zij hem niet zouden zien als zij Benjamin niet meebrachten. Zo is het beslist ook hier!
*Lutherse theologen
wordt vervolgd
Uit:
HET ABC VAN HET GELOOF
dr. A. Comrie
(uitg. De Banier, 2016).
In de rubriek Meelezen luisteren we dit jaar naar dr. A. Comrie in zijn boek ”Het ABC van het geloof” (hertaald door C. Bregman; uitg. De Banier, 2016). Bij iedere letter van het ABC gaat Comrie in op de verschillende benamingen van het zaligmakend geloof. We behandelen alle woorden, niet alle hoofdstukken.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 januari 2024
De Saambinder | 20 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 januari 2024
De Saambinder | 20 Pagina's