Een gave van het geloof
In dit artikel sta ik stil bij drie Bijbelgedeelten waarin het beoefenen van de lijdzaamheid, als een gave van het geloof, duidelijk uitkomt.
Jakobus 1
In Jakobus 1 vers 2 en 3 schrijft de apostel: ‘Acht het voor grote vreugde, mijn broeders, wanneer gij in velerlei verzoekingen valt; wetende dat de beproeving uws geloofs lijdzaamheid werkt’.
De kanttekening wijst erop dat deze vreugde ontstaat ‘niet uit het gevoelen van de verdrukkingen, maar uit het gevoelen van Gods genade in het midden van de verdrukkingen en uit het aanmerken van de nuttigheden en vruchten daarvan, die in de volgende verzen worden uitgedrukt’.
De Heere gebruikt de verzoekingen om Gods kinderen te oefenen in lijdzaamheid. Het leven des geloofs is een strijd die gestempeld is door ‘velerlei’ verzoekingen. Het ‘vallen in’ ziet op het onverwachte ervan, maar ook op het er totaal door overstelpt en overrompeld te worden.
Jakobus legt in vers 3 uit waarom zulke zware wegen toch vreugdevol kunnen zijn: ‘Wetende dat de beproeving uws geloofs lijdzaamheid werkt’. De vreugde is dat door het vuur van de beproeving het geloof gelouterd wordt en zo de lijdzaamheid gaat schitteren.
De kanttekening verwoordt hoe de lijdzaamheid tot stand komt: ‘Namelijk niet uit zichzelf, alzo zij in de ongelovige voortbrengt ongeduldigheid en murmureren tegen God, maar omdat God door Zijn Geest het verstand van de gelovigen zo verlicht dat zij verstaan dat Hij door deze hun geloof wil beproeven en bekendmaken, en hen daardoor tot de eeuwige vrucht wil bereiden’.
Omdat die vreugde er niet altijd is, roept de apostel in vers 5 op tot gebed: ‘En indien iemand van u wijsheid ontbreekt, dat hij ze van God begere, Die een iegelijk mildelijk geeft, en niet verwijt; en zij zal hem gegeven worden’. In de weg van het aanlopen van Gods genadetroon wordt wijsheid en licht ontvangen die nodig is om in de beproevingen lijdzaamheid te betrachten. Door die wijsheid gaat de gelovige zien dat het Gods hand is die de beproevingen oplegt. Daardoor mag hij eronder buigen en ze dragen. God is niet karig in het geven en Hij verwijt niet als iemand zich met zijn onkunde en ongestalten tot Hem wendt.
In Jakobus 1 vers 12 laat Jakobus een zaligspreking volgen voor degene die deze lijdzaamheid beoefent: ‘Zalig is de man die verzoeking verdraagt; want als hij beproefd zal geweest zijn, zal hij de kroon des levens ontvangen, welke de Heere beloofd heeft degenen die Hem liefhebben’.
Geloof in God en liefde tot God werken de lijdzaamheid. Thomas Goodwin schrijft: ‘Als het geloof en de liefde eenmaal zeggen: Het is om Uwentwil, o God, dan zegt de lijdzaamheid: Ik kan het verdragen, zelfs mij erin verblijden omwille van Zijn liefde tot mij’.
Romeinen 5
In Romeinen 5 vers 3 tot en met 5 staat: ‘En niet alleenlijk dit, maar wij roemen ook in de verdrukkingen, wetende dat de verdrukking lijdzaamheid werkt, en de lijdzaamheid bevinding, en de bevinding hoop; en de hoop beschaamt niet, omdat de liefde Gods in onze harten uitgestort is door den Heiligen Geest, Die ons is gegeven’.
Paulus wijst in Romeinen 5 vers 1 en 2 op de roem der heerlijkheid die Gods kinderen in de toekomst wacht. Vervolgens staat hij in de verzen 3, 4 en 5 erbij stil hoe er bij Gods kinderen in de aardse strijd te midden van de verdrukkingen ook een roemen kan zijn. Dat roemen is de vrucht van een aaneenschakeling van ervaringen. Het begint met verdrukkingen die in lijdzaamheid worden ondergaan en uitmonden in het roemen in de verdrukkingen.
De kanttekening wijst erop dat de verdrukking op zich geen lijdzaamheid werkt, maar dat het vrucht is van het geloof, ‘omdat Christus de gelovigen door Zijn Geest daartegen sterkt’.
De bevinding in de lijdzaamheid is: ‘Ervaring van Christus’ hulp en trouw in het volbrengen van Zijn belofte, waarmede Hij ons heeft beloofd in zulke zwarigheden bij te staan’.
De hoop, die zich uitstrekt naar de toekomst, beschaamt in het heden niet, want God maakt waar wat Hij belooft. De diepste oorzaak daarvan is de liefde Gods ‘waarmede God ons in Christus Jezus liefheeft, gelijk uitgedrukt wordt in vers 8, hetwelk in den tijd van verdrukking meest troost en versterkt’.
Hebreeën 12
De apostel beschrijft in Hebreeën 11 hoe velen van Gods kinderen zijn gesterkt in het geloof en met God niet beschaamd zijn uitgekomen. Hun geloofsvertrouwen is als een roep tot de Kerk van alle eeuwen. Daarop ziende vervolgt de apostel in Hebreeën 12 vers 1 en 2: ‘Daarom dan ook, alzo wij zo groot een wolk der getuigen rondom ons hebben liggende, laat ons afleggen allen last en de zonde die ons lichtelijk omringt, en laat ons met lijdzaamheid lopen de loopbaan die ons voorgesteld is; ziende op den oversten Leidsman en Voleinder des geloofs, Jezus, Dewelke voor de vreugde die Hem voorgesteld was, het kruis heeft verdragen en schande veracht, en is gezeten aan de rechterhand van de troon Gods’.
De aardse loopbaan is voor Gods kinderen vaak een weg vol zwarigheden. Soms vrezen ze te zullen bezwijken. Maar als de ogen geslagen zijn op Christus, lijdt Hij mee en houdt Hij staande en schenkt Hij door Zijn Geest moed en kracht. Zo wordt het een vreugde om Zijn voetstappen te drukken omdat Hij Zijn kracht in hun zwakheid volbrengt.
Christus ging Zijn weg op aarde alleen, maar door de beoefening van de lijdzaamheid ervaren Gods kinderen dat hun een sterke Held terzijde staat.
slot
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 januari 2024
De Saambinder | 20 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 januari 2024
De Saambinder | 20 Pagina's