Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kruispunt in de prediking

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kruispunt in de prediking

4 minuten leestijd

De toepassing is het element in de preek waarin de tijdbetrokkenheid ervan tot uitdrukking komt. Daarom is het ook zo’n gewichtig element voor de hoorder.

We hebben reeds gezien dat er twee zaken van belang zijn voor de tijdbetrokkenheid van de preek: er is een theologisch element en er is een antropologisch element. Het theologisch element gaat over de Godsleer, en het antropologisch element gaat over de mensleer. In welk gedeelte van de preek komt de tijdbetrokkenheid het meest tot zijn recht? Volgens ds. G.W.S. Mulder in zijn dissertatie “Tussen tekst en toepassing” is dat ‘daar waar de Godsleer en de mensleer samenkomen’. De auteur geeft op bladzijde 334 van zijn dissertatie aan: ‘Homiletisch gezien is er alle reden om te pleiten voor de rechtvaardiging van de goddeloze als het kruispunt in de prediking’. Dit kernthema is gerelateerd aan de Godsleer en de leer van de mens.

De Godsleer heeft betrekking op de leer van God Drie-enig. De leer van de mens heeft betrekking op zijn afkomst, zijn val en zijn verlossing. Samenvattend kan gezegd worden dat de Godsleer en de leer van de mens elkaar kruisen in het kruis van Christus. Daarom is het punt van de rechtvaardiging de kern van onze prediking. In de rechtvaardiging van de goddeloze wordt de verhouding tussen God en de mens kernachtig gekenschetst. In het thema van de rechtvaardiging komen ook de noties aan de orde van Gods eeuwig ontfermen aan de ene kant, en de schuldige mens die een genadewonder nodig heeft aan de andere kant.

Onderscheidend en praktisch

Zo kan gezegd worden dat ‘de homiletische drieslag staat voor een Bijbelse prediking die tegelijk geestelijk - onderscheidend en praktisch - aansprekend is’ (blz. 336). In de homiletische kernmomenten (dat zijn de momenten waarin de prediker de uitleg van de tekst met het oog op de toepassing verbreedt en verdiept in de Schrift) toont zich de zin en mening van de Heilige Geest. Op deze wijze spreekt de prediker ‘naar het hart van Jeruzalem’.

Ds. Mulder eindigt zijn dissertatie met de woorden: ‘In deze homiletische kernmomenten wordt de hoorder meegenomen in de diepte en de hoogte, lengte en breedte van de Schrift, zal hij duidelijkheid verkrijgen over de betekenis van de gekruiste Christus in het leven van alledag en wordt de prediking gericht op zijn hart. Niet voor niets noemde William Perkins een dergelijke preekwijze de plain style of preaching’ (eenvoudige stijl van preken).

Homiletische drieslag

De aanprijzing van de homiletische drieslag door de promovendus leverde bij de verdediging van het proefschrift voldoende vraagstof op voor de opponenten. Prof. dr. M.J. Kater vroeg of de presentatie van de homiletische driehoek op bladzijde 320 de predikant niet te veel centraal stelt. ‘Waarom niet veel meer benaderd dat het de beweging van het Woord is?’ Ds. Mulder citeerde Jesaja (‘Wee mij, ik verga’) en ook Paulus (‘Wie is tot deze dingen bekwaam?’) De predikant dient niet centraal te staan, maar de dienaar is wel de verbindende schakel. Hij gaat te rade bij het Woord, maar het Woord blijft de norm.

Dr. J. van de Kamp vroeg onder andere hoeveel ruimte er zit tussen de tekst en de toepassing. Hij stelde dat er bij Teellinck en Hoornbeeck geen ruimte zit tussen tekst en toepassing, maar dat die twee samenvallen. Moeten die twee ook vandaag niet samenvallen?

Ds. Mulder gaf aan dat er principieel geen ruimte zit tussen tekst en toepassing, maar een preek is niet voor niets een preek. De preek is het voertuig van de boodschap. Het thema ‘kruispunt’ geeft voor zowel de predikers als voor de hoorders genoeg stof om te overdenken.

Diepe verlorenheid

Laat ik dit artikel besluiten met enkele vragen: Stellen wij als predikers de hoorders en onszelf ook als schuldenaars voor Gods heilig recht? En prediken wij de zondaar in zijn diepe verlorenheid? En beseffen wij als hoorders ook dat wij als schuldige zondaren met God in rekening staan en niets kunnen aanbrengen om aan Gods recht te voldoen?

In de lijn van deze studie durf ik de stelling wel aan: Als dit niet functioneert, ontbreekt ten diepste de toepassing van de preek. En waar dit wel functioneert, kunnen we in de prediking en in ons persoonlijk leven nooit om het kruis van Christus heen. Het zou een zegen zijn als dit tot verdieping mag leiden in het spreken en in het luisteren!

slot volgt

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 februari 2024

De Saambinder | 24 Pagina's

Kruispunt in de prediking

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 februari 2024

De Saambinder | 24 Pagina's