Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een veelzeggend voorstel

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een veelzeggend voorstel

4 minuten leestijd

Een nieuwe manier van Bijbellezen leidt ertoe dat praktiserende homo’s toegang krijgen tot het Avondmaal en de ambten. Dat voorstel ligt althans op de synodetafel van de Nederlandse Gereformeerde Kerken (NGK). Hoe kan een kerk, die gereformeerd wil zijn, tot zulke voorstellen komen? En welke les ligt daarin voor ons? Want, wij mogen ons niet boven de ander stellen.

Opvallend is de titel van het rapport dat de synode in maart gaat bespreken. ‘Ruimte en richting’, zo heet het. Het woord ruimte staat voorop. Dat is ook de mening van het studiedeputaatschap. Homo’s behoren ruimte te krijgen, zo is te lezen, ‘zoveel ruimte als zij nodig hebben om open te bloeien voor Gods heilig en genadig aangezicht’.

Heiligheid

Het rapport spreekt dus over Gods heilig en genadig aangezicht. Gods heiligheid ziet op de volmaaktheid van al Zijn eigenschappen, Zijn deugden. God is volmaakt rechtvaardig en barmhartig. Zijn liefde is volmaakt, Zijn toorn tegen de zonde ook. Opvallend dat er over deze toorn van God nauwelijks iets staat in het rapport. Wel wordt verwezen naar Romeinen 1. Daar lezen we over Gods toorn over allerlei zonden, ook over homoseksuele praktijken. Maar, vindt het rapport, dat is iets heel anders dan wanneer onze kerkmensen in liefde en trouw samenleven met mensen van hetzelfde geslacht.

Gods heilige toorn lijkt daarmee ‘veiliggesteld’ te zijn, daar hoeven we het niet meer over te hebben. Evenmin dat Gods toorn over de hele gemeente kan komen als de zonde aan de Avondmaalstafel wordt geduld (Heidelbergse Catechismus, vraag 82). Daar gaat het immers over ‘goddeloze en ongelovige mensen’. Praktiserende homo’s die zichzelf christen noemen, voelen zich door zulke woorden niet aangesproken. Goddeloos? Ze zijn christen! Zelfbeproeving of er bij ons een schadelijke weg is, is dan ook niet meer nodig.

Heilig

Het synoderapport spreekt af en toe over een heilige kerk. Een heilige gemeente, zo is te lezen, ‘weet op een liefdevolle manier om te gaan met verschillen van inzicht, met bezwaren en moeiten die uit diepe overtuigingen komen en die verband houden met de duidelijkheid.’ Maar, heiligheid heeft toch te maken met Gods eigenschappen en geboden? Of gaat heiligheid op in het goed omgaan met elkaar?

Een predikant-deputaat schrijft dat het zijn verlangen is dat praktiserende homo’s ‘voor Gods aangezicht en in vrijheid en vrede hun weg door het leven kunnen gaan.’ Is het leven voor Gods aangezicht inderdaad een leven naar vrije keuze? En, wat is het voor een vrede als we Gods geboden niet meer houden?

Zelfbeproeving

Dit alles speelt zich af in een kerk waar zelfbeproeving nauwelijks aanwezig is. Is het bij ons anders? Onder de vrijgemaakten betrof zelfbeproeving de vraag hoe je als kind van God leeft en niet of je een kind van God bent. Die vraag kwam nauwelijks aan de orde. Je werd immers geboren in het verbond, je leefde in het verbond en je stierf in het verbond. Dat was de gewone gang van een gemeentelid. De gemeente gold als gelovige gemeente.

Het synoderapport gaat er zonder meer vanuit dat mensen ‘door God geschapen en geliefd’ zijn. Als iedereen elkaar zo ziet, is er niet veel ruimte om elkaar aan te spreken op de levenswandel. Je trekt dan al snel iemands geloof in twijfel, en dat wil je toch niet? Iedereen is immers op de goede weg. Een dergelijk geestelijk klimaat was mede de oorzaak dat wissels zijn omgegaan. Een waarschuwing voor ons!

De vrijgemaakte prediking had ook deze inslag. De functie van Gods wet, de heiligheid van God, Zijn rechtvaardig oordeel over de zonde krijgen een kleine plaats. Separatie tussen twee soorten mensen is er nauwelijks. De prediking wordt algemeen, het uitgangspunt wordt de gelovige mens. Deze gaat ervan uit dat Gods Geest in hem woont en vertrouwt erop dat hij zelf de juiste keuzes zal maken.

Laat dit alles een waarschuwing zijn voor ons. Want, we zijn beslist niet beter. Laten we maar met Psalm 119 vers 18 zingen: ‘Doe mij op 't pad van Uw geboden treên; schraag op dat spoor mijn wankelende gangen’.

slot

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 februari 2024

De Saambinder | 24 Pagina's

Een veelzeggend voorstel

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 februari 2024

De Saambinder | 24 Pagina's