Armoede

De laatste benaming van het zaligmakend geloof onder de letter A is het woord ‘armoede’. De gelovigen worden in Gods dierbaar Woord heel vaak ‘armen’ genoemd. In Mattheüs 5:3 staat: ‘Zalig zijn de armen van geest’ en in Psalm 10:14 staat: ‘Op U verlaat zich de arme’. Het zal niet nodig zijn om te bewijzen dat geestelijke armoede een eigenschap van het zaligmakende geloof is, en dat het geloof arm maakt. Christus spreekt de armen zalig. Alle rechtzinnige uitleggers van de Schrift noemen het ‘arm van geest’ zijn trouwens een eigenschap van het geloof. Zo is het ook: nooit is er zo’n arme geweest en nooit zal er zo’n arme zijn dan alleen door het geloof. Misschien is er iemand die zegt: ‘Wat? Is een gelovige arm? Is het geloof een daad die arm maakt? De gelovigen bezitten immers juist zoveel rijkdommen! Het geloof geeft hun toch werkelijk recht op alle dingen’. Wilt u weten in welk opzicht zij inderdaad niet arm zijn en in welk opzicht wel? We zullen het u duidelijk maken.

Rijk in God

Dan wil ik beginnen met een ontkenning. De ware gunstgenoten van de HEERE zijn inderdaad niet arm, maar rijk in een aantal opzichten.

a. Zij zijn niet arm, maar rijk in God. Omdat zij Gods kinderen zijn, zijn zij erfgenamen Gods (Rom. 8:17). Daarom mogen zij met de psalmdichter zeggen: ‘Bezwijkt mijn vlees en mijn hart, zo is God de Rotssteen mijns harten en mijn Deel in eeuwigheid’. ‘De snoeren zijn hun in lieflijke plaatsen gevallen’ (Ps. 73:26 en Ps. 16:6). In dat licht bezien is een rijke en bijzondere erfenis hun deel geworden. Wilt u weten wat een rijkdom het is God tot zijn deel te hebben? Let op, ik ga het u kort uitleggen.

b. De rijkdom van Gods kinderen bestaat daarin dat God hún God is. Dat is een grote rijkdom, zoals die ook in deze belofte door­ klinkt: ‘Ik zal hun tot een God zijn en zij zullen Mij tot een volk zijn’ (Jer. 31:33). Dat is een rijkdom die blijft, ook als alle andere bezittingen tenietgedaan zullen worden.

c. Zij zijn rijk omdat ze Gods liefde ervaren, die vanaf de eeuwigheid en ook in de tijd in hen werkzaam is. Dit houdt zóveel in dat het niet in woorden kan worden uitgedrukt. In Zijn liefde is God immers onveranderlijk. In Zijn liefde is Hij teer van hart, vaderlijk en vol genegenheid, méér dan een moeder is voor haar lieve kindertjes.

d. Zij zijn rijk in God, omdat al Zijn eigenschappen als één grote schat van genade ertoe dienen moeten om hun leegheid te vervullen en hen te troosten.

Daar is allereerst Gods barmhartig heid, die uitkomt in Zijn innerlijke genegenheid, en hen rijk maakt door de vergeving van hun zonden. Wat is het voor Gods kinderen toch een grote rijkdom als ze van elke straf bevrijd worden! God wil hún vergeven, terwijl Hij anderen hun zonden laat houden. Tot Zijn kinderen zegt Hij: ‘Ik, Ik ben het, Die uw zonden uitdelg om Mijnentwil’ (Jes. 43:25). God vergeeft de grootste en ook de minder grote zonden. Al waren de zonden als scharlaken en karmozijn, Hij zal ze wit maken als sneeuw en witte wol.

wordt vervolgd

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen