Armoede
Het kan ook zijn dat God hen vindt als zorgeloze mensen, die slapen in de top van de mast en geen enkel gevaar vermoeden. Het kan ook zijn dat Hij hen vindt als de rijke jongeling (Matth. 19:16-26), die vanwege een ontwaakt geweten veel goede dingen doet. Welnu, Gods eerste werk is om het zielenleven van zo iemand bloot te leggen, om als het ware zijn zakken leeg te schudden, en hem helemaal leeg en arm te maken.
Van zonde overtuigd
God doet dat door hem te overtuigen van zonde en schuld, en wil hem daarmee wakker schudden. Dat kan op verschillende manieren. God laat hem zien dat hij meer schuld dan kapitaal heeft. Zijn zonden worden hem wat aantal en verscheidenheid betreft onder het oog gebracht. Daardoor moet deze zondaar zeggen dat hij tienduizend pond schuldig is, zonder ook maar één muntstuk (quadrantpenning) te hebben om te kunnen betalen. Dat brengt grote onrust in zijn hart teweeg.
God laat hem ook zien dat hij elke dag achteruitgaat, want hij voegt nieuwe schulden aan de oude toe. Hij ziet dat het beste wat hij doet onzuiver is, waardoor het als ‘schade en drek’ beschouwd moet worden. Ja, deze zondaar wordt er ook van overtuigd dat zijn ‘geld’ voor God geen waarde heeft. De wet eist immers niet alleen maar een goede wil, goede voornemens en wensen, maar volmaaktheid op elk terrein, als hij er tenminste in wil slagen zijn ziel in leven te houden. Daardoor wordt hij ervan overtuigd dat hij een schuldige arme is, met de erfenis van de moedwillige ongehoorzaamheid van Adam. Zo is hij als een arm mens in de wereld gekomen, van alles beroofd, hoewel hij dat eerst niet van harte geloofde. Ten slotte geeft God de schuld eisers de vrije hand. Zij stropen deze zondaar helemaal uit en als hij in de meest ellendige en verarmde toestand gekomen is, laten ze hem liggen.
God maakt niet alleen arm door de zondaar van zonde te overtuigen, maar ook door hem vanwege zijn armoede, ellende en gebrek schuldig te stellen. Ach, hier gaat het bij de meeste mensen mis. Velen hebben wel enig besef van hun armoede, maar dat blijft erg algemeen en gaat ook weer snel voorbij; het schiet geen wortel. Als God echter arm maakt, bepaalt Hij de gedachten daarbij. Hij laat de armoede zo duidelijk zien dat zij het met een diep verdriet en gevoel van smart ook werkelijk geloven. Laat daarom de bede van elke volgeling van Christus - en vooral van de getrouwe predikanten - voor alle onbekeerde mensen toch deze zijn, die Christus de gemeente van Laodicéa toe wenste: ‘Och, dat gij wist dat gij blind zijt, ellendig, jammerlijk, arm en naakt’ (zie Openb. 3:17).
God zorgt er, nadat Hij hen arm gemaakt heeft, ook voor dat zij gaan zoeken naar brood, opdat zij niet zullen vergaan van honger. Kijk maar naar Efraïm. Als hij in zijn armoede licht heeft ontvangen dat hem zijn schuld doet zien, dan heeft hij berouw. Hij is beschaamd tegenover de Heere en klopt zich op de heup. Dan gaat hij zich beklagen en roept hij uit: ‘Bekeer mij, zo zal ik bekeerd zijn’ (zie Jer. 31:18).
wordt vervolgd
Uit:
HET ABC VAN HET GELOOF
dr. A. Comrie
(uitg. De Banier, 2016).
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 maart 2024
De Saambinder | 24 Pagina's